Advertenties
8
Gasinstallatie
90
8.4
Gasflessen vervangen
Bij het vervangen van de gasflessen niet roken en geen open vuur
ontsteken.
Na het vervangen van gasflessen controleren of er bij de aansluitpun-
ten geen gas uitloopt. Daarvoor de aansluiting met lekzoek-spray in-
spuiten. De toebehorenhandel biedt deze middelen aan.
Afb. 95
Aansluiting gasfles
Serviceluik voor gaskast openen (zie sectie 7.2).
Als er een beschermingsplaat aanwezig is, de beschermingsplaat om-
laagklappen.
Hoofdafsluitkraan (Afb. 95,4) op de gasfles sluiten. Let op de richting
van de pijl.
Gasdrukregelaar (Afb. 95,2) vasthouden en kartelmoer (Afb. 95,3) ope-
nen (in de regel linkse schroefdraad).
Gasdrukregelaar met gasslang (Afb. 95,1) van de gasfles verwijderen.
Bevestigingsriemen losmaken en gasfles uitnemen.
Gevulde gasfles in de gaskast zetten.
Gasfles met de bevestigingsriemen bevestigen.
Gasdrukregelaar (Afb. 95,2) met gasslang (Afb. 95,1) op de gasfles aan-
brengen en kartelmoer (Afb. 95,3) met de hand vastdraaien (in de regel
linkse schroefdraad).
Als er een beschermingsplaat aanwezig is, de beschermingsplaat om-
hoogklappen.
Serviceluik sluiten (zie sectie 7.2).
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL
Advertenties
