Handelingen in de sectie Centralogic
● De zendniveaus van een kanaal naar alle
MIX-bussen/MATRIX-bussen aanpassen
In het scherm OVERVIEW kunt u het veld TO MIX/TO
MATRIX gebruiken om signalen van een kanaal naar de
MIX-bussen en MATRIX-bussen te versturen. Dit veld
bevat de volgende items.
1 Knop TO MIX/TO MATRIX SEND LEVEL
Past het zendniveau aan van het signaal dat van het
ingangskanaal naar elke MIX-bus/MATRIX-bus wordt
verstuurd. Druk op de knop van de gewenste bus om
deze te selecteren en gebruik de multifunctionele
encoders 1–8 om de waarde aan te passen.
Als de zendbron een ingangskanaal is moet u eerst de
zendbestemmingsbussen selecteren (MIX-bussen of
MATRIX-bussen). Gebruik de knop TO MIX/TO
MATRIX van het scherm SELECTED CHANNEL
VIEW (→ pag. 82) om deze selectie te maken. Het
scherm wijzigt als volgt afhankelijk van de bussen die
u selecteert .
Als er MIX-bussen
als zendbestemming
zijn geselecteerd
Druk nogmaals op de geselecteerde knop en het pop-
upvenster MIX SEND/MATRIX SEND (8 ch) ver-
schijnt, afhankelijk van de zendbestemmings bussen
die u hebt geselecteerd. Dit pop-upvenster bevat aan/
uit-schakelaars voor de signalen die van het kanaal
naar de corresponderende bussen worden verstuurd en
laat u het verzendpunt selecteren (PRE of POST).
(Voor details over het pop-upvenster → pag. 212.)
Als de zendbestemmings-MIX-bus of -MATRIX-bus
is ingesteld op stereo, werkt de linker van de twee
aangrenzende knoppen als de knop TO MIX PAN of
TO MATRIX PAN (of als de knop BALANCE als het
zendbronkanaal stereo is).
Knop TO MIX PAN/
TO MATRIX PAN
92
M7CL Gebruikershandleiding
1
Als er MATRIX-bussen
als zendbestemming
zijn geselecteerd
Deze knoppen passen de panning tussen twee bussen aan
die zijn ingesteld op stereo. (Voor een stereokanaal pas-
sen ze de volumebalans aan van het linker- en rechter-
kanaal die naar de twee bussen worden verstuurd.)
B Knop TO MIX SEND ON/OFF
Dit zijn aan/uit-schakelaars voor het signaal dat van
het ingangskanaal naar de MIX-bussen wordt ver-
stuurd. Deze knoppen worden alleen getoond als de
zendbron een ingangskanaal is en de zendbestemming
een MIX-bus van het type FIXED is.
Om de aan/uit-status om te schakelen van het signaal dat
van het kanaal naar MIX-bussen van het type VARI of naar
MATRIX-bussen wordt verstuurd, drukt u nogmaals op de
geselecteerde knop om het pop-upvenster MIX SEND/
MATRIX SEND te openen. (Als alternatief kunt u ook het
scherm SELECTED CHANNEL VIEW gebruiken.)
● De zendniveaus van alle MIX-kanalen naar
een MATRIX-bus aanpassen
In het scherm OVERVIEW kunt u tegelijkertijd het zend-
niveau aanpassen van de signalen die van alle MIX-
kanalen naar elk van de MATRIX-bussen wordt verstuurd.
Gebruik hiervoor de toets [MATRIX] van de sectie
NAVIGATION KEYS om de MATRIX-kanalen 1–8 aan
de sectie Centralogic toe te wijzen. Het scherm
OVERVIEW toont dan het veld FROM MIX. Dit veld
bevat de volgende items.
1 Knop FROM MIX SEND LEVEL
Voor elke MATRIX-bus toont dit het zendniveau van de
signalen die van MIX-kanalen 1–16 worden verstuurd.
Druk op de knop om deze te selecteren en gebruik de
multifunctionele encoders 1–8 om de waarde aan te
passen.
Als u op de geselecteerde knop drukt verschijnt het
pop-upvenster MATRIX SEND (8 ch). In dit pop-
upvenster kunt u de aan/uit-status omschakelen van
het signaal dat van een bepaald MIX-kanaal naar
MATRIX-bussen 1–8 wordt verstuurd en de zend-
positie selecteren (PRE/POST). (Gebruik de
knoppen in het venster om MIX-kanalen te selecteren.
Voor details over het pop-upvenster → pag. 64.)
2
1
/
-