■ Sectie Centralogic
In deze sectie kunt u een groep regelen van (tot) acht
kanalen of DCA-groepen die in de sectie NAVIGATION
KEYS zijn geselecteerd.
■ Sectie SCENE MEMORY/MONITOR
In deze sectie kunt u handelingen uitvoeren voor
scènegeheugen en monitoring.
1
3
1
2
3
4
5
6
2
4
1 Multifunctionele encoders
Afhankelijk van het schermtype dat momenteel is
geselecteerd, regelen deze encoders de knoppen die in het
aanraakscherm zijn geselecteerd.
B Toets [SEL]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat wordt geregeld. Als
u op deze toets drukt zodat de LED oplicht, wordt dat
kanaal voor regelen geselecteerd in de sectie SELECTED
CHANNEL en in het aanraakscherm.
C Toets [CUE]
Deze toetsen selecteren het kanaal dat via cue wordt
gemonitord. Als cue aanstaat, licht de LED op.
D Meter-LED's
Deze LED's geven het in-/uitgangsniveau aan van het
kanaal.
E Toets [ON]
Deze schakelt het kanaal aan/uit. Als een kanaal aanstaat,
licht de toets-LED op.
F Schuif
Deze past het in-/uitgangsniveau aan van het kanaal. U
kunt ook interne instellingen maken (→ pag. 163) zodat
deze schuiven worden gebruikt als regelaars om de
versterking aan te passen van elke GEQ-band.
1 SCENE MEMORY-toets [STORE]
Deze toets slaat de huidige mixparameterinstellingen op in
een daarvoor toegewezen scènegeheugen.
B SCENE MEMORY-toets [RECALL]
Deze toets roept voorheen-opgeslagen instellingen terug
van een scènegeheugen.
C SCENE MEMORY-toetsen [▲]/[▼]
Gebruik deze toetsen om het scènenummer te selecteren
dat u wilt opslaan of terugroepen. Het nummer van de
momenteel geselecteerde scène wordt in het functie-
oproepgebied getoond, rechts in het aanraakscherm. U
kunt gelijktijdig op de toetsen [▲]/[▼] drukken om terug
te keren naar het huidige scènenummer.
D Knop [MONITOR LEVEL]
Past het signaalniveau aan van de monitoruitgang. Als de
functie PHONES LEVEL LINK is aangezet in het scherm
MONITOR, past deze ook het niveau aan van de
[PHONES]-aansluiting op het bedieningspaneel.
M7CL Gebruikershandleiding
Bedieningspaneel
2
19