Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive FC 102 Programmeerhandleiding pagina 72

B&p elektromotoren
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
Range:
Functie:
Size
[ 0 -
Stel de maximale koppelbegrenzing voor
related
1000.0
motorwerking in. De koppelbegrenzing is
*
%]
actief in het toerentalbereik tot en met het
ingestelde nominale motortoerental in
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid. Om de
motor te beschermen tegen het bereiken
van het blokkeerkoppel is de standaardin-
stelling 1,1 x het nominale motorkoppel
(berekende waarde). Zie ook
parameter 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
voor meer informatie.
Wanneer een instelling in
parameter 1-00 Configuratiemodus tot
parameter 1-28 Controle draair. motor wordt
gewijzigd, wordt parameter 4-16 Koppelbe-
grenzing motormodus niet automatisch
teruggezet naar de standaardinstelling.
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
Range:
Functie:
100
[ 0 -
Stel de maximale koppelbegrenzing voor
%
1000.0 %
generatorwerking in. De koppelbegrenzing is
*
]
actief in het toerentalbereik tot en met het
ingestelde nominale motortoerental in
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid. Zie
parameter 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. voor
meer informatie.
Wanneer een instelling in
parameter 1-00 Configuratiemodus tot
parameter 1-28 Controle draair. motor wordt
gewijzigd, wordt parameter 4-17 Koppelbe-
grenzing generatormodus niet automatisch
teruggezet naar de standaardinstelling.
4-18 Stroombegr.
Range:
Functie:
Size
[ 1.0 -
Voer de stroomgrens voor motor- en genera-
related
1000.0
torwerking in. Om de motor te beschermen
*
%]
tegen het bereiken van het blokkeerkoppel is
de standaardinstelling 1,1 x de nominale
motorstroom (ingesteld in
parameter 1-24 Motorstroom). Wanneer een
instelling in parameter 1-00 Configuratiemodus
tot parameter 1-28 Controle draair. motor
wordt gewijzigd, worden
parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus
tot parameter 4-18 Stroombegr. niet
automatisch teruggezet naar de standaardin-
stelling.
MG11CE10
Programmeerhandleiding
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
Size
related
*
3.6.2 4-5* Aanp. waarsch.
Definieer instelbare waarschuwingsbegrenzingen voor
stroom, toerental, referentie en terugkoppeling.
LET OP
Niet zichtbaar op het display; alleen in MCT 10
setupsoftware.
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
0
[ 0 -
A
par.
*
4-51
A]
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
[ 1 -
Stel de maximale uitgangsfrequentie in.
590
Parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. specificeert
Hz]
de absolute begrenzing van de uitgangsfre-
quentie van de frequentieregelaar voor een
verbeterde veiligheid voor toepassingen
waarbij onbedoelde te hoge toerentallen
moeten worden vermeden. Deze absolute
begrenzing geldt voor alle configuraties,
ongeacht de instelling in
parameter 1-00 Configuratiemodus. Deze
parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
De maximumwaarde wordt begrensd op 300
Hz als parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet-uitspr. SPM.
Functie:
Waarschuwingen worden weergegeven op het
display, een geprogrammeerde uitgang of een
veldbus.
Afbeelding 3.24 Begrenzing lage stroom
Voer de waarde voor I
in. Wanneer de
LOW
motorstroom lager wordt dan deze begrenzing
(I
), verschijnt op het display de melding Stroom
LOW
laag. De signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het genereren van een
statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang
01 of 02. Zie Afbeelding 3.24.
3
3
71

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave