Parameterbeschrijving
1-59 Freq. testpulsen vlieg.start
Range:
Size
[ 0 -
related
500
*
%]
3
3
3.3.8 1-6* Bel. afhank. Instelling
1-60 Belast. comp. bij lage snelheid
Deze parameter is niet zichtbaar op het LCP.
Range:
100 %
[0 -
*
300 %]
50
VLT
Functie:
LET OP
Zie de beschrijving van
parameter 1-70 Startmodus PM voor een
overzicht van de relatie tussen de
parameters voor een vliegende start bij
PM-motoren.
De parameter is actief wanneer
parameter 1-73 Vlieg. start in ingeschakeld. Het
instelbereik en de functie zijn afhankelijk van
parameter parameter 1-10 Motorconstructie:
[0] Asynchroon: [0-500]
Definieer het percentage van de frequentie voor
de pulsen die worden gebruikt om de
draairichting van de motor te detecteren. Een
hogere waarde verlaagt het geproduceerde
koppel. In deze modus komt 100% overeen met
2 keer de slipfrequentie.
[1] PM, niet-uitspr. SPM: [0-10%]
Deze parameter bepaalt het motortoerental (in
% van het nominale toerental) waaronder de
parkeerfunctie (zie parameter 2-06 Parkeerstroom
en parameter 2-07 Parkeertijd) actief wordt. Deze
parameter is alleen actief wanneer
parameter 1-70 Startmodus PM is ingesteld op
[1] Parkeren en uitsluitend na het starten van de
motor.
Functie:
LET OP
Parameter 1-60 Belast. comp. bij lage
snelheid heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie = [1]
PM, niet-uitspr. SPM.
Voer de %-waarde in voor compensatie van de
spanning in verhouding tot de belasting bij
een op lage toeren draaiende motor en
verkrijg zo de optimale U/f-karakteristiek. Het
vermogen van de motor bepaalt het frequen-
tiebereik waarbinnen deze parameter actief is.
Motorvermogen [kW]
Omschakeling [Hz]
0,25-7,5
<10
11–45
<5
55–550
<3–4
Tabel 3.7 Belast. comp. bij lage snelheid
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
HVAC Drive FC 102
Afbeelding 3.9 Belast. comp. bij lage snelheid
1-61 Belastingcomp. bij hoge snelheid
Deze parameter is niet zichtbaar op het LCP.
Range:
100 %
[0 -
300 %]
*
1-62 Slipcompensatie
Range:
0 %
[-500 -
500 %]
*
Functie:
LET OP
Parameter 1-61 Belastingcomp. bij hoge
snelheid heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie = [1] PM,
niet-uitspr. SPM.
Voer de %-waarde in voor compensatie van de
spanning in verhouding tot de belasting bij een
op hoge toeren draaiende motor en verkrijg zo
de optimale U/f-karakteristiek. Het vermogen
van de motor bepaalt het frequentiebereik
waarbinnen deze parameter actief is.
Motorvermogen
Omschakeling
1,1-7,5 kW
> 10 Hz
Functie:
LET OP
Parameter 1-62 Slipcompensatie heeft geen
effect als parameter 1-10 Motorconstructie
= [1] PM, niet-uitspr. SPM.
Voer de %-waarde voor slipcompensatie in ter
compensatie van toleranties in de waarde van
n
. De slipcompensatie wordt automatisch
M,N
berekend op basis van het nominale motortoe-
rental n
.
M,N
MG11CE10