Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Send, Matrix On Of Matrix Send Hebt - Yamaha M7CL Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3
Gebruik de knoppen van het veld LINK
PARAMETER om de parameters te selec-
teren die worden gekoppeld (meerdere
keuzes zijn mogelijk).
De tabel hieronder geeft een overzicht van de para-
meters die u in het veld LINK PARAMETER kunt
selecteren.
Knop HA
Knop EQ
Knop DYNAMICS 1, 2
Knop MIX ON
Knop MIX SEND
Knop MATRIX ON
Knop MATRIX SEND
Knop FADER
Knop CH ON
TIP
• Als u dynamiekprocessor 1 en 2 voor twee of meer ingangs-
kanalen koppelt, worden de parameterwaarden gekoppeld,
maar de key-in-signalen niet.
Raadpleeg "Dynamiekprocessors gebruiken" ( → pag. 108)
voor meer over dynamiekprocessors.
• Als u de knop EQ of knop DYNAMICS 1, 2 aanschakelt wor-
den de libraryterugroep-handelingen ook gekoppeld.
4
Als u in stap drie de knoppen MIX ON, MIX

SEND, MATRIX ON of MATRIX SEND hebt

aangeschakeld, gebruik dan de knoppen
van het veld SEND PARAMETER om de
bus(sen) aan te geven waarvan u de hande-
lingen wilt koppelen (meerdere keuzes zijn
mogelijk).
De tabel hieronder geeft een overzicht van de para-
meters die u in het veld SEND PARAMETER kunt
selecteren.
Knoppen MX 1–16
MT-knoppen 1–8
OPMERKING
• Als er niets in het veld SEND PARAMETER is geselecteerd,
zijn zenden aan/uit en het zendniveau niet gekoppeld.
5
Houd, om kanalen te koppelen, de [SEL]-
toets van het koppel-broningangskanaal
ingedrukt en druk de [SEL]-toets van het
koppel-bestemmingskanaal er bij in.
De waarden van de parameters die u in stap 3 en 4 hebt
geselecteerd worden dan van de koppelbron naar het
koppelbestemmingskanaal gekopieerd.
Achtereenvolgend gebruik van de parameters die u in
stap 3 en 4 heb geselecteerd, wordt gekoppeld tussen
kanalen die tot dezelfde koppelgroep behoren.
Voorversterkerinstellingen
EQ-instellingen
(inclusief ATT/HPF)
Dynamiekprocessor 1- en 2-
instellingen
Aan/uit-status van signalen die
naar de MIX-bussen worden
verstuurd
Zendniveaus van signalen
die naar de MIX-bussen
worden verstuurd
Aan/uit-status van signalen
die naar de MATRIX-bussen
worden verstuurd
Zendniveaus van signalen
die naar de MATRIX-bussen
worden verstuurd
Schuifhandelingen
[ON]-toetshandelingen
MIX-bussen 1–16
MATRIX-bussen 1–8
De functie Channel Link (kanaalkoppeling)
De huidige koppelstatus wordt in het kanaalweergave-
veld van het venster getoond.
TIP
• Houd, als u drie of meer kanalen wilt koppelen, de [SEL]-
toets van de koppelbron ingedrukt en drukt achtereenvolgens
de [SEL]-toets in van elk kanaal dat u aan de koppelgroep wilt
toevoegen.
• Als u op de [SEL]-toets drukt van een kanaal dat tot een
koppelgroep behoort waardoor deze oplicht, zullen de [SEL]-
toetsen van alle kanalen die tot dezelfde koppelgroep beho-
ren gaan knipperen.
• Als u een INPUT-kanaal aan een ST IN-kanaal koppelt, wor-
den parameters die in een ST IN-kanaal niet aanwezig zijn
genegeerd.
6
Houd, als u een nieuw kanaal aan een
bestaande koppelgroep wilt toevoegen, een
willekeurige [SEL]-toets binnen de groep
ingedrukt en druk op de [SEL]-toets van het
kanaal dat u aan de groep wilt toevoegen.
TIP
• Als het koppelbestemmingskanaal reeds aan een andere
koppelgroep is toegewezen, wordt zijn toewijzing aan de
voorgaande groep geannuleerd en wordt het kanaal
toegevoegd aan de nieuw toegewezen groep.
7
Houd, om een kanaal uit een koppelgroep
te verwijderen, een willekeurige [SEL]-toets
in binnen dezelfde koppelgroep en druk op
de [SEL]-toets van het kanaal dat u wilt
verwijderen.
M7CL Gebruikershandleiding
11
121

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave