Functies die aan gebruikerssneltoetsen kunnen worden toegewezen
FUNCTIE
PARAMETER 1
NO ASSIGN
—
INC RECALL
DEC RECALL
SCENE
DIRECT RECALL
RECALL UNDO
STORE UNDO
TALKBACK ON
TALKBACK
SELECTED CH ASSIGN
OSCILLATOR ON
OSCILLATOR
SELECTED CH ASSIGN
CUE CLEAR
—
MONITOR ON
SELECTED CH ASSIGN
MONITOR
SOURCE SELECT
DIMMER ON
MONO MONITOR
EFFECT BYPASS
RACK 5–8
CURRENT PAGE
TAP TEMPO
RACK 5–8
MUTE MASTER
MUTE GROUP 1–8
METER
PEAK HOLD ON
BRIGHTNESS
BANK CHANGE
PAGE BOOKMARK
PAGE CHANGE
CLOSE POPUP
CH SELECT
INC, DEC
SEND ENCODER
TO MIX/TO MATRIX
SET [+48V]
SET [Ø]
SET [PRE SEND]
SET BY SEL
SET [TO STEREO]
SET [TO MONO]
SET [TO LCR]
SET DEFAULT VALUE
—
SET NOMINAL LEVEL
—
SENDS ON FADER
MIX1–16
Functies die aan gebruikerssneltoetsen kunnen worden toegewezen
PARAMETER 2
—
Geen toewijzing.
—
Roept de scène op met het eerstvolgende bestaande nummer.
—
Roept de scène op met het voorgaande bestaande nummer.
SCENE #000–#300
Roept direct de scène op met het aangegeven nummer.
—
Voert RECALL UNDO (terugroepen ongedaan maken) uit.
—
Voert STORE UNDO (opslaan ongedaan maken) uit.
LATCH
Schakelt TALKBACK aan/uit.
UNLATCH
Zet TALKBACK aan terwijl u deze ingedrukt houdt.
Druk op een SEL-toets van een uitgangskanaal terwijl u deze
toets ingedrukt houdt, om de toewijzing aan/uit te schakelen.
—
Gedurende deze tijd, is de [SEL]-LED aan als de toewijzing op
ON staat, en uit als de teowijzing OFF is.
Schakelt de OSC aan/uit.
—
Het pop-upvenster OSC verschijnt als deze is aangezet.
Druk op een SEL-toets van een uitgangskanaal terwijl u deze
toets ingedrukt houdt, om de toewijzing aan/uit te schakelen.
—
Gedurende deze tijd, is de [SEL]-LED aan als de toewijzing op
ON staat, en uit als de teowijzing OFF is.
—
Wis alle CUE-instellingen in één keer.
—
Schakelt MONITOR aan/uit.
Druk op de SEL-toets van een MIX- of MATRIX terwijl u deze
toets ingedrukt houdt, om de toewijzing aan/uit te schakelen.
—
Gedurende deze tijd, is de [SEL]-LED aan als de toewijzing op
ON staat, en uit als de toewijzing OFF is.
STEREO L/R, MONO(C), LCR,
Legt het geselecteerde signaal voor de monitor vast.
STIN1–4, DEFINE
—
Schakelt de monitordimfunctie aan/uit.
—
Schakelt MONO MONITOR aan/uit.
—
Omzeilt het aangegeven effect.
—
Gebruik de taptempofunctie in het getoonde scherm.
—
Gebruik de taptempofunctie voor het aangegeven effect.
—
Schakelt MUTE GROUP MASTER aan/uit.
—
Zet de PEAK HOLD-functie van de meter aan/uit.
—
Schakel tussen de BRIGHTNESS-instellingen opgeslagen in A en B.
Onthoudt het momenteel geselecteerde scherm (houdt de
toets twee seconde of langer ingedrukt), of toont het laatst-
—
onthouden scherm (druk minder dan twee seconde op de
toets). Pop-upschermen kunt ook worden onthouden. In het
geval van een rek wordt ook het nummer van dat rek onthouden.
—
Sluit het getoonde pop-upvenster.
—
Selecteert het eerstvolgende lagere kanaal.
Als INPUT of ST IN is geselecteerd, schakelt de functie van de
—
zend-encoders van de sectie SELECTED CHANNEL van TO
MIX naar TO MATRIX.
—
—
Houd deze toets ingedrukt en druk op SEL om deze aan/uit te
—
schakelen.
Gedurende deze tijd is de [SEL]-LED verlicht als deze aan is en
—
donker als deze uit is.
—
—
Druk terwijl u deze toets ingedrukt houdt op een encoder van
—
het geselecteerde kanaal of de sectie Centralogic om deze
naar de standaardwaarde terug te zetten.
Druk terwijl u deze toets ingedrukt houdt op een [SEL]-toets om
—
de schuif van een kanaal op het nominale niveau in te stellen.
—
Roept de functie SENDS ON FADER op voor de geselecteerde MIX.
Uitleg
M7CL Gebruikershandleiding
253