Besturingswijzigingen gebruiken om parameters te besturen
U kunt MIDI-besturingswijzigings-boodschappen gebruiken om aangegeven events (schuif-/encoder-
handelingen, toets [ON]-aan/uit-handelingen, enz.) op de M7CL te regelen. Deze eigenschap kan
worden gebruikt om schuif- en toetshandelingen op een MIDI-sequencer of andere extern apparaat
op te nemen en deze gegevens later terug te spelen.
U kunt op een van de volgende twee manieren besturingswijzigingen gebruiken om events te regelen.
● Besturingswijzigingen gebruiken
Deze methode maakt gebruik van typische besturingswijzigingen (besturingsnummers 1–31, 33–95, 102–119). U kunt
vrijelijk een event aan elk besturingsnummer toewijzen.
● NRPN (Niet Geregistreerd Parameter-Nummer) gebruiken
Deze methode maakt gebruik van een speciaal type besturingswijzigings-boodschappen, NRPN genaamd.
NRPN maakt gebruik van besturingswijziging-nummers 99 en 98 om de MSB (Most Significant Byte) en LSB (Least
Significant Byte) aan te geven van het parameternummer, en de daaropvolgend verstuurde besturingswijzigings-
boodschappen met besturingswijzigingsnummer 6 (of 6 en 38) om de waarde van die parameter aan te geven.
Het event dat aan elke combinatie van MSB en LSB is toegewezen is vooraf-vastgelegd en kan niet worden gewijzigd.
TIP
• Raadpleeg de appendix ( → pag. 249) voor details over de events die aan de NRPN-boodschappen zijn toegewezen.
1
Sluit de M7CL op uw externe apparaat aan.
2
Druk op de knop SETUP in het functieoproep-
gebied om het scherm SETUP op te roepen.
3
Druk in het midden van het scherm op de knop
MIDI om het pop-upvenster MIDI op te roepen.
4
Druk op de tab MIDI SETUP om de pagina
MIDI SETUP op te roepen en selecteer de
poort en het MIDI-kanaal waarop bestu-
ringswijzigingen worden verzonden en ont-
vangen, zoals beschreven in "Basis-MIDI-
instellingen" (→ pag. 182).
5
Druk op de tab CONTROL CHANGE om de
pagina CONTROL CHANGE op te roepen.
In de pagina CONTROL CHANGE kunt u aangeven
hoe besturingswijzigingen worden verzonden en ont-
vangen, en het event (schuif-/encoder- handeling, toets
[ON]-aan/uit-handeling, enz.) toewijzen aan elk
besturingsnummer. Deze pagina bevat de volgende
items.
1
3
6
Besturingswijzigingen gebruiken om parameters te besturen
1 Veld CONTROL CHANGE
(besturingswijziging)
Hier kunt u de ontvangst/verzending van besturings-
wijziging aan/uit-schakelen en aangeven of besturings-
wijzigingen weer uitgestuurd worden. Deze instelling is
gekoppeld met het veld CONTROL CHANGE van de
pagina MIDI SETUP.
B Veld CONTROL CHANGE MODE
Hier kunt u de modus instellen voor het verzenden/
ontvangen van de besturingswijzigingen. Deze instel-
ling is gekoppeld met het veld CONTROL CHANGE
MODE van de pagina MIDI SETUP.
C Lijst
Deze lijst toont het event (schuif-/encoder-handeling,
toets [ON]-aan/uit-handeling, enz.) dat aan elk van de
besturingsnummers is toegewezen.
• NO. ................. Dit geeft het besturingsnummer
• CONTROL CHANGE EVENT
........... Geeft aan/selecteert het type event
2
D Knop CLEAR ALL
Drukken op deze knop wist alle eventtoewijzingen in
de lijst.
E Knop INITIALIZE ALL
Drukken op deze knop zet alle eventtoewijzingen in de
lijst terug naar hun standaardstatus.
4
F Schuifknop
5
Deze knop verschuift de inhoud van de lijst. U kunt
multifunctionele encoder 1 gebruiken om dit te
regelen.
aan. U kunt de besturingsnummers
1–31, 33–95 en 102–119 gebruiken.
dat aan elk besturingsnummer is
toegewezen. Als u op een event
drukt verschijnt het pop-upvenster
MIDI CONTROL CHANGE, waar-
door u toewijzing van het besturings-
wijziging kunt wijzigen.
M7CL Gebruikershandleiding
17
187