EQ gebruiken
C Knop FLAT
Deze knop zet de GAIN-parameters van alle banden
terug naar de standaardwaarde (0,0 dB). Als u op deze
knop drukt verschijnt er een bevestigingsdialoog-
venster.
D Knop HIGH shelving
Als deze knop aanstaat, werkt de band HIGH EQ als
een EQ van het type shelving. In dit geval wordt de
knop Q van de band HIGH niet getoond.
E Laagdoorlaatfilterknop
Als deze knop aanstaat werkt de band HIGH EQ als
een laagdoorlaatfilter. In dit geval wordt de knop Q
van de band HIGH niet getoond en de knop GAIN
werkt als aan/uit-schakelaar voor het laagdoorlaat-
filter.
F Knop EQ ON/OFF
Schakelt de EQ aan/uit.
G Niveaumeter
Deze meters tonen de peakniveaus voor en na de EQ.
Als het signaal voor of na de EQ clipt, licht het
segment OVER op. Als het corresponderende kanaal
stereo is (een ST IN-kanaal, een MIX-/MATRIX-
kanaal dat op stereo is ingesteld of het STEREO-
kanaal), worden de niveaumeters voor twee kanalen
getoond.
H EQ-curve
Deze curve toont bij benadering de respons van de
EQ-parameters. Er wordt een aanwijzer bij de peak
van elke band aangegeven. De responscurve wijzigt
als u de knoppen Q, FREQUENCY of GAIN van de
banden gebruikt. Als de EQ of het hoogdoorlaatfilter
actief is, wordt de responscurve verlicht aangegeven.
I Knop ATT
Deze knop past de hoeveelheid verzwakking/
versterking onmiddellijk voor de ingang van de EQ
aan, in een bereik van -96 dB tot +24 dB. Gebruik dit
om niveauveranderingen die door de EQ worden
geproduceerd te compenseren. U kunt multifunctio-
nele encoder 1 gebruiken om dit te regelen.
J Knop HPF, knop HPF ON/OFF
(alleen ingangskanalen)
Hier kunt u het hoogdoorlaatfilter aan/uit-schakelen
dat zich na de verzwakker en voor de EQ bevindt en
zijn cutofffrequentie (afsnijfrequentie) aanpassen. U
kunt multifunctionele encoder 2 gebruiken om de
cutofffrequentie aan te passen in een bereik van
20–600 Hz.
K Knoppen Q/FREQUENCY/GAIN
Deze knoppen passen de Q, FREQUENCY (midden-
frequentie) en GAIN (hoeveelheid versterking/ver-
zwakking) aan voor elke band (LOW, LOW-MID,
HIGH-MID en HIGH). Druk op een knop om de band
te selecteren die u wilt regelen en gebruik multifunc-
tionele encoders 3–8 om aanpassingen te maken.
106
M7CL Gebruikershandleiding
L
L Hoogdoorlaatfilterknop
(alleen uitgangskanalen)
Als deze knop aanstaat werkt de band LOW EQ als
hoogdoorlaatfilter. In dit geval wordt de knop Q van de
band LOW niet getoond en de knop GAIN werkt als
aan/uit-schakelaar voor het hoogdoorlaatfilter.
[Pop-upvenster ATT/HPF/EQ (8 ch)]
Dit toont de EQ-instellingen van de in- of uitgangs-
kanalen in groepen van acht kanalen tegelijk.
Gebruik de encoders van de sectie SELECTED CHANNEL
om de EQ-instellingen te bewerken. Via dit venster kunt u
de ATT- en HPF-instellingen van alle acht kanalen zien .
1
2
3
4
5
1 Kanaalselectieknop
Dit geeft het kanaalnummer, het voor dat kanaal
geselecteerde pictogram en de kanaalnaam aan. Druk
op deze knoppen om het kanaal te selecteren dat u wilt
kopiëren of plakken, of om meerdere kanalen te
selecteren.
B EQ-curve
Deze minicurve toont bij benadering de respons van de
EQ-parameters. U kunt op de EQ-curve drukken om
naar het éénkanaalsvenster van het geselecteerde kanaal
te schakelen. Als de EQ of het hoogdoorlaatfilter actief
is, wordt de responscurve verlicht aangegeven.
C Knop EQ ON/OFF
Schakelt de EQ aan/uit.
D Knop ATT
Deze knop past de hoeveelheid verzwakking/verster-
king aan voor het signaal de EQ binnengaat. U kunt op
de knop ATT drukken om deze te selecteren en vervol-
gens de multifunctionele encoders 1–8 gebruiken om
aanpassingen te maken.
E Knop HPF, knop HPF ON/OFF (alleen
ingangskanalen)
Deze regelaars schakelen het hoogdoorlaatfilter aan/
uit en passen zijn cutofffrequentie aan. U kunt op de
knop HPF drukken om deze te selecteren en vervol-
gens de multifunctionele encoders 1–8 gebruiken om
aanpassingen te maken.