Inhoudsopgave
Advertenties
De functie Fade gebruiken
5
Gebruik de multifunctionele encoders die
overeenkomen met de FADE TIME-knoppen
om de fadetijd aan te passen.
Het bereik is 0,0 sec – 60,0 sec
Druk op de knop CLOSE om het pop-upvenster FADE
TIME te sluiten als u klaar bent het maken van de
instellingen.
TIP
• De fadetijd die u hier aangeeft wordt voor alle kanalen en
DCA-groepen gebruikt die u in stap 4 hebt geselecteerd.
6
Druk op de knop FADING om de fadefunctie
te activeren.
De instelling fade aan/uit wordt voor elke scène
afzonderlijk gemaakt.
TIP
• Scènes waarvoor fade-instellingen zijn gemaakt bevatten de
indicatie 'FADING' in het veld STATUS van het venster
SCENE LIST.
7
Een scène terugroepen waarvoor de fade-
functie is aangezet.
De schuiven beginnen zich onmiddellijk te verplaatsen
na het terugroepen en bereiken de waarde van de
teruggeroepen scène in de aangegeven fadetijd.
OPMERKING
• De instellingen van de fadefunctie kunnen afzonderlijk wor-
den toegepast, zelfs als de schuiven via Channel Link
(kanaalkoppeling) zijn gekoppeld.
TIP
• Door een bewegende schuif te stoppen terwijl u de
corresponderende [SEL]-toets ingedrukt houdt, kunt u de
fadehandeling van de schuif op die positie beëindigen.
• Als u dezelfde scène terugroept terwijl de schuiven bewegen,
worden de schuiven van alle kanalen en DCA-groepen
onmiddellijk op hun doelpositie geplaatst.
140
M7CL Gebruikershandleiding
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
