Parameterbeschrijving
Parameter 1-40 Tegen-
EMK bij 1000 TPM
RMS (fase-fasewaarde).
3
3
Tabel 3.5 Parameters die betrekking hebben op PM-motoren
LET OP
De waarden voor de statorweerstand
(parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)) en de inductantie
van de d-as (parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld)) die
door motorfabrikanten in de technische specificaties
worden vermeld, hebben betrekking op de gemeten
waarde tussen fase en gemeenschappelijke nul (sterpunt)
of tussen twee fasen. Er geldt geen algemene standaard.
De verschillende configuraties voor de weerstand van de
statorwikkeling en inductantie zijn weergegeven in
Afbeelding 3.6. Voor de frequentieregelaars van Danfoss
hebt u altijd de waarde voor fase naar gemeenschap-
pelijk nulpunt nodig. De tegen-EMK voor een PM-motor
is gedefinieerd als de geïnduceerde EMK ontwikkeld over
2 willekeurige fasen van de statorwikkeling van een
vrijlopende motor. Voor frequentieregelaars van Danfoss
hebt u altijd de rms-waarde tussen twee fasen nodig,
gemeten bij een mechanisch toerental van 1000 tpm.
Deze is weergegeven in Afbeelding 3.7.
Line to common (starpoint)
Afbeelding 3.6 Statorwikkelingconfiguraties
Permanent magnet motors
Afbeelding 3.7 Machineparameterdefinities voor de tegen-EMK
van PM-motoren
48
Deze parameter geeft de specifieke
tegen-EMK over de statorklemmen
van een PM-motor bij een
mechanisch toerental van 1000 tpm.
Deze waarde wordt bepaald tussen
twee fasen en wordt uitgedrukt in
een RMS-waarde.
Line to line values
Rs and Ld
Line to Line Back
Emf in RMS Value
at 1000 rpm
Speed (mech)
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
HVAC Drive FC 102
1-39 Motorpolen
Range:
Size
related
*
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
Range:
Size
related
*
Rs and Ld
1-46 Position Detection Gain
Range:
100 %
*
Functie:
LET OP
[2 -
100 ]
Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Stel het aantal motorpolen in.
Polen
~n
bij 50 Hz
n
2
2700–2880
4
1350–1450
6
700–960
Tabel 3.6 Aantal polen en bijbehorende
frequenties
Tabel 3.6 geeft het aantal polen weer voor
normale toerentalbereiken voor verschillende
typen motoren. Motoren die voor andere
frequenties zijn ontworpen, moeten afzonderlijk
worden gedefinieerd. De waarde voor de
motorpolen is altijd een even getal, omdat het
verwijst naar het totale aantal polen en niet
naar het aantal paren. De frequentieregelaar
stelt parameter 1-39 Motorpolen in eerste
instantie in op basis van
parameter 1-23 Motorfrequentie en
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
Functie:
[ 10 -
Stel de nominale tegen-EMK in voor een
9000 V]
motor die draait op 1000 tpm. Deze
parameter is alleen actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet-uitspr. SPM.
Functie:
[20 -
Past de amplitude van de testpuls tijdens
200 %]
positiedetectie bij het starten aan. Pas de
parameterwaarde aan om de positie-
meting te verbeteren.
~n
bij 60 Hz
n
3250–3460
1625–1730
840–1153
MG11CE10