Aanpassen van de schuiven (kalibratiefunctie)
Aanpassen van de schuiven (kalibratiefunctie)
Afhankelijk van de omgeving waarin u de M7CL gebruikt, kan er discrepantie plaatsvinden in de
beweging van de gemotoriseerde schuiven. U kunt de kalibratiefunctie gebruiken om deze
discrepanties te corrigeren.
1
Zet de M7CL aan terwijl u de SCENE
MEMORY-toets [STORE] op het paneel
ingedrukt houdt.
Na het openingsscherm verschijnt het volgende
scherm met het opstartmenu.
2
Druk op de knop FADER CALIBRATION.
Het scherm FADER CALIBRATION MODUS
verschijnt, waar u de schuiven kunt afstellen.
De kalibratie word semi-automatisch uitgevoerd voor
de aangegeven schuiven (INPUT, ST IN, Centralogic-
schuiven, STEREO/MONO). Dit venster verschijnt
ook als er een probleem in de schuifinstellingen wordt
gedetecteerd terwijl de M7CL wordt gebruikt.
3
Druk op een [SEL]-toets om de schuiven
aan te geven die u wilt kalibreren.
Schuiven waarbij bij het opstarten een probleem is
gedetecteerd zijn reeds geselecteerd.
4
Druk op de knop START.
Er verschijnt een bevestigingspop-upvenster.
218
M7CL Gebruikershandleiding
5
Druk op de knop OK in het dialoogvenster.
6
Elk van de aangegeven schuiven beweegt
in de volgende volgorde naar de doel-
posities. Beweeg de schuif handmatig naar
de juiste positie.
∞
1 -
(helemaal naar beneden)
B -20 dB
C 0 dB
D +10 dB (helemaal naar boven)
7
Druk op de knop [OK] als u de
schuifposities hebt aangepast.
De procedure gaat door met de volgende schuifpositie.
8
Herhaal de stappen 6–7 om de schuiven
voor de posities (1) tot en met (4) aan te
passen.
9
Druk op de knop APPLY als de kalibratie is
voltooid en de knop RESTART niet ver-
schijnt.
De kalibratie-instellingen worden opgeslagen in het
interne geheugen.
Als de knop RESTART verschijnt is de kalibratie niet
gelukt. Druk op de knop RESTART om de kalibratie
nogmaals uit te voeren.
10
Druk op de knop EXIT.
De M7CL start op in de normale werkingsmodus.
TIP
• U kunt ook verdergaan door een ander menu te selecteren in
plaats van op de knop EXIT te drukken.