9.6.1
Eisen m.b.t. de
230-V-aansluiting
9.6.2
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL
9.6
230-V-boordnet
Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.
De elektrische installatie van het voertuig elke drie haar door een ge-
autoriseerde vakman laten controleren. Bij veelvuldig gebruik van het
voertuig wordt een jaarlijkse controle aanbevolen.
Het 230-V-boordnet verzorgt:
de contactdozen met randaarde voor apparaten met maximaal 16 A
de koelkast
het elektroblok
de elektrische verwarming
De elektrische verbruikers, die op het 12-V-boordnet van de woonruimte
aangesloten zijn, worden door de woonruimteaccu van spanning voorzien.
Het voertuig zo vaak mogelijk op een externe 230-V-voorziening aansluiten.
Daarbij laadt de laadmodule in het elektroblok automatisch de woonruimte-
accu. Bovendien wordt de startaccu met een druppellading van 6 A geladen.
230-V-aansluiting (CEE-contactdoos)
Overspanning kan de aangesloten apparaten beschadigen. Oorzaken
van overspanning kunnen zijn blikseminslag, onregelmatige spannings-
bronnen (bijv. benzinegeneratoren) of stroomaansluitingen op veerbo-
ten.
De aansluitkabel, de stekkerverbindingen aan de voorzieningsplaats en
de stekkerverbinding aan het voertuig moeten voldoen aan IEC 60309.
De in de handel gebruikelijke benaming voor de stekkerverbindingen is
"CEE blauw".
Snoer met rubber mantel H07RN-F met een leidingsdiameter van ten-
minste 2,5 mm² en een lengte van maximaal 25 m gebruiken.
Stekkerverbindingen met randaarde (Schuko) zijn niet toegestaan. Het
tussenschakelen van CEE/randaarde-adapters is eveneens niet toege-
staan.
230-V-voorziening aansluiten
De externe 230-V-voorziening moet beveiligd zijn met een aardlek-
schakelaar (FI-schakelaar, 30 mA).
De kabel moet volledig van de kabelhaspel afgewikkeld zijn om over-
verhitting te voorkomen.
Bij twijfel of indien de 230-V-voorziening niet beschikbaar of defect is,
contact opnemen met de gebruiker van de voorzieningsinstallatie.
De 230-V-aansluiting is in het voertuig met een aardlekschakelaar
(FI-schakelaar) uitgerust.
De zekeringenkast kan wat betreft afmeting, aantal beveiligingsautoma-
ten en drempelwaarde van de beveiligingsautomaat van het weergege-
ven type afwijken. De uitvoering van de zekeringenkast is afhankelijk
van het model, de uitvoering en het land waarin het voertuig in de han-
del wordt gebracht.
Elektrische installatie
9
105