4.3.3
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL
Aan de hand daarvan kan weer worden bepaald welk gewicht voor de per-
soonlijke uitrusting resteert:
Het gewicht van de meerijdende personen bepalen en van de waarde
voor het feitelijke laadvermogen aftrekken.
Het resultaat is het gewicht dat aan persoonlijke uitrusting daadwerkelijk kan
worden bijgeladen.
Ladingbeveiliging en ladingverdeling
De technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand uit vei-
ligheidsoverwegingen nooit overschrijden.
De lading gelijkmatig op de linker- en rechterzijde van het voertuig
verdelen.
De lading gelijkmatig over beide assen verdelen. Neem daarbij de
technisch toelaatbare maximummassa op de as in acht die in de voer-
tuigpapieren wordt vermeld. Bovendien de toegelaten draagkracht van
de banden in acht nemen (zie hoofdstuk 14).
Zware lasten achter de achteras kunnen de vooras door hefboomwer-
king (
) ontlasten. Dit geldt in het bijzonder bij een lange overhang
achter, als een motor op de houder aan de achterkant wordt getrans-
porteerd of als de opbergruimte achter zwaar is beladen. De ontlas-
ting van de vooras heeft vooral een negatieve invloed op de rij-eigen-
schappen bij voertuigen met voorasaandrijving.
Alle voorwerpen zo opbergen dat deze niet kunnen wegglijden. Daar-
voor bijvoorbeeld de voorwerpen zo tegen elkaar leggen, dat ertussen
geen lege ruimtes overblijven en ze niet meer kunnen wegglijden.
Bovendien antislip-matten gebruiken.
Zware voorwerpen (voortent, conserven e. d.) in de buurt van de as
opbergen. Voor het opbergen van zware voorwerpen zijn vooral die-
pergelegen opbergruimten geschikt, waarvan de deuren niet in de rij-
richting kunnen worden geopend.
Lichtere voorwerpen (wasgoed) in de dakopbergkasten opbergen.
Het fietsenrek alleen met fietsen (max. vier stuks) beladen.
Opbergkasten onder het plafond (kasten met klep) maximaal met 10 kg
per strekkende meter resp. maximaal met 5 kg per compartiment bela-
den.
Dakopbergcompartimenten ("zwaluwnesten" zonder klep) maximaal met
5 kg per compartiment beladen.
Kastcompartimenten en grote opbergcompartimenten dichtbij de bodem
(met of zonder deur) maximaal met 5 kg per compartiment beladen.
Schuifladen elk maximaal met 10 kg beladen.
Bestekladen elk maximaal met 5 kg beladen.
Grote opbergruimtes bieden ook plaats aan zware voorwerpen. De asbelas-
ting van de voor- en achteras wordt daardoor in sommige gevallen over-
schreden.
De afzonderlijke assen mogen echter onder geen beding te zwaar worden
beladen. Daarom is het belangrijk op welke afstand tot de assen de lading
wordt opgeborgen.
Voor het rijden
4
25