Sluiten:
Openen:
Rolhor
Sluiten:
Openen:
7.4.4
Openen:
Sluiten:
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL
Vouwverduistering in het midden van de greeplijst (Afb. 44,3 en
Afb. 45,4) vastpakken, van onder naar boven trekken en op de ge-
wenste hoogte loslaten. De vouwverduistering blijft in deze hoogte
staan.
De vouwverduistering in het midden van de greeplijst vasthouden en
naar beneden schuiven.
De rolhor (Afb. 45,1) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing bovenaan.
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 44,2 en Afb. 45,2) naar beneden trekken
tot deze tegen de greeplijst van de vouwverduistering (Afb. 45,4) stoot.
Arretering (Afb. 44,1 en Afb. 45,3) op rolhor met de greeplijst van de
vouwverduistering vergrendelen. Wanneer de arretering vergrendeld is,
kunnen de vouwverduistering en rolhor samen versteld worden.
Arretering (Afb. 45,3) aan de rolhor boven indrukken.
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 44,2) langzaam terugbrengen.
Dakraam met draaibare uitzetters
Bij het openzetten van het dakraam erop letten dat er geen vervormin-
gen optreden. Dakramen gelijkmatig uitzetten en sluiten.
Afb. 46
Vergrendelingshendel in
stand "gesloten"
De vergrendelingshendel (Afb. 46,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
Dakraam tot de gewenste stand openen en met kartelknop (Afb. 47,1)
vastzetten.
Het dakraam blijft vergrendeld in de gewenste stand.
Kartelknop (Afb. 47,1) draaien tot bevestiging los is.
Het dakraam sluiten.
De vergrendelingshendel (Afb. 46,3) een kwartslag naar het raamkozijn
draaien. De vergrendelingsneus (Afb. 46,2) ligt aan de binnenzijde van
de raamvergrendeling (Afb. 46,1).
Wonen
Afb. 47
Dakraam met draaibare uit-
zetters, geopend
7
63