Scènegeheugens bewerken
Scènegeheugen bewerken
De in het scènegeheugen opgeslagen scènes kunnen naar
andere scènenummers worden gekopieerd/geplakt of wor-
den gewist (leeg gemaakt).
1
Druk op het veld SCENE in het functie-
oproepgebied.
Het venster SCENE LIST verschijnt, waarin u ver-
scheidene aan scènegeheugen gerelateerde handelin-
gen kunt uitvoeren. Scènegeheugens worden bewerkte
via de knoppen die boven in het venster SCENE LIST
worden getoond.
De knoppen hebben de volgende functie.
1
2
1 Knop COPY
Kopieert een scène naar een geheugenbuffer (een
tijdelijk opslaggebied). Raadpleeg "Een scène
kopiëren/plakken" die volgt voor details over hoe u dit
kunt gebruiken.
B Knop PASTE
Deze knop plakt een scène (daarvoor gekopieerd naar
de geheugenbuffer) in een andere scènenummer.
Raadpleeg "Een scène kopiëren/plakken" die volgt
voor details over hoe u dit kunt gebruiken.
C Knop CLEAR
Deze knop wist de geselecteerd scène. Raadpleeg
"Een scène wissen" (→ pag. 133) voor details over hoe
u dit kunt gebruiken.
D Knop CUT
Knipt een scène en plaats het in de geheugenbuffer.
Scènes volgend op het geknipte scènenummer worden
naar voren verplaatst. Raadpleeg "Een scène knippen"
(→ pag. 134) voor details over hoe u dit kunt gebrui-
ken.
E Knop INSERT
Voegt een scène uit de geheugenbuffer tussen op de
plaats van een ander scènenummer. Scènenummers
volgend op de invoegpositie worden naar achteren
verplaatst. Raadpleeg "Een scène tussenvoegen" (→
pag. 134) voor details over hoe u dit kunt gebruiken.
F Knop UNDO
Deze knop annuleert de recentst uitgevoerde scène-
bewerkingshandeling. Als u per ongeluk een belang-
rijk scène hebt gewist, kunt u op de toets drukken om
terug te keren naar de staat van voordat de scène werd
bewerkt.
OPMERKING
• De knop UNDO kan niet worden gebruikt als tegelijk
meerdere scènes worden bewerkt.
2
Voer de gewenste bewerkingshandeling uit.
Raadpleeg de volgende uitleg voor details over de
procedure.
132
M7CL Gebruikershandleiding
3
4
5
6
Een scène kopiëren/plakken
Zo kunt u een scène naar het buffergeheugen kopiëren en
vervolgens naar een ander scènenummer plakken.
1
Druk op het veld SCENE in het functie-
oproepgebied.
Het venster SCENE LIST verschijnt.
2
Draai aan een van de multifunctionele
encoders om het scènenummer te selec-
teren dat gekopieerd moet worden en druk
vervolgens op de knop COPY.
Er verschijnt een dialoogvenster dat u om een
bevestiging van de kopieerhandeling vraagt.
3
Druk op de knop OK om het kopiëren uit te
voeren.
De scène die u in stap 2 hebt geselecteerd wordt in het
buffergeheugen opgeslagen.
OPMERKING
• Let op dat als u een andere scène kopieert/knipt voordat u
plakt, de andere scène in het buffergeheugen wordt over-
schreven.
• U kunt niet meerdere scènes selecteren om te kopiëren.
4
Draai aan een van de multifunctionele
encoders om het scènenummer te
selecteren waar u wilt plakken en druk ver-
volgens op de knop PASTE.
Er verschijnt een dialoogvenster dat u om een
bevestiging van de plakhandeling vraagt.
TIP
• U kunt meerdere scènes selecteren om naar te plakken. Zet
hiervoor de knop MULTI SELECT aan en draai aan een
multifunctionele encoder, of druk op de multifunctionele
encoder terwijl u eraan draait. Dezelfde inhoud wordt dan in
alle geselecteerde scènes geplakt.
• Een gekopieerde scène kan ook worden tussengevoegd ( →
pag. 134).
OPMERKING
• Als er niets in het buffergeheugen is opgeslagen is de knop
PASTE niet beschikbaar.