Dempingsgroepen gebruiken
5
Kies 'MUTE MASTER' in de kolom FUNCTION
en kies 'MUTE GROUP x' (waarbij 'x' het
dempingsgroepnummer is) in de kolom
PARAMETER 1. Druk vervolgens op de knop
OK.
/
↑
↓
Gebruik de
-knoppen of de multifunctionele enco-
ders om een item in elk van de kolommen te selec-
teren. Als u op de knop OK drukt wordt de functie
demping aan/uit voor de aangegeven dempingsgroep
aan de gebruikerssneltoets toegewezen, die u hebt
geselecteerd in stap 4, en keert u terug naar de pagina
USER DEFINED KEYS.
TIP
• Raadpleeg "Gebruikerssneltoetsen" ( → pag. 200) voor meer
over gebruikerssneltoetsen.
6
Wijs op dezelfde manier de functie demping
aan/uit voor andere dempingsgroepen toe
aan een andere gebruikerssneltoets.
118
M7CL Gebruikershandleiding
7
Druk, als u klaar bent met functies toe-wij-
zen aan gebruikerssneltoetsen, op het
×
symbool "
" om de pagina USER DEFINED
KEYS te sluiten.
8
Druk in het functieoproepgebied op de knop
SETUP om het scherm SETUP te sluiten.
9
Druk op de gebruikerssneltoets [1]–[12] die
aan de gewenste dempingsgroep is toe-
gewezen om een dempingsgroep te dem-
pen.
De LED van de gebruikerssneltoets licht op en alle
kanalen die tot geselecteerde dempingsgroep behoren,
worden gedempt. De [ON]-toets van de gedempte
kanalen knipperen dan. U kunt meer dan één
gebruikerssneltoets aanzetten om meerdere dempings-
groepen te dempen.
10
Om een dempingsgroep uit te schakelen
drukt u op de gebruikerssneltoets die u in
stap 9 aanschakelde.
TIP
• Zelfs als een kanaal aan een dempingsgroep is toegewezen,
wordt deze niet beïnvloed door het gebruik van de gebruikers-
sneltoets als de toets [ON] van dat kanaal al uitstaat.
• Als u de toewijzing aan de gebruikerssneltoets annuleert
wordt de betreffende dempingsgroep teruggezet naar de
ongedempte status.
Als, na synchronisatie met M7CL Editor, het systeem offline
gaat, worden dempingsgroepen die niet aan gebruikers-
sneltoetsen zijn toegewezen automatisch van demping
afgehaald.