9
Elektrische installatie
Capaciteit
Variant 1 (kortstondige
afwezigheid)
Variant 2 (langere
afwezigheid)
94
Als capaciteit wordt de hoeveelheid elektriciteit aangeduid, die een accu kan
opnemen.
De capaciteit van een accu wordt in ampère-uren (Ah) aangegeven. In de
regel wordt daarbij de zogenaamde K20-waarde gebruikt.
De K20-waarde geeft aan, hoeveel stroom een accu over een periode van
20 uur kan afgeven, zonder dat deze wordt beschadigd, of hoeveel stroom
er nodig is, om een lege accu binnen 20 uur te laden.
Wanneer een accu bijv. 20 uur lang 4 ampère kan afgeven, heeft deze een
capaciteit van 4 A x 20 h = 80 Ah.
Wanneer er meer stroom stroomt, wordt de ontlaadtijd van de accu evenre-
dig gereduceerd.
Externe invloeden zoals temperatuur en leeftijd veranderen het opnamever-
mogen van de accu. Capaciteitsgegevens hebben betrekking op nieuwe, bij
ruimtetemperatuur gebruikte accu's.
Capaciteitsgegevens hebben afhankelijk van de accutechnologie een
omrekeningsfactor van 1,3 tot 1,7, die de daadwerkelijke capaciteit met
deze waarde laat dalen.
9.3
12-V-boordnet
Om alle elektrische 12-V-verbruikers los te koppelen van de spannings-
voorziening en ontlading van de woonruimteaccu te voorkomen, de
accu-scheidingsschakelaar (Afb. 100,11) op het elektroblok op "Batterie
Aus" (accu Uit) zetten.
Als het voertuig niet op de 230-V-voorziening is aangesloten of als de
230-V-voorziening is uitgeschakeld, voedt de woonruimteaccu de woon-
ruimte met 12 V gelijkspanning. De woonruimteaccu heeft slechts een be-
grensde energievoorraad. Daarom elektrische verbruikers zoals koelkast of
verwarming (circulatieluchtventilator) niet gedurende een langere periode
zonder 230-V-voorziening gebruiken.
Bij verwarming wordt de circulatieluchtventilator door een thermostaatrege-
laar in- en uitgeschakeld. Daardoor wordt de woonruimteaccu belast, als er
geen 230-V-voorziening is aangesloten.
Indien mogelijk, de elektrische verbruikers bij het verlaten van het voertuig
uitschakelen om de energievoorraad van de woonruimteaccu te sparen.
Hierbij zijn er twee scenario's:
Als u het voertuig slechts voor korte tijd verlaat, kunt u stroom sparen door
de elektrische verbruikers die tijdens uw afwezigheid niet aan hoeven te
staan (bijv. verlichting) uit te schakelen. Hiervoor de niet-benodigde elektri-
sche verbruikers met behulp van de bijbehorende schakelaars uitschakelen.
De koelkast en/of verwarming kan bij kortstondige afwezigheid aan blijven
staan.
Als u het voertuig voor langere tijd verlaat, raden we aan de meeste elektri-
sche verbruikers uit te schakelen. Hiervoor de 12-V-hoofdschakelaar op het
paneel uitschakelen (zie sectie 9.5.1). Let op: Hierdoor wordt ook de koel-
kast uitgeschakeld! Alleen de centrale plafondverlichting, verwarming, op-
stap (niet bij I-modellen) en satellietinstallatie worden nog van stroom voor-
zien.
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL