Parameterbeschrijving
1-31 Rotorweerstand (Rr)
Range:
Functie:
Size
[ 0.0100 -
Een fijnafstelling van R
related
100.0000
verbeteren. Stel de rotorweerstandswaarde
*
Ohm]
in op een van de volgende manieren:
1.
2.
3.
1-35 Hoofdreactantie (Xh)
Range:
Functie:
LET OP
Size
[ 1.0000 -
related
10000.0000
*
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh)
Ohm]
heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie =
[1] PM, niet-uitspr. SPM.
Stel de hoofdreactantie van de motor op
een van de volgende manieren in op 1:
•
•
•
1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Range:
Functie:
LET OP
Size
[ 0 -
related
10000.000
*
Deze parameter kan niet worden
Ohm]
gewijzigd terwijl de motor loopt.
Voer de ijzerverliesweerstandswaarde
(R
) in die nodig is om ijzerverliezen in
Fe
de motor te compenseren.
De R
-waarde kan niet worden
Fe
gevonden via een AMA.
MG11CE10
Programmeerhandleiding
zal de asprestaties
r
Voer een AMA uit op een koude
motor. De frequentieregelaar
meet de waarde dan via de
motor. Alle compensaties worden
gereset op 100%.
Voer de R
-waarde handmatig in.
r
Vraag de waarde op bij de
leverancier van de motor.
Gebruik de standaardinstelling
voor R
. De frequentieregelaar
r
bepaalt de instelling op basis
van de gegevens van het
motortypeplaatje.
Voer een AMA uit op een koude
motor. De frequentieregelaar
meet de waarde van de motor.
Voer de X
-waarde handmatig
h
in. Vraag de waarde op bij de
leverancier van de motor.
Gebruik de standaard X
-
h
instelling. De frequentieregelaar
bepaalt de instelling op basis
van de gegevens van het
motortypeplaatje.
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Range:
Functie:
De R
-waarde is vooral belangrijk in
Fe
koppelregelingstoepassingen. Laat
parameter 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
op de standaardinstelling staan als R
onbekend is.
1-37 Inductantie d-as (Ld)
Range:
Functie:
LET OP
Size
[0.000 -
related
1000.000
*
Deze parameter is alleen actief als
mH]
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet-uitspr.
SPM.
Stel de waarde voor de inductantie van
de d-as in. Raadpleeg het datablad voor
de PM-motor voor de juiste waarde.
In technische specificaties hebben de vermelde waarden
voor de statorweerstand en de inductantie van de d-as
voor asynchrone motoren gewoonlijk betrekking op de
gemeten waarde tussen fase en gemeenschappelijke nul
(sterpunt). Voor PM-motoren worden deze waarden
meestal gegeven voor fase naar fase. PM-motoren zijn
typisch bedoeld voor een steraansluiting.
Parameter 1-30 Stator-
Deze parameter geeft de weerstand
weerstand (Rs)
van de statorwikkeling (R
(fase naar gemeenschap-
vergelijkbaar met de statorweerstand
pelijke nul).
van een asynchrone motor. De stator-
weerstand is gedefinieerd voor een
meting tussen fase en gemeenschap-
pelijke nul. In geval van fase-
fasegegevens, waarbij de
statorweerstand wordt gemeten
tussen 2 willekeurige fasen, moet u
de waarde delen door 2.
Parameter 1-37 Inductanti
Deze parameter geeft de directe
e d-as (Ld)
asinductantie van de PM-motor. De
(fase naar gemeenschap-
inductantie van de d-as is gedefi-
pelijke nul).
nieerd voor een meting tussen fase
en gemeenschappelijke nul. In geval
van fase-fasegegevens, waarbij de
statorweerstand wordt gemeten
tussen 2 willekeurige fasen, moet u
de waarde delen door 2.
3
3
Fe
) aan,
s
47