Over de interne effecten
Gebruikerssneltoets-pop-upknoppen
4
Druk op de pop-upknop van de gebruikers-
sneltoets waaraan u de taptempofunctie
wilt toewijzen.
Het pop-upvenster USER DEFINED KEY SETUP
verschijnt.
5
Selecteer 'TAP TEMPO' in de kolom
FUNCTION, selecteer 'CURRENT PAGE' in
de kolom PARAMETER 1 en druk op de
knop OK.
↑
↓
Gebruik de
/
-knoppen om een item in elke kolom te
selecteren. Druk op de knop OK; de taptempo-functie
wordt toegewezen aan de gebruikerssneltoets die u in
stap 4 hebt geselecteerd en u keert terug naar de
pagina USER DEFINED KEY SETUP.
TIP
• Als u "CURRENT PAGE" aangeeft in de kolom PARAMETER
1 kan de taptempofunctie voor het momenteel weergegeven
effect(rek) worden gebruikt.
• Als u 'RACK x' (x=5–8) aangeeft in de kolom PARAMETER 1,
kan de taptempofunctie alleen voor een bepaald effect(rek)
worden gebruikt.
• Raadpleeg "Gebruikerssneltoetsen" ( → pag. 200) voor meer
over gebruikerssneltoetsen.
6
Druk in het functieoproepgebied op de knop
RACK om het venster VIRTUAL RACK op te
roepen en gebruik de tab GEQ/EFFECT om
het veld GEQ/EFFECT weer te geven.
174
M7CL Gebruikershandleiding
7
Druk op het rek waarin het effect is geplaatst
dat u wilt regelen.
Het pop-upvenster GEQ/EFFECT verschijnt.
8
Druk op het effecttypeveld om het pop-
upvenster EFFECT TYPE te openen, en
selecteer een effecttype dat de parameter
BPM bevat.
De parameter BPM is onderdeel van de effecttypen met
vertraging en modulatie, en kan worden gebruikt om de
vertragingstijd en modulatiesnelheid aan te geven.
TIP
• Raadpleeg het aanvullende materiaal aan het eind van deze
handleiding voor details over de parameters van elke effect-
type ( → pag. 229).
9
Druk in het gewenste tempo herhaaldelijk
op de gebruikerssneltoets waaraan u de
taptempofunctie hebt toegewezen.
De gemiddelde interval (BPM) waarmee u op de toets
drukt wordt berekend en de waarde vindt u terug in de
parameter BPM.
De gemiddeld interval wordt ingevoerd
(het gemiddelde van a, b en c)
a
b
Eerst tik
Tweede tik
TIP
• Als de gemiddelde waarde buiten het bereik van 20–300
BPM ligt, wordt het genegeerd.
• Als u de knop MIDI CLK in het veld speciale parameters
aanzet, wijzigt de waarde van de parameter BPM overeen-
komstig het tempo van de MIDI-timingclock die via de MIDI-
poort binnenkomt.
Parameter BPM
c
Derde tik
Vierde tik