Parameterbeschrijving
t [s]
2000
1000
600
500
3
3
400
300
200
100
60
50
40
30
20
10
1,0
Afbeelding 3.10 Thermische motorbeveiliging
LET OP
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of
een KTY-sensor wordt bewaakt, wordt in geval van
kortsluiting tussen motorwikkelingen en sensor niet
voldaan aan PELV. Om aan PELV te voldoen, moet de
sensor op de juiste wijze zijn geïsoleerd.
LET OP
Danfoss adviseert een voedingsspanning van 24 V DC
voor de thermistor.
LET OP
De ETR-timerfunctie werkt niet als
parameter 1-10 Motorconstructie = [1] PM, niet-uitspr. SPM.
LET OP
Voor een juiste werking van de ETR-functie moet de
instelling in parameter 1-03 Koppelkarakteristiek geschikt
zijn voor de toepassing (zie de beschrijving bij
parameter 1-03 Koppelkarakteristiek).
56
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
HVAC Drive FC 102
3.3.13.1 Aansluiting PTC-thermistor
fOUT = 1 x f M,N
fOUT = 2 x f M,N
fOUT = 0,2 x f M,N
IM
IMN
Afbeelding 3.11 PTC-profiel
Bij gebruik van een digitale ingang en 10 V als voeding:
Voorbeeld: de frequentieregelaar wordt uitgeschakeld (trip)
wanneer de motortemperatuur te hoog is.
Parametersetup:
•
•
Afbeelding 3.12 Aansluiting PTC-thermistor – digitale ingang
Bij gebruik van een analoge ingang en 10 V als voeding:
Voorbeeld: de frequentieregelaar wordt uitgeschakeld (trip)
wanneer de motortemperatuur te hoog is.
Parametersetup:
•
•
Stel parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging in op
[2] Thermistoruitsch.
Stel parameter 1-93 Thermistorbron in op [6] Dig.
ingang 33.
Stel parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging in op
[2] Thermistoruitsch.
Stel parameter 1-93 Thermistorbron in op [2] Anal.
ingang 54.
MG11CE10