11
Sanitaire inrichting
11.6.4
11.6.5
Toilet buiten bedrijf stellen:
146
Sleutel eruit trekken.
Beide druksloten (Afb. 157,2) tegelijkertijd met de duimen indrukken en
het luik voor de fecaliëntank openen.
Luik volledig naar boven zwenken en voorzichtig tegen de buitenwand
leggen. De klep wordt magnetisch opengehouden.
Bevestigingsbeugel (Afb. 158,2) naar boven trekken en fecaliëntank
(Afb. 158,1) eruit trekken.
De fecaliëntank naar een daarvoor aangewezen sanitairstations bren-
gen en volledig leegmaken.
Voor volledig leegmaken met de duimen de beluchtingsknop van de fe-
caliëntank bedienen.
Wintergebruik
Geen antivriesmiddelen gebruiken. Antivriesmiddelen kunnen het toilet
beschadigen.
Als het toilet, de watertank en de fecaliëntank (cassette) zich in een tegen
vorst beveiligd gedeelte van het voertuig bevinden, kan het toilet ook in de
winter gebruikt worden.
Als het toilet, de watertank en de fecaliëntank (cassette) zich niet in een te-
gen vorst beveiligd gedeelte van het voertuig bevinden, dan moeten de wa-
tertank, de fecaliëntank en de waterleidingen bij vorstgevaar geleegd wor-
den. Zo kan schade door vorst worden vermeden.
Tijdelijke stilstand
Als het toilet langere tijd niet gebruikt wordt, de watertank, de fecaliën-
tank en de waterleidingen legen.
Watertank leegmaken.
Spoeling van het toilet bedienen tot er geen water meer in het toilet
loopt. Let erop dat de pomp na één minuut beschadig kan raken wan-
neer deze droog loopt.
Fecaliëntank leegmaken.
Fecaliëntank grondig spoelen.
Aftapaansluiting aan de fecaliëntank geopend laten.
Fecaliëntank zo lang mogelijk laten drogen.
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL