F Veld CONTROL CHANGE
(besturingswijziging)
Hier kunt u instellingen maken voor de verzending en
ontvangst van besturingswijzigingen.
• Knop Tx ..........Schakelt de verzending van
besturingswijzigingen aan/uit.
• Knop Rx .........Schakelt de ontvangst van
besturingswijzigingen aan/uit.
• Knop ECHO
...........Selecteert of binnenkomende
besturingswijzigingen weer via de
MIDI-zendpoort worden uitgestuurd.
G Veld CONTROL CHANGE MODE
Hier kunt u de modus instellen voor het verzenden/
ontvangen van de besturingswijzigingen.
• Knop NRPN
...........Als deze knop aanstaat worden de
mixparameters van de M7CL
verzonden/ontvangen als NRPN-
boodschappen op één MIDI-kanaal
(modus NRPN).
• Knop TABLE
........... Als deze knop aanstaat worden de
mixparameters van de M7CL
verzonden/ontvangen als
besturingswijzigings-boodschappen
op één MIDI-kanaal (modus TABLE).
H Veld PARAMETER CHANGE
Hier kunt u instellingen maken voor de verzending/
ontvangst van systeemexclusief-boodschappen
(parameterwijzigingen).
• Knop Tx ..........Schakelt de verzending van
parameterwijzigingen aan/uit.
• Knop Rx .........Schakelt de ontvangst van
parameterwijzigingen aan/uit.
• Knop ECHO
...........Selecteert of binnenkomende
parameterwijzigingen weer via de
MIDI-zendpoort worden uitgestuurd.
I Veld OTHER COMMAND
Hier kunt u aangeven hoe andere MIDI-bood-
schappen dan programmawijzigingen, besturings-
wijzigingen en parameterwijzigingen (dat wil zeggen
boodschappen zoals noot-aan/uit en MIDI-
timingclock) worden ontvangen.
• Knop ECHO
...........Selecteert of andere MIDI-bood-
schappen die worden ontvangen
weer via de MIDI-zendpoort worden
uitgestuurd.
4
Druk op de poortselectie-pop-upknop Tx
(verzenden) of Rx (ontvangen) om de poort
aan te geven die wordt gebruikt voor het
verzenden of ontvangen van elk type MIDI-
boodschap.
Het pop-upvenster MIDI SETUP voor het selecteren
van de poort verschijnt. Handelingen in dit venster zijn
hetzelfde voor zowel Tx (verzenden) als Rx (ontvan-
gen) en bevatten de volgende items.
1
1 Veld TERMINAL
Selecteer de poort die MIDI-boodschappen moet ont-
vangen of verzenden.
U kunt uit de volgende items kiezen.
Item
NONE
Er wordt geen poort gebruikt.
De aansluitingen MIDI IN (Rx) / OUT (Tx) op het
MIDI
achterpaneel
REMOTE
De aansluiting REMOTE op het achterpaneel
Een kaart die seriële verzending ondersteunt en
die in slot 1–3 op het achterpaneel is geïnstalleerd
SLOT 1–3
(MY8-mLAN is geldig in SLOT 1 en MY16-C is
geldig in SLOT 1–3)
B Geen PORT NO.
Als u SLOT 1–3 selecteert in het veld TERMINAL,
kies dan poortnummer 1–8 in dit veld. (Het aantal
beschikbare poorten is afhankelijk van de geïnstal-
leerde kaart.)
De momenteel beschikbare kaart is alleen geldig voor
poort 1.
5
Geef het type poort en het poortnummer aan.
↑
↓
Gebruik de
/
-knoppen om een item te selecteren.
Druk op de knop OK om de geselecteerde poort te be-
vestigen en het pop-upvenster MIDI SETUP te sluiten.
TIP
• U kunt ook een poort selecteren door op de betreffende poort-
naam in het veld te drukken of door op het veld te drukken
waardoor het wordt gemarkeerd en vervolgens aan een van de
multifunctionele encoders draaien om de poort te selecteren.
6
Druk op de kanaalselectie-pop-upknop om
het kanaal aan te geven waarop MIDI-bood-
schappen worden verzonden of ontvangen.
Het pop-upvenster MIDI SETUP voor het selecteren
van het kanaal verschijnt. Handelingen in dit venster
zijn hetzelfde voor zowel Tx (verzenden) als Rx (ont-
vangen) en bevatten de volgende items.
1
M7CL Gebruikershandleiding
Basis-MIDI-instellingen
2
Uitleg
17
183