Parameterbeschrijving
1-77 Max startsnelh compressor [tpm]
Range:
Functie:
LET OP
Size
[ 0 -
related
par.
*
Parameter 1-77 Max startsnelh
4-13
compressor [tpm] heeft geen effect als
RPM]
parameter 1-10 Motorconstructie = [1]
PM, niet-uitspr. SPM.
De parameter maakt een hoog startkoppel
mogelijk. Dit is een functie waarbij de
stroomgrens en de koppelbegrenzing bij het
starten van de motor worden genegeerd. De
tijd vanaf het moment dat het startsignaal
wordt gegeven tot aan het moment dat het
toerental de in deze parameter ingestelde
waarde overschrijdt, wordt een startzone waar
de stroomgrens en de motorkoppelingsbe-
grenzing zijn ingesteld op de maximaal
haalbare waarden voor de combinatie van
frequentieregelaar en motor. Deze parameter is
gewoonlijk ingesteld op dezelfde waarde als
parameter 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]. Als
de waarde is ingesteld op nul is de functie
niet actief.
In deze startzone is parameter 3-82 Aanlooptijd
bij start actief in plaats van
parameter 3-40 Ramp 1 type om tijdens de
start extra te versnellen en om de tijd te
beperken waarbij de motor onder het
minimale toerental voor de toepassing werkt.
De tijd zonder bescherming van de
stroomgrens en de koppelbegrenzing mag de
in parameter 1-79 Max starttijd compressor tot
uitsch ingestelde waarde niet overschrijden. Als
de waarde in parameter 1-79 Max starttijd
compressor tot uitsch wordt overschreden,
wordt de frequentieregelaar uitgeschakeld en
wordt Alarm 18, Start mislukt gegenereerd.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd om
een snelle start te realiseren, wordt ook
parameter 1-86 Uitsch lg snelh [tpm]
geactiveerd om de toepassing te beschermen
tegen een werking onder het minimale
motortoerental, bijvoorbeeld bij de
stroomgrens.
Deze functie maakt een hoog startkoppel en
het gebruik van een snelle aanlooptijd bij het
starten mogelijk. Om te zorgen voor een
goede opbouw van een hoog koppel tijdens
de start kunnen diverse aanpassingen worden
gerealiseerd door goed gebruik te maken van
startvertraging, startsnelheid en startstroom.
MG11CE10
Programmeerhandleiding
1-78 Max startsnelh compressor [Hz]
Range:
Size
related
*
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
LET OP
[ 0 -
par.
Parameter 1-78 Max startsnelh
4-14
compressor [Hz] heeft geen effect als
Hz]
parameter 1-10 Motorconstructie = [1]
PM, niet-uitspr. SPM.
De parameter maakt een hoog startkoppel
mogelijk. Dit is een functie waarbij de
stroomgrens en de koppelbegrenzing bij het
starten van de motor worden genegeerd. De
tijd vanaf het moment dat het startsignaal
wordt gegeven tot aan het moment dat het
toerental de in deze parameter ingestelde
waarde overschrijdt, wordt een startzone waar
de stroomgrens en de motorkoppelingsbe-
grenzing zijn ingesteld op de maximaal
haalbare waarden voor de combinatie van
frequentieregelaar en motor. Deze parameter is
gewoonlijk ingesteld op dezelfde waarde als
parameter 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]. Als
de waarde is ingesteld op nul is de functie niet
actief.
In deze startzone is parameter 3-82 Aanlooptijd
bij start actief in plaats van
parameter 3-41 Ramp 1 aanlooptijd om tijdens
de start extra te versnellen en om de tijd te
beperken waarbij de motor onder het minimale
toerental voor de toepassing werkt. De tijd
zonder bescherming van de stroomgrens en de
koppelbegrenzing mag de in
parameter 1-79 Max starttijd compressor tot
uitsch ingestelde waarde niet overschrijden. Als
de waarde in parameter 1-79 Max starttijd
compressor tot uitsch wordt overschreden,
wordt de frequentieregelaar uitgeschakeld en
wordt Alarm 18, Start mislukt gegenereerd.
Wanneer deze functie wordt geactiveerd om
een snelle start te realiseren, wordt ook
parameter 1-86 Uitsch lg snelh [tpm] geactiveerd
om de toepassing te beschermen tegen een
werking onder het minimale motortoerental,
bijvoorbeeld bij de stroomgrens.
Deze functie maakt een hoog startkoppel en
het gebruik van een snelle aanlooptijd bij het
starten mogelijk. Om te zorgen voor een goede
opbouw van een hoog koppel tijdens de start
kunnen diverse aanpassingen worden
gerealiseerd door goed gebruik te maken van
startvertraging, startsnelheid en startstroom.
3
3
53