Schakelstanden
De automatische schakelstan-
den worden rechts op het
instrumentenpaneel getoond.
(Er brandt maar één lampje
tegelijk - dat van de actuele
keuzehendelstand.)
Symbool "S" voor Sport-stand is ORANJE, voor
zover geactiveerd.
P – Parkeerstand
Selecteer stand P, wanneer u de motor start of
de auto parkeert.
Om de keuzehendel uit stand P te halen moet u
in sleutelstand II het rempedaal bedienen.
In stand P is de versnellingsbak mechanisch
geblokkeerd. Activeer voor de zekerheid ook de
parkeerrem, wanneer de auto geparkeerd staat,
zie Parkeerrem (p. 300).
N.B.
De keuzehendel moet in de P-stand staan om
de auto te kunnen vergrendelen en op alarm
te zetten.
BELANGRIJK
De auto moet stilstaan als stand P wordt
gekozen.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op
een hellende ondergrond - de P-stand van de
automatische versnellingsbak is niet vol-
doende om de auto in alle situaties vast te
houden.
R – Achteruitrijstand
De auto moet stilstaan wanneer u de hendel in
stand R zet.
N – Vrijstand
In deze stand kunt u de motor starten en er is
geen versnelling ingeschakeld. Zet de parkeer-
rem aan, wanneer de auto stilstaat en de keuze-
hendel in stand N staat.
Om de keuzehendel vanuit stand N in een andere
schakelstand te zetten, moet u in contactslot-
stand (p. 82) II het rempedaal bedienen.
D – Rijstand
Stand D is de normale rijstand. De versnellings-
bak schakelt automatisch op en terug afhankelijk
van de stand van het gaspedaal en de snelheid.
Zorg ervoor dat de auto stilstaat, voordat u de
keuzehendel vanuit stand D in stand R zet.
Geartronic - Handmatig schakelen (+/–)
Met de automatische versnellingsbak Geartronic
kunt u ook handmatig schakelen. Bij het loslaten
van het gaspedaal wordt de auto op de motor
afgeremd.
STARTEN EN RIJDEN
U activeert de handmatige schakelstand door de
hendel zijwaarts vanuit de stand D naar de eind-
stand bij "+/-" te bewegen. Het symbool "+/-" op
het instrumentenpaneel verkleurt van WIT naar
ORANJE en de cijfers
1
,
2
,
3
enz. worden in een
kader getoond en komen overeen met de zojuist
ingeschakelde versnelling.
•
Duw de hendel naar voren naar de + (plus)
om een hogere versnelling in te schakelen
en laat deze weer los – de hendel veert terug
naar de neutrale stand tussen + en "–".
of
•
Trek de hendel naar achteren naar de "–"
(min) om een lagere versnelling in te schake-
len en laat deze weer los.
Handmatig schakelen "+/-" kan op elk moment
tijdens het rijden geactiveerd worden.
Om schokken en afslaan van de motor te voorko-
men schakelt Geartronic automatisch terug, als u
langzamer gaat rijden dan wat voor de gekozen
versnelling gepast is.
Om de automatische rijstand te hervatten:
•
Zet de hendel helemaal naar links in stand D.
}}
283