Handelingen in de sectie SELECTED CHANNEL
● De uitgangspatching wijzigen
(alleen uitgangskanalen)
Gebruik de pop-upknop in het veld PATCH om de uitgangs-
patching in het scherm SELECTED CHANNEL VIEW te
wijzigen.
Als u op de pop-upknop drukt, verschijnt het pop-upvenster
PATCH/NAME, waardoor de uitgangspoort kunt selecteren
en de kanaalnaam en het kanaalpictogram kunt aangeven.
(Voor details over het pop-upvenster → pag. 98 . )
● Dynamiekprocessorinstellingen maken
Gebruik het veld DYNAMICS 1/DYNAMICS 2 van het
scherm SELECTED CHANNEL VIEW of de
[DYNAMICS 1]-/[DYNAMICS 2]-encoders van de sectie
SELECTED CHANNEL, om de dynamiekprocessor voor
het momenteel geselecteerde kanaal te bewerken.
OPMERKING
• Het veld DYNAMICS 2 van het scherm SELECTED CHANNEL
VIEW en de encoder [DYNAMICS 2] van de sectie SELECTED
CHANNEL werken alleen als er een ingangskanaal is
geselecteerd.
Het veld DYNAMICS 1/DYNAMICS 2 van het scherm
SELECTED CHANNEL VIEW bevat de volgende items.
2
1
1 Knop THRESHOLD
Deze geeft de instelling aan van de parameter
THRESHOLD van een gate of compressor. Gebruik
de [DYNAMICS 1]-/[DYNAMICS 2]-encoders van de
sectie SELECTED CHANNEL om de instelling te
bewerken.
B Indicator OVER
Deze licht op als het uitgangsniveau van de dynamiek-
processor het oversturingspunt bereikt.
C Niveaumeter
Deze geeft een grafische balkindicatie weer van het
signaalniveau dat wordt ingevoerd in de dynamiek-
processor (aan=groen, uit=grijs) en de hoeveelheid
versterkingsreductie (oranje). De instelling
THRESHOLD wordt numeriek en als verticale lijn
weergegeven.
D DYNAMICS ON/OFF-knoppen
Deze knoppen zetten de dynamiekprocessors 1/2
aan/uit.
E Parameterknoppen
Deze knoppen geven de waarden van alle parameters
behalve THRESHOLD weer.
84
M7CL Gebruikershandleiding
3
4
5
Om de dynamiekprocessorinstellingen te bewerken zet u
de knop DYNAMICS ON/OFF aan en gebruikt u de
[DYNAMICS 1]/[DYNAMICS 2]-encoders van de sectie
SELECTED CHANNEL om de parameter THRESHOLD
aan te passen.
Als u andere parameters dan THRESHOLD wilt bewerken
of bestaande gegevens terug wilt roepen van de library,
drukt u op een willekeurige plaats in het veld om het pop-
upvenster DYNAMICS 1/DYNAMICS 2 op te roepen.
(Voor details over het pop-upvenster → pag. 108.)
● HPF/EQ-instellingen maken
Gebruik het veld HPF van het scherm SELECTED
CHANNEL VIEW of de encoder [HPF] van de sectie
SELECTED CHANNEL (alleen ingangskanalen) om de
HPF van het momenteel geselecteerde kanaal te bewerken.
Het veld HPF van het scherm SELECTED CHANNEL
VIEW bevat de volgende items.
1
1 Knop FREQUENCY
Geeft de cutofffrequentie (afsnijfreq.) aan van de HPF.
B Knop HPF ON/OFF
Schakelt de HPF aan/uit.
Om de HPF te bewerken zet u de HPF ON/OFF aan en
gebruikt u de encoder [HPF] van de sectie SELECTED
CHANNEL om de cutofffrequentie aan te passen.
Om de EQ van het momenteel geselecteerde kanaal te
bewerken, gebruikt u het veld EQ van de functie
SELECTED CHANNEL VIEW of de encoders EQ [Q],
EQ [FREQUENCY] en EQ [GAIN] van de sectie
SELECTED CHANNEL. Het veld EQ van het scherm
SELECTED CHANNEL VIEW bevat de volgende items.
2
1
1 Knoppen Q/FREQUENCY/GAIN
Deze knoppen geven de Q, FREQUENTIE (midden-
frequentie) en GAIN (hoeveelheid versterking/ver-
zwakking) aan voor elke band (LOW, LOW-MID,
HIGH-MID en HIGH).
2
3