11
Sanitaire inrichting
11.2
11.2.1
Openen:
Sluiten:
134
Watertank
De watertank heeft, afhankelijk van het model, een volume tussen 97 l en
122 l.
Uit rijveiligheids- en toelatingsredenen moet de vulhoeveelheid tijdens
de rit verminderd worden. Wanneer het water met behulp van de draai-
greep van de veiligheidsafstap (zie sectie 11.2.4) wordt afgetapt, blijft er
een restant van ongeveer 20 l in de watertank achter.
Drinkwatervulopening met deksel
Afb. 136 Afsluitdeksel voor drinkwater-
vulopening
De drinkwatervulopening is al naargelang de uitvoering van het model aan-
gebracht aan de linker- of rechterkant van het voertuig.
De drinkwatervulopening is gekenmerkt met het symbool "
De afsluitdeksel wordt met de sleutel voor de sloten van de serviceluiken
aan de buitenkant geopend en gesloten.
Sleutel in cilinderslot (Afb. 136,2) steken en een kwartslag tegen de klok
in draaien.
Afsluitdeksel verwijderen.
Watertank met drinkwater vullen.
Afsluitdeksel weer op de drinkwatervulopening plaatsen.
Sleutel een kwartslag met de klok mee draaien.
Sleutel eruit trekken.
Controleren, of het afsluitdeksel vast in de drinkwatervulopening zit.
" (Afb. 136,1).
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL