Parameterbeschrijving
13-40 Logische regel Boolean 1
Array [6]
Option:
3
3
[43]
Toets OK
[44]
Toets Reset
[45]
Toets links
[46]
Toets rechts
[47]
Toets omhoog
[48]
Toets omlaag
[50]
Comparator 4
[51]
Comparator 5
[60]
Log. regel 4
[61]
Log. regel 5
[70]
SL time-out 3
[71]
SL time-out 4
[72]
SL time-out 5
[73]
SL time-out 6
[74]
SL time-out 7
[76]
Dig. ingang X30/2
[77]
Dig. ingang X30/3
[78]
Dig. ingang X30/4
[80]
Geen flow
[81]
Droge pomp
[82]
Einde curve
[83]
Band defect
[90]
ECB omv.modus
[91]
ECB bypassmodus
[92]
ECB testmodus
[100] Brandmodus
122
®
VLT
HVAC Drive FC 102
Functie:
(trip) maar niet geblokkeerd is en
een automatische reset wordt
gegenereerd.
Deze logische regel is TRUE als de
[OK]-toets wordt ingedrukt.
Deze logische regel is TRUE als de
[Reset]-toets wordt ingedrukt.
Deze logische regel is TRUE als [◄]
wordt ingedrukt.
Deze logische regel is TRUE als [►]
wordt ingedrukt.
▲
Deze logische regel is TRUE als [
wordt ingedrukt.
▼
Deze logische regel is TRUE als [
wordt ingedrukt.
Gebruik het resultaat van comparator
4 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van comparator
5 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische
regel 4 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van logische
regel 5 in de logische regel.
Gebruik het resultaat van timer 3 in
de logische regel.
Gebruik het resultaat van timer 4 in
de logische regel.
Gebruik het resultaat van timer 5 in
de logische regel.
Gebruik het resultaat van timer 6 in
de logische regel.
Gebruik het resultaat van timer 7 in
de logische regel.
Zie parameter 13-15 RS-FF Operand S,
parameter 13-16 RS-FF Operand R.
Danfoss A/S © 10/2015 Alle rechten voorbehouden.
13-41 Logische regel operator 1
Array [6]
Option:
Functie:
Selecteer de eerste logische operator die moet
worden gebruikt voor de booleaanse ingangen
uit parameter 13-40 Logische regel Boolean 1 en
parameter 13-42 Logische regel Boolean 2.
De parameternummers tussen vierkante haken
verwijzen naar de booleaanse ingangen van
parameters in hoofdstuk 3.13 Parameters: 13-**
Hoofdmenu – Smart Logic.
[0] UITGESCH.
Negeert:
]
]
[1] AND
Evalueert de uitdrukking [13-40] AND [13-42].
[2] OR
Evalueert de uitdrukking [13-40] OR [13-42].
[3] AND NOT
Evalueert de uitdrukking [13-40] AND NOT
[13-42].
[4] OR NOT
Evalueert de uitdrukking [13-40] OR NOT
[13-42].
[5] NOT AND
Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] AND
[13-42].
[6] NOT OR
Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] OR
[13-42].
[7] NOT AND
Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] AND NOT
NOT
[13-42].
[8] NOT OR
Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] OR NOT
NOT
[13-42].
13-42 Logische regel Boolean 2
Array [6]
Option:
[0]
FALSE
[1]
TRUE
[2]
Actief
[3]
Binnen bereik
[4]
Op referentie
[5]
Koppelbegrenzing
[6]
Stroombegr.
[7]
Buiten stroombereik
•
Parameter 13-42 Logische regel Boolean
2.
•
Parameter 13-43 Logische regel
operator 2.
•
Parameter 13-44 Logische regel Boolean
3.
Functie:
Selecteer de tweede booleaanse
ingang (TRUE of FALSE) voor de
geselecteerde logische regel.
Zie parameter 13-40 Logische regel
Boolean 1 voor een beschrijving van
de mogelijke opties en hun functie.
MG11CE10