Inhoudsopgave
Advertenties
K Veld STATUS
Dit veld geeft de status aan van elke scène. Voor
scènes waarbij in de functie Fade (→ pag. 135) iets
anders dan de knop ALL is geselecteerd en voor
scènes waarin de functie Fade is ingeschakeld (→
pag. 139) zullen respectievelijk de indicaties 'FOCUS'
en 'FADING' verlicht zijn.
L TIME STAMP
Dit geeft de datum en tijd aan waarop de scène voor
het laatst is opgeslagen, in jaar/maand/dag en uren/
minuten/seconden.
M Veldselectietabs
Deze tabs schakelen de velden die in de rechterhelft
van het venster SCENE LIST worden getoond.
Raadpleeg "De functie Focus gebruiken" (→ pag. 135)
voor details over het veld Focus en "De functie Fade
gebruiken" (→ pag. 139) voor details over het veld
Fade Time (fadetijd).
3
Draai aan een van de multifunctionele
encoders op het bedieningspaneel om een
scènenummer te selecteren.
De blauw gemarkeerde regel in de scènelijst geeft het
scènenummer aan dat momenteel voor gebruik is
geselecteerd.
TIP
• U kunt ook de SCENE MEMORY-toetsen [ ▲ ]/[▼] gebruiken
om scènenummers te selecteren.
• De handeling die plaats zal vinden als u op de SCENE
MEMORY-knoppen [ ▲ ]/[▼] drukt (of het nummer omhoog of
omlaag zal gaan of dat de lijst zelf omhoog of omlaag zal
gaan) kan worden aangegeven in het scherm PREFERENCE
in het veld SCENE UP/DOWN.
4
Druk op een van de kolomnamen 'NO.',
'TITLE', 'COMMENT' of 'TIME STAMP'
boven aan de scènelijst om de lijst te
sorteren.
De lijst wordt als volgt gesorteerd, afhankelijk van de
plaats waar u op drukte.
1
2
1 NO.
Gesorteerd op scènenummer.
B TITLE
Gesorteerd op naam (numeriek/alfabetisch).
C COMMENT
Gesorteerd op opmerking (numeriek/alfabetisch).
D TIME STAMP
Gesorteerd op aanmaakdatum.
TIP
• Door nogmaals op dezelfde plaats te drukken kunt u de rich-
ting wijzigen (oplopend of aflopend) waarin de lijst wordt
gesorteerd.
3
4
5
Als u de naam of de opmerking van een
scène wilt bewerken, drukt u op het veld
TITLE of het veld COMMENT van de scène
het pop-upvenster SCENE STORE op te
roepen.
Raadpleeg "Namen opgeven" (→ pag. 30) voor details
over het opgeven van tekst.
1
1 Veld SCENE TITLE
U kunt op dit veld drukken om deze te selecteren en
een naam op te geven voor de scène (maximaal 16
lettertekens).
B Veld COMMENT
U kunt op dit veld drukken om deze te selecteren en
een opmerking voor de scène op te geven. (Maximaal
32 lettertekens.)
TIP
• U kunt de naam of opmerking van een alleen-lezen-scène of
een schrijfbeveiligde scène niet bewerken.
6
Druk om de beveiligingsinstelling aan/uit te
schakelen op het beveiligingssymbool.
Er wordt een beveiligingssymbool weergegeven bij
schrijfbeveiligde scènes; deze scènes kunnen niet wor-
den overschreven.
OPMERKING
• Het symbool R bij scènenummer 000 kan niet worden
uitgeschakeld.
7
Gebruik de toolknoppen om het
scènegeheugen te bewerken.
Raadpleeg voor details het gedeelte "Scènegeheugen
bewerken" dat volgt.
M7CL Gebruikershandleiding
Scènegeheugens bewerken
2
12
131
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
