Signaal van een ingangskanaal naar een MIX-bus versturen
D Knop PRE
Deze knop schakelt de positie waarvandaan het signaal
van het ingangskanaal wordt verzonden naar een MIX-
bus van het type VARI. Het signaal wordt van de posi-
tie na de schuif verzonden als deze knop is uit, en van
de positie voor de schuif als deze knop aanstaat.
E Knop TO MIX SEND ON/OFF
Dit zijn aan/uit-schakelaars voor het signaal dat van de
ingangskanalen naar de MIX-bus wordt verstuurd.
F Knop TO MIX SEND LEVEL
Dit scherm toont de zendniveaus van de signalen die
van de ingangskanalen naar de MIX-bus worden ver-
stuurd. Gebruik de multifunctionele encoders 1–8 om
het niveau aan te passen.
Als de zendbestemmings-MIX-bus is ingesteld op
stereo, worden de knop TO MIX PAN (bij een ST IN-
kanaal de knop TO MIX BALANCE) en de knop TO
MIX SEND LEVEL op deze plaats getoond.
G Knop ALL PRE
Deze knop selecteert PRE als de positie waarvandaan
signalen van alle ingangskanalen naar de MIX-bussen
van het type VARI worden verstuurd.
H Knop ALL POST
Deze knop selecteert POST als de positie waarvan-
daan signalen van alle ingangskanalen naar de MIX-
bussen van het type VARI worden verstuurd.
6
Gebruik de knoppen TO MIX SEND ON/OFF
om de signalen aan/uit te schakelen die van
de ingangskanalen naar de momenteel
geselecteerde MIX-bus worden verstuurd.
7
Gebruik zonodig de PRE-knoppen om de
locatie van het signaal te selecteren dat van
elk ingangskanaal naar een MIX-bus van
het type VARI wordt gestuurd.
TIP
• Als de knop PRE aanstaat, kunt u ook PRE EQ (onmiddellijk
voor de verzwakker) of PRE FADER (onmiddellijk voor de
schuif) selecteren voor elke MIX-bus. Deze instelling wordt
in het pop-upvenster BUS SETUP gemaakt ( → pag. 212).
• De knop PRE wordt niet getoond voor MIX-bussen van het
type FIXED.
8
Herhaal de stappen 3–6 om het zendniveau
voor andere MIX-bussen op dezelfde
manier aan te passen.
64
M7CL Gebruikershandleiding
Via de schuiven
(modus SENDS ON FADER)
Zo kunt u via de schuiven van het bedieningspaneel het
signaal aanpassen dat van alle ingangskanalen naar een
bepaalde MIX-bus wordt verzonden.
1
Zorg ervoor dat er een uitgangspoort aan
elke MIX-bus is toegewezen waarnaar u
signalen wilt verzenden en dat uw monitor-
systeem of externe effect, enz., is aange-
sloten op de corresponderende uitgangs-
poort.
Raadpleeg pag. 95 voor details over het toewijzen van
een uitgangspoort aan een MIX-bus. Raadpleeg
pag. 39 voor details over het aansluiten van een extern
apparaat.
2
Druk op de knop SENDS ON FADER in het
functieoproepgebied.
De M7CL schakelt naar de modus SENDS ON
FADER. De laatst geselecteerde groep MIX-bussen
wordt aan de sectie Centralogic toegewezen. De
schuiven van de sectie INPUT en ST IN bewegen naar
de zendniveauwaarden van elk kanaal voor de
momenteel geselecteerde MIX-bus.
In de modus SENDS ON FADER toont het functie-
oproepgebied in de display knoppen voor het
selecteren van de zendbestemmings-MIX-bus.
1 MIX-busselectieknoppen
Deze knoppen selecteren de zendbestemmings-MIX-
bus. De knoppen worden gekoppeld als twee MIX-
bussen op stereo zijn ingesteld.
3
Gebruik de MIX-busselectieknoppen in het
functieoproepgebied om de zend-
bestemmings-MIX-bus te selecteren.
TIP
• U kunt ook een MIX-bus selecteren met de
navigatietoetsen of de [SEL]-toetsen van de sectie
Centralogic.
• Als u nogmaals op de momenteel geselecteerde MIX-bus-
selectieknop drukt, wordt de monitoring van het correspon-
derende MIX-kanaal aangeschakeld. Deze methode is
handig als u het signaal wilt beluisteren dat naar de
geselecteerd MIX-bus wordt verstuurd.
1