5
Tijdens de rit
Kinderbeveiligingssysteem
met Isofix aanbrengen:
44
Afb. 16
Tussenstoel
Zorgen dat het zitkussen (Afb. 16,3) zo op de tussenstoel ligt, zoals in
Afb. 16 afgebeeld.
Rugkussen van de rugleuning (Afb. 16,1) verwijderen.
Isofix-bevestigingsarmen links en rechts aan de ronde stang (Afb. 16,2)
van de rugleuning laten vastklikken.
Top Tether aan het kinderbeveiligingssysteem bevestigen.
Top Tether-gordel door de lus aan de achterkant van de tussenstoel lei-
den.
Haak van de Top-Tether-gordel aan de ronde stang van de rugleuning
inhaken (in het midden).
Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant an het kinderbeveili-
gingssysteem in acht.
5.8
Bestuurdersstoel en passagiersstoel
Voor het begin van de rit alle draaibare stoelen in de rijrichting draaien
en vergrendelen.
De stoelen tijdens de rit in de rijrichting vergrendeld laten en niet ver-
draaien.
De bestuurdersstoel en passagiersstoel zijn bestanddeel van het basisvoer-
tuig. Het instellen van de stoelen is in de gebruiksaanwijzing van het basis-
voertuig beschreven.
5.9
Hoofdsteunen
Hoofdsteunen voor het begin van de rit zo instellen, dat het achterhoofd on-
geveer op oorhoogte wordt ondersteund.
1
Rugleuning (zonder rugkussen)
2
Ronde stang (niet zichtbaar)
3
Zitkussen
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL