4
Gebruik de multifunctionele encoders 1–8
om het zendniveau aan te passen van de
signalen die van de tot acht MIX-kanalen
naar de geselecteerde MATRIX-bus worden
verstuurd.
U kunt zonodig de navigatietoetsen en de [SEL]-
toetsen van de sectie Centralogic gebruiken om van
zendbestemmingskanaal te wisselen.
TIP
• Als u het geluid wilt beluisteren dat naar een bepaalde
MATRIX-bus wordt verstuurd, gebruik dan de navigatie-
toetsen om het corresponderende MATRIX-kanaal in de
sectie Centralogic op te roepen en druk op de [CUE]-toets
van dat MATRIX-kanaal.
5
Druk nogmaals op de knop TO MATRIX
SEND LEVEL binnen de vette omlijning, als
u gedetailleerde instellingen wilt maken
voor MATRIX-verzendingen.
Als u nogmaals op de momenteel geselecteerde TO
MATRIX SEND LEVEL-knop drukt, verschijnt het
pop-upvenster MATRIX SEND. Het venster bevat de
volgende items.
3
4
5
6
1 SEND TO
Dit geeft het nummer, de kanaalnaam en het pictogram
van de MATRIX-bus aan, die momenteel als de zend-
bestemming voor signalen is geselecteerd.
B Knoppen ← / →
Gebruik deze knoppen om tussen zendbestemmings-
MATRIX-bussen te schakelen.
C Kanaalselectieknop
Dit geeft het kanaalnummer, het voor dat kanaal
geselecteerde pictogram en de kanaalnaam aan. Als u
op deze knop drukt wordt dat kanaal geselecteerd voor
bediening en de corresponderende [SEL]-toets zal
oplichten.
D Knop PRE
Deze knop selecteert de locatie waarvandaan het
signaal van het MIX- of STEREO/MONO-kanaal naar
de MATRIX-bus wordt verzonden. Het signaal wordt
van de positie na de schuif verzonden als deze knop is
uit, en van de positie voor de schuif als deze knop
aanstaat.
E Knop TO MATRIX SEND ON/OFF
Dit is een aan/uit-schakelaar voor het signaal dat van
het MIX- of STEREO/MONO-kanaal naar de
MATRIX-bus wordt verstuurd.
Signalen van MIX-kanalen en STEREO/MONO-kanalen naar MATRIX-bussen versturen
1
2
7 8
F Knop TO MATRIX SEND LEVEL
Dit past het zendniveau aan van het signaal dat van het
MIX- of STEREO/MONO-kanaal naar de MATRIX-
bus wordt verstuurd. Gebruik de multifunctionele
encoders 1–8 om het niveau aan te passen.
Als de zendbestemmings-MATRIX-bus is ingesteld op
stereo, worden de knop TO MATRIX PAN (bij een
stereo-MIX-kanaal of het STEREO-kanaal de knop
TO MATRIX BALANCE) en knop TO MATRIX
SEND LEVEL op deze plaats getoond.
G Knop ALL PRE
Deze knop stelt PRE in als de positie waarvandaan het
signaal van alle kanalen naar de MATRIX-bus wordt
verstuurd.
H Knop ALL POST
Deze knop stelt POST in als de positie waarvandaan
het signaal van alle kanalen naar de MATRIX-bus
wordt verstuurd.
6
Gebruik de TO MATRIX SEND ON/OFF-knop-
pen om de signalen te aan/uit te schakelen
die van de MIX- en STEREO/MONO-kanalen
naar de momenteel geselecteerde MATRIX-
bus worden verstuurd.
7
U kunt zonodig de knop PRE gebruiken om
de locatie te selecteren waarvandaan het
signaal van elk kanaal naar de MATRIX-bus
wordt verstuurd.
8
Herhaal de stappen 3–6 om het zendniveau
voor andere MATRIX-bussen op dezelfde
manier aan te passen.
M7CL Gebruikershandleiding
6
77