7
Wonen
Continue ventilatie
7.4.3
Vouwverduistering
62
De vergrendelingshendel aan de zijkant (Afb. 41,1) een kwartslag naar
het raamkozijn draaien, tot de vergrendelingsneus (Afb. 41,2) vastklikt.
Vergrendelingsknop (Afb. 42,2) op de onderste vergrendelingshendel
(Afb. 42,3) indrukken en ingedrukt houden.
Onderste vergrendelingshendel (Afb. 42,3) een kwartslag naar het
raamkozijn draaien, tot de vergrendelingsneus (Afb. 42,1) vastklikt.
Afb. 43
Vergrendelingshendel, zijkant
(stand "continue ventilatie")
Met de vergrendelingshendels kan het uitzetbaar raam in de stand "continue
ventilatie" worden vastgezet.
Het uitzetbaar raam openen, zoals hierboven beschreven.
Het uitzetbaar raam licht naar buiten duwen.
De vergrendelingshendel aan de zijkant een kwartslag naar beneden
draaien. De vergrendelingsneus (Afb. 43,1) hierbij tussen de twee helf-
ten van het vergrendelingsblok inschuiven.
Vergrendelingsknop op de onderste vergrendelingshendel indrukken.
Onderste vergrendelingshendel een kwartslag naar beneden draaien.
De vergrendelingsneus tussen de twee helften van het onderste ver-
grendelingsblok inschuiven. Het uitzetbaar raam staat nu in de stand
"continue ventilatie".
Vouwverduistering en rolhor
De ramen zijn uitgerust met vouwverduistering en rolhor. Rolhor en vouw-
verduistering kunnen apart of tegelijk worden bediend.
Afb. 44
Uitzetbaar raam
De vouwverduistering (Afb. 45,5) bevindt zich in de rolgordijnbehuizing on-
deraan.
Afb. 45
Arretering
Capron - 3495607 - 02/23 - EHG-0021-05NL