Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha M7CL Gebruikershandleiding pagina 172

Inhoudsopgave

Advertenties

Over de interne effecten
C Veld effecttype
Dit toont de naam van het effect, de naam van het type
dat wordt gebruikt en een afbeelding. Het aantal
ingangs-/uitgangskanalen (1 IN/2 OUT of 2 IN/2
OUT) van dit effect wordt ook getoond. Als u op dit
veld drukt verschijnt het pop-upvenster EFFECT
TYPE waardoor u het effecttype kunt selecteren.
D Knop EFFECT CUE
Deze knop schakelt de uitgang van het momenteel
getoonde effect op afluisteren (cue-monitor). Deze
cue-functie werkt alleen terwijl dit scherm wordt
weergegeven. De cue wordt automatisch geannuleerd
als u naar een ander scherm schakelt.
E Veld speciale parameters
Dit toont de speciale parameters die slechts tot enkele
effecttypen behoren.
F Knop BYPASS
Deze knop omzeilt tijdelijk het effect.
G Ingangs-/uitgangsmeters
Deze geven het niveau aan van de signalen voor en na
het effect.
H Effectparameterveld
Dit gebied toont de parameters van het momenteel
geselecteerde effecttype. Als u op een knop in dit veld
drukt kunt u de multifunctionele encoders gebruiken
om de corresponderende horizontale rij knoppen te
regelen.
I Rekselectietabs
Deze tabs schakelen tussen de rekken 1–8.
3
Om te het effecttype te wijzigen drukt u op
het veld effecttype om het pop-upvenster
EFFECT TYPE te openen.
Druk op een nieuw effecttype om deze te selecteren.
TIP
• U kunt ook het effecttype wijzigen door een library-instelling
terug te roepen.
OPMERKING
• Effecttypen 'HQ.PITCH' en 'FREEZE' kunnen alleen in rek 5
of 7 worden gebruikt. Zelfs als u deze twee effecttypen
kopieert kunt u ze niet in rek 6 of 8 plakken.
4
Om de effectparameters te bewerken drukt u
op een knop in het effectparameterveld om
deze te selecteren en draait u aan de corres-
ponderende multifunctionele encoder.
172
M7CL Gebruikershandleiding
TIP
• Raadpleeg het aanvullende materiaal aan het eind van deze
handleiding voor details over de parameters van elke effect-
type ( → pag. 229).
5
Bewerk zonodig de instellingen in het veld
speciale parameters.
Bij enkele effecttypen verschijnen er parameters zoals
volgend in het veld speciale parameters.
● TEMPO
Dit wordt getoond als er een effect van het tempotype of
modulatietype is geselecteerd.
1
1 Knop MIDI CLK
Als u deze knop aanzet wordt de parameter BPM van
dat effect ingesteld om overeen te komen met het
tempo van de MIDI-timingclock die via de MIDI-
poort binnenkomt.
● PLAY/REC
Dit wordt getoond als FREEZE als effecttype is geselec-
teerd.
1
1 Knop PLAY / knop REC
Deze knoppen worden gebruikt om op te nemen
(sample) en terug te spelen als het effect FREEZE
wordt gebruikt. Raadpleeg "Het effect Freeze gebrui-
ken" (→ pag. 175) voor details over hoe u dit kunt
gebruiken.
● SOLO
Dit wordt getoond als M.BAND DYNA. of M.BAND
COMP. als effecttype is geselecteerd.
1
1 Knoppen HIGH/MID/LOW
Deze knoppen geven alleen de geselecteerde frequ-
entiebanden door (meerdere keuzes zijn mogelijk).
B Versterkingsreductiemeters
Deze tonen de hoeveelheid versterkingsreductie voor
elke band.
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave