Ovenfunctie
Onderwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de bereidings-
tijd, als het voedingsmiddel aan de onderkant brui-
ner moet worden.
Grill
Voor het grilleren van platte stukken vlees en voor
bruineren. Het gehele verwarmingselement (voor de
bovenwarmte/grill) wordt roodgloeiend. Het verwar-
mingselement levert de infraroodstraling die voor het
grilleren nodig is.
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met een grotere dia-
meter, zoals een kip. U kunt met lagere temperaturen
werken dan bij "Grill ", omdat de warmte meteen
over de ovenruimte wordt verdeeld.
Bruineren
Deze functie is geschikt voor kleine hoeveelheden,
zoals diepvriespizza, afbakbroodjes en uitsteekkoek-
jes, maar ook voor vleesgerechten en braadvlees. U
bespaart tot 30% energie vergeleken met de ge-
bruikelijke ovenfuncties, als u de deur tijdens de be-
reiding gesloten houdt.
Snel opwarmen
Voor het snel opwarmen van de ovenruimte. Wissel
vervolgens naar de ovenfunctie die u voor de berei-
ding wilt gebruiken.
Overzicht ovenfuncties
Voorgepro-
grammeerde
temperatu-
ren
190 °C
240 °C
200 °C
190 °C
160 °C
Tempera-
tuurbereik
100–280 °C
200–300 °C
100–260 °C
100–250 °C
100–250 °C
45