Gerelateerde informatie
•
Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 269)
•
Park Assist-camera (p. 265)
Actieve parkeerhulp (PAP)* - functie
U krijgt eenvoudige en heldere instructies voor
het gebruik van PAP op het instrumentenpaneel
– met grafische voorstellingen en teksten grafi-
sche voorstellingen en teksten (p. 275).
N.B.
Denk eraan dat het stuurwiel in bepaalde
standen de aanwijzingen op het instrumen-
tenpaneel kan verbergen als het tijdens de
parkeermanoeuvre wordt verdraaid.
1 – Zoeken en meten
BESTUURDERSONDERSTEUNING
N.B.
PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan
u de taak om:
•
goed op de omgeving rond de auto te let-
ten
•
de instructies op het instrumentenpaneel
op te volgen
•
te schakelen (achteruit/vooruit)
•
de snelheid te regelen en daarbij een vei-
lige snelheid aan te houden
•
te remmen en de auto tot stilstand te
brengen.
N.B.
De afstand tussen de auto en parkeervakken
moet 0,5–1,5 meter bedragen, wanneer PAP
de omgeving aftast op zoek naar een pas-
sende parkeerplek.
Het PAP-systeem zoekt een parkeervak en meet
of dit vak groot genoeg is. Ga als volgt te werk:
1. Activeer PAP met een druk
op deze knop en rijd niet snel-
ler dan 30 km/h (20 mph).
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
271