3
Druk op de tab USER LEVEL om de pagina
USER LEVEL op te roepen.
Als u als systeembeheerder bent ingelogd kunt u naar
de pagina USER LEVEL for GUEST schakelen en het
gebruikersniveau voor het gastaccount bekijken en
wijzigen.
Deze pagina bevat de volgende items.
1 CH OPERATION
Hier u kunt u (per kanaal) de handelingen aangeven
die zijn toegestaan voor ingangskanalen, uitgangs-
kanalen en DCA-groepen. De instellingen worden op
het momenteel geselecteerde kanaal toegepast. Het
kanaalweergaveveld toont de instellingen voor het
geselecteerde kanaal. Gebruik de [SEL]-toetsen van
het paneel om het kanaal te selecteren waarvoor u
instellingen wilt maken.
• HA ...................Beperkt de bediening van de HA
(voorversterker) die naar dat kanaal
is gepatcht.
• PROCESSING
...........Beperkt de bediening van alle
parameters voor de signaalbewer-
king van dat kanaal (met uitzonde-
ring van de schuif en toets [ON]).
TIP
• Raadpleeg de appendix (pag. 252) voor de kanaalpara-
meters die onderdeel uitmaken van PROCESSING.
• FADER / ON....Beperkt de bediening van de schuif
en [ON]-toets van dat kanaal.
• SET BY SEL ... Als deze knop aanstaat kan er met
één handeling een groep van meer-
dere kanalen op dezelfde instellin-
gen worden ingesteld. Zet deze knop
aan om kanalen te selecteren en
druk vervolgens op het paneel op de
[SEL]-toetsen van de gewenste
kanalen. Als u de instelling van enig
kanaal in de groep wijzigt, geldt de
wijziging voor alle kanalen in de
groep Kanalen met dezelfde instel-
lingen worden met dezelfde kleur in
het kanaalweergaveveld getoond.
B CURRENT SCENE
Dit geeft de handelingen aan die op het huidige scène-
geheugen kunnen worden uitgevoerd.
• INPUT PATCH / NAME
...........Handelingen voor ingangskanaal-
patching en namen wijzigen wor-
den beperkt.
• OUTPUT PATCH / NAME
...........Handelingen voor uitgangskanaal-
patching en namen wijzigen wor-
den beperkt.
• BUS SETUP ...Handelingen voor businstellingen
worden beperkt.
• RACK 1–8 .......Handelingen voor de rekken (1–8)
worden beperkt.
Er zijn echter geen beperkingen voor
het gebruik van de knop MIDI CLK die
voor effecten van het vertragings- en
modulatietype wordt weergegeven, of
voor de knop PLAY/REC die voor het
effect FREEZE wordt getoond.
Gebruikersniveau-instellingen
• MUTE GROUP ASSIGN / MASTER
........... Handelingen voor dempingsgroep-
toewijzing en dempingsgroepmaster
worden beperkt.
C SCENE LIST
Deze geeft de handelingen aan die met scène-
geheugens kunnen worden uitgevoerd.
• STORE / SORT-handelingen
• RECALL-handelingen
D LIBRARY LIST
Deze geeft de handelingen aan die met libraries
(bibliotheken) kunnen worden uitgevoerd.
• STORE / CLEAR-handelingen
• RECALL-handelingen
E FILE LOAD
Dit bepaalt de bestandstypen die van een USB-opslag-
apparaat kunnen worden geladen. De gebruikers-
authentificatiecode bevat het gebruikersniveau, de
gebruikerssneltoetsen en voorkeurinstellingen.
Overige gegevens worden in een 'ALL'-bestand
opgeslagen.
• USER SETUP (gebruikerssneltoetsen en voorkeur-
instellingen)
• SYSTEM SETUP / MONITOR SETUP
• CURRENT SCENE
• SCENE LIST
• LIBRARY LIST
F MONITOR SETUP
Dit geeft de monitor-instelhandelingen aan die kunnen
worden uitgevoerd.
• OSCILLATOR
• TALKBACK
G SYSTEM SETUP
Dit geeft de systeeminstelhandelingen aan die kunnen
worden uitgevoerd.
• MIXER SETUP
• OUTPUT SETUP
• MIDI
H Knop SET ALL/CLEAR ALL
Deze knop staat toe/wist alle items.
4
Geef het gebruikersniveau aan door op de
knop voor elke item te drukken dat is toe-
gestaan.
5
Sluit het pop-upvenster en druk op de knop
SETUP in het functieoproepgebied als u
klaar bent met het maken van de instellingen.
M7CL Gebruikershandleiding
18
197