Parameterbeschrijving
3.19 Parameters: 21-** Hoofdmenu – Uitgebr. met terugk.
De FC 102 biedt behalve de PID-regelaar ook 3 uitgebreide
PID-regelaars met terugkoppeling. Deze kunnen onafhan-
kelijk van elkaar worden geconfigureerd om externe
actuatoren (kleppen, luchtregelkleppen en dergelijke) te
3
3
besturen of met de interne PID-regelaar worden gebruikt
om de dynamische reacties op setpointwijzigingen of
verstoringen in de belasting te verbeteren.
De uitgebreide PID-regelaars met terugkoppeling kunnen
onderling met elkaar of met de PID-regelaar met terugkop-
peling worden verbonden om een configuratie met
dubbele lus te vormen.
Als de uitgebreide regelaar wordt gebruikt om een
modulatieapparaat (zoals een kleppenmotor) te besturen,
moet dit een positioneringsservo zijn met ingebouwde
elektronica die een stuursignaal van 0-10 V (signaal van
Analog I/O MCB 109-optiekaart) of 0/4-20 mA (signaal van
stuurkaart en/of General Purpose I/O MCB 101-optiekaart)
kan accepteren.
Deze uitgangsfuncties kunnen worden geprogrammeerd in
de volgende parameters:
•
Stuurkaart, klem 42: Parameter 6-50 Klem 42
uitgang (instelling [113]...[115] of [149]...[151],
Uitgebr. met terugk. 1/2/3
•
Algemene I/O-kaart MCB 101, klem X30/8:
Parameter 6-60 Klem X30/8 uitgang, (optie [113] ...
[115] of [149] ... [151]), Uitgebr. met terugk. 1/2/3
•
Analog I/O MCB 109-optiekaart, klem X42/7 ... 11:
Parameter 26-40 Klem X42/7 uitgang,
parameter 26-50 Klem X42/9 uitgang,
parameter 26-60 Klem X42/11 uitgang (optie
[113] ... [115]), Uitgebr. met terugk. 1/2/3
De algemene I/O-kaart en de analoge I/O-kaart zijn
optionele kaarten.
3.19.1 21-0* Uitgebr CL autotuning
De uitgebreide PID-regelaars voor een regeling met
terugkoppeling kunnen automatisch worden afgesteld, wat
de inbedrijfstelling sneller en eenvoudiger maakt, terwijl
een nauwkeurige afstelling van de PID-regeling is
gewaarborgd.
Om de functie PID autotuning te kunnen gebruiken, moet
u de betreffende uitgebreide PID-regelaar configureren
voor de toepassing.
Om tijdens het autotuningproces op meldingen te kunnen
reageren, moet een grafisch LCP worden gebruikt.
162
®
VLT
HVAC Drive FC 102
Wanneer autotuning via parameter 21-09 PID autotuning
wordt ingeschakeld, wordt de PID-regelaar in de autotu-
ningmodus gezet. Het LCP toont vervolgens instructies op
het scherm.
PID autotuning werkt op basis van stapsgewijze
wijzigingen waarbij de terugkoppeling wordt bewaakt. Op
basis van de terugkoppeling worden de volgende vereiste
waarden berekend:
De PID-differentiatietijd wordt op 0 ingesteld in de
volgende parameters:
Deze berekende waarden worden weergegeven op het LCP
en kunnen worden geaccepteerd of afgewezen. Wanneer
de waarden zijn geaccepteerd, worden ze naar de
relevante parameters weggeschreven en wordt de PID
autotuningmodus uitgeschakeld via parameter 21-09 PID
autotuning. Afhankelijk van het betreffende systeem kan
het PID autotuningproces een aantal minuten duren.
Gebruik het ingangsfilter (parametergroep 5-5* Pulsingang,
6-** Analoog In/Uit en 26-** Anal. I/O-optie (MCB 109), Klem
53/54 filter tijdconstante en Pulsfilter tijdconstante nr. 29/33)
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
•
PID proportionele versterking:
-
Parameter 21-21 Uitgebr prop. verst 1
voor Uitgebr. CL 1
-
Parameter 21-41 Uitgebr prop. verst 2
voor Uitgebr. CL 2
-
Parameter 21-61 Uitgebr prop. verst 3
voor Uitgebr. CL 3.
•
Integratietijd:
-
Parameter 21-22 Uitgebr integr.tijd 1 voor
Uitgebr. CL 1
-
Parameter 21-42 Uitgebr integr.tijd 2 voor
Uitgebr. CL 2
-
Parameter 21-62 Uitgebr integr.tijd 3 voor
Uitgebr. CL 3.
•
Parameter 21-23 Uitgebr diff.tijd 1 voor Uitgebr. CL
1
•
Parameter 21-43 Uitgebr diff.tijd 2 voor Uitgebr. CL
2
•
Parameter 21-63 Uitgebr diff.tijd 3 voor Uitgebr. CL
3.
•
Parameter 21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1 voor
Uitgebr. CL 1
•
Parameter 21-40 Uitgebr normaal/omgekrd 2 voor
Uitgebr. CL 2
•
Parameter 21-60 Uitgebr normaal/omgekrd 3 voor
Uitgebr. CL 3 worden bepaald tijdens het tuning-
proces.
MG11CE10