STARTEN EN RIJDEN
display de tekstmelding
heet Rijd langzamer
of
heet Stop auto z.s.m. Wachten op
afkoelen
verschijnt. Neem het gegeven
advies in acht en verlaag de snelheid of
breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand om de versnellingsbak te laten afkoe-
len door de motor enkele minuten stationair
te laten draaien.
•
Bij oververhitting kan de airconditioning zich-
zelf tijdelijk uitschakelen.
•
Na een zware rit moet u de motor niet
meteen afzetten, maar nog enige tijd statio-
nair laten lopen.
N.B.
Het is normaal dat de koelventilator van de
motor een tijdje werkt nadat de motor is uit-
geschakeld.
318
Rijden met een geopend(e)
Versnellingsbak
achterklep/kofferklep
Versnellingsbak
Wanneer u met een geopende achterklep rijdt,
kunnen er giftige uitlaatgassen via de bagage-
ruimte de auto in worden gezogen.
WAARSCHUWING
Rijd niet met een geopende achterklep. Via
de bagageruimte kunnen er giftige uitlaatgas-
sen in de auto worden gezogen.
Gerelateerde informatie
•
Lading vervoeren (p. 160)
Overbelasting - startaccu
De elektrische functies van de auto belasten de
startaccu (p. 403) in verschillende mate. Laat
het contactslot niet te lang achtereen in sleutel-
stand II (p. 86) staan, wanneer de auto is uitge-
schakeld. Maak in plaats daarvan gebruik van de
stand I – het stroomverbruik is dan minder.
Let er tevens op dat de verschillende accessoires
het elektrisch systeem belasten. Schakel onder-
delen/systemen die veel stroom nemen uit, wan-
neer de auto is uitgeschakeld. Voorbeelden van
dergelijke onderdelen/systemen zijn:
•
interieurventilator
•
koplampen
•
ruitenwisser
•
audiosysteem (hoog volume).
Bij een geringe startaccuspanning verschijnt op
het informatiedisplay van het instrumentenpaneel
de tekst
Accuspanning laag Spaarstand
energiebesparingsfunctie schakelt vervolgens
bepaalde onderdelen/systemen uit of verlaagt de
belasting van de accu door bijvoorbeeld de interi-
eurventilator lager te zetten en/of het audiosys-
teem uit te schakelen.
–
Laad de startaccu dan op door de auto te
starten en de motor minstens 15 minuten te
laten draaien – de startaccu wordt beter
opgeladen tijdens het rijden dan bij stilstand
met een stationair draaiende motor.
. De