KLIMAAT
Elektrische achterbankverwarming*
De verwarming voor de buitenste plaatsen van
2
de achterbank
heeft drie standen om het com-
fort voor passagiers te verhogen als het koud is.
De lampjes in de drukknoppen geven het actuele ver-
warmingsniveau aan.
Tik herhaalde malen op de knop om van niveau
te wisselen of om de functie uit te schakelen.
Er zijn drie verwarmingsniveaus met elk hun
eigen vermogen:
•
Hoogste verwarmingsniveau - er branden
drie lampjes.
•
Lagere verwarmingsniveau - er branden twee
lampjes.
•
Laagste verwarmingsniveau - er brandt één
lampje.
De elektrische achterbankverwarming vervalt als u kiest voor het geïntegreerde kinderzitje (p. 54).
2
140
•
Verwarming uitschakelen - geen van de
lampjes brandt.
WAARSCHUWING
Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor-
den gebruikt door personen die niet goed
kunnen voelen dat de temperatuur toeneemt
of die om een andere reden moeilijkheden
hebben om de elektrisch verwarmde stoel te
bedienen. Er kunnen dan namelijk brandwon-
den ontstaan.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatregeling
(p. 132)
•
Elektrisch verwarmde voorstoelen* (p. 139)
Ventilator
Houd de ventilator altijd geactiveerd om te voor-
komen dat de ruiten beslaan.
N.B.
Als de ventilator volledig uitgeschakeld is,
start de airconditioning niet – wat kans op
beslagen ruiten kan geven.
Ventilatorknop
Draai aan de knop om de venti-
latorsnelheid te verhogen of te
verlagen. Als AUTO wordt
gekozen, wordt de ventilator-
snelheid automatisch (p. 141)
geregeld. De eerder ingestelde
ventilatorsnelheid wordt
gedeactiveerd.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatregeling
(p. 132)
•
Elektronische klimaatregeling, ECC (p. 138)
* Optie/accessoire.