Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G...
Pagina 3
VÄLKOMMEN! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ont- Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om de werp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers vooropge- instructies en de onderhoudsinformatie in deze gebruikershandleiding staan.
Pagina 4
Zo kunt u gebruikersinformatie vinden Algemeen over veiligheidsgordels Geïntegreerd kinderzitje* - zitkussen omhoogklappen Digitale gebruikershandleiding in auto Veiligheidsgordel - om doen Geïntegreerd kinderzitje* - zitkussen Supportsite van Volvo Cars Veiligheidsgordel - losmaken omlaagklappen Gebruikershandleiding lezen Veiligheidsgordel - zwangerschap Kinderzitje - ISOFIX Vastlegging van gegevens Gordelwaarschuwing ISOFIX - afmetingscategorieën...
Pagina 5
Klok Interieurverlichting Brandstofmeter voor autogas* Follow Me Home-verlichting Instrumentenpaneel - licentieover- eenkomst Approach-verlichting Displaysymbolen Wissers en sproeiers Volvo Sensus Elektrisch bediende ruiten Sleutelstanden Buitenspiegels contactslotstanden - functies in ver- Ruiten en buitenspiegels - elektri- schillende standen sche verwarming Voorstoelen Achteruitkijkspiegel...
Pagina 6
KLIMAAT LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Algemene informatie over de kli- Motor- en interieurverwarming* - maatregeling direct uitschakelen Opbergmogelijkheden Werkelijke temperatuur Motor- en interieurverwarming* - timers Middenconsole Sensoren - klimaat Motor- en interieurverwarming* - Dashboardkastje meldingen Luchtkwaliteit Inlegmatten* Extra verwarming* Luchtkwaliteit - interieurfilter Make-upspiegel Extra verwarming op brandstof* Luchtkwaliteit - Clean Zone Interior...
Pagina 7
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel Typegoedkeuring - transpondersleu- Keyless Drive* - vergrendelen telsysteem Transpondersleutel - verlies Keyless Drive* - ontgrendelen Transpondersleutel - personalisering* Keyless Drive* - ontgrendelen met sleutelblad Vergrendelen/ontgrendelen - indicatie Keyless Drive* - vergrendelingsin- Vergrendelingsindicatie stellingen Elektronische startblokkering Keyless Drive* - locatie antennes Op afstand bediende startblokkering Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf met opsporingsfunctie*...
Pagina 9
STARTEN EN RIJDEN Motor starten Driver Alert Control (DAC)* - symbo- Actieve parkeerhulp (PAP)* - werking len en meldingen Motor afzetten Actieve parkeerhulp (PAP)* - beper- Rijbaanassistent (LDW)* kingen Stuurslotfout Rijbaanassistent (LDW) - functie Actieve parkeerhulp (PAP)* - symbo- Afstandsstart (ERS)* len en meldingen Rijbaanassistent (LDW) - bediening Afstandsstart (ERS) - bediening...
Pagina 10
WIELEN EN BANDEN Katalysatoren Banden - onderhoud Start/Stop* - symbolen en meldingen Zuinig rijden Banden - draairichting Rijmodus ECO* Banden - slijtage-indicator Rempedaal Rijden met een aanhanger* Banden - bandenspanning Bedrijfsrem - antiblokkeerremsysteem Rijden met een aanhanger* - hand- geschakelde versnellingsbak Wiel- en velgmaten Bedrijfsrem - noodremlichten en automatische alarmlichten...
Pagina 11
ONDERHOUD EN SERVICE Serviceprogramma van Volvo Lamp vervangen - positie lampen Bandenspanningscontrole (TPMS)* - adviezen achterzijde Afspraak maken voor servicebeurt en Lamp vervangen - kentekenplaatver- reparatie* Bandenspanningscontrole (TPMS)* - lichting bij een lage bandenspanning Inspectie en onderhoud van het Lamp vervangen - verlichting in...
Pagina 12
SPECIFICATIES ALFABETISCH REGISTER Water- en vuilafstotende laag Typeaanduidingen Alfabetisch register Roestwering Maten Interieur reinigen Gewichten Lakschade Trekgewicht en kogeldruk Motorspecificaties Motorolie - ongunstige rijomstandig- heden Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid Koelvloeistof - kwaliteit en hoeveelheid Transmissieolie - kwaliteit en hoeveelheid 446 Remvloeistof - kwaliteit en hoeveelheid Stuurbekrachtigingsvloeistof - kwaliteit Brandstoftank - inhoud...
Pagina 14
OK/ plegen via het display in de auto, via de mobiele tevens instructievideo's en MENU en kies app en op de supportsite van Volvo Cars. In het meer informatie over het Gebruikershandleiding . De dashboardkastje ligt een Quick Guide en een gebruik en het bezit van uw Volvo.
Pagina 15
Digitale gebruikershandleiding in auto plement te bestellen. Neem voor bestelling con- (p. 13) De gebruikershandleiding is weer te geven op tact op met een Volvo-dealer. Lees Gebruikers- • Supportsite van Volvo Cars (p. 16) het beeldscherm in de auto . De informatie is...
Pagina 16
INLEIDING • Zoeken - Zoekfunctie om een artikel te vin- Zoeken 3. Om over te schakelen op de invoer van cij- den. fers of speciale tekens of om te zoeken, draait u aan TUNE, totdat een van de opties • Categorieën - Alle artikelen geordend naar (zie verklaring in volgende tabel) in de lijst...
Pagina 17
INLEIDING Categorieën nen. Druk op EXIT om terug te gaan naar de Tekst invoeren met numeriek toetsenbord vorige weergave. De artikelen van de gebruikershandleiding zijn geordend naar hoofdcategorieën en ondercate- In een artikel navigeren gorieën. Hetzelfde artikel ligt mogelijk in meer- dere categorieën zodat het gemakkelijker te vin- den is.
Pagina 18
Cars rieën. Hier vindt u support voor zaken zoals dien- Maak een persoonlijke Volvo ID aan en log in op sten en functies waarvoor internet vereist is, www.volvocars.com. Wanneer u bent ingelogd Volvo On Call*, het navigatiesysteem* en apps.
Pagina 19
Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of maken van alle mogelijkheden die uw auto biedt. opties/accessoires contact op met een Volvo- Besteed ook aandacht aan de veiligheidsinstruc- dealer. ties in de gebruikershandleiding.
Pagina 20
INLEIDING Voetnoot Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade In de gebruikershandleiding komt informatie voor in de vorm van een voetnoot onder aan de pagina. Deze informatie vormt een aanvulling op de tekst waar het nummer van de voetnoot naar verwijst.
Pagina 21
(p. 26) met daarin een cijfer gebruikt. Hetzelfde cij- • fer wordt gehanteerd in de positielijst bij de Supportsite van Volvo Cars (p. 16) afbeelding, met een beschrijving van de weergegeven objecten.
Pagina 22
30 seconden of korter. Deze kunnen tijdens normale rijomstandigheden Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in De EDR in deze auto is zodanig geconstrueerd gegevens vastleggen, maar vooral wanneer deze...
Pagina 23
Volvo ID aanmaken Voor optimale werking van moet de elektronische uitrusting gemonteerd worden op dat deel van de Om een Volvo ID aan te maken moet u een per- voorruit waar geen warmtereflecterende film is soonlijk e-mailadres opgeven. Om de registratie aangebracht (zie gemarkeerd veld op afbeelding).
Pagina 24
Kies voor het aanmaken van een Volvo ID. • Bij een Connected Car* - Geef het e-maila- dres aan in de app die Volvo ID vereist en volg de instructies. Of druk twee keer op de verbindingsknop op de middenconsole en...
Pagina 25
Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo - de van de samenwerkingspartners dat ze aan deze Cars die van invloed is op alle activiteiten. De lucht in een Volvo is door de klimaatregeling bij- normen voldoen.
Pagina 26
De gebruikte materialen voor het interieur van Snelheden hoger dan zo'n 80 km/h (50 Efficiënte uitlaatgasreiniging een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- mph) en lager dan 50 km/h (30 mph) zorgen Uw Volvo is gebouwd volgens het concept rig getest op comfort en hypoallergeniteit.
Pagina 27
INLEIDING gereedschap om optimale milieuzorg te garande- ren. Recycling Omdat Volvo werkt vanuit een levensduurper- spectief is het ook belangrijk dat autowrakken op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled. De auto is nagenoeg geheel te recyclen. De laatste eigenaar van de auto wordt daarom verzocht con- tact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecertificeerd/erkend recyclingbedrijf.
Pagina 28
INLEIDING Milieu-aspecten van de Gelaagd glas Bi-Fuel* - een inleiding in autogas gebruikershandleiding Auto's met Bi-Fuel-motoren kunnen op autogas Het glas is verstevigd voor een verbe- De papiervezels waarvan deze publicatie of benzine rijden. Autogas kan zowel biogas als terde inbraakbeveiliging en geluidsiso- gemaakt is afkomstig zijn uit Forest Stewardship aardgas zijn.
Pagina 29
Autogas tanken* (p. 326) Na een ongeval dient u de auto eerst in een • Schakelaar voor rijden op gas* (p. 327) erkende Volvo-werkplaats te laten controleren en goedkeuren, voordat u de auto weer in • Inspectie en onderhoud van het autogassys- gebruik neemt.
Pagina 32
Volvo adviseert u daarvoor contact • gordel tijdens het rijden om hebben. De veiligheidsgordel mag niet gedraaid zit- op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. ten. Als een veiligheidsgordel aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tijdens een aanrij-...
Pagina 33
VEILIGHEID Veiligheidsgordel - om doen Op de achterbank past de borglip van de veilig- heidsgordel alleen in de bijbehorende sluiting Doe de veiligheidsgordel (p. 30) om voordat u gaat rijden. Waar u op moet letten De veiligheidsgordel is geblokkeerd en kan niet Rol de gordel langzaam af en maak deze vast verder worden uitgetrokken: door de borglip in de gordelsluiting te steken.
Pagina 34
VEILIGHEID Veiligheidsgordel - losmaken Veiligheidsgordel - zwangerschap auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen Maak de veiligheidsgordel (p. 30) pas los als de Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk de moeten kunnen komen).
Pagina 35
VEILIGHEID Gordelwaarschuwing Gordelspanners nen van een van de achterportieren ver- schijnt er een melding op het instrumenten- Wanneer iemand de veiligheidsgordel niet Alle veiligheidsgordels (p. 30) zijn uitgerust met paneel. De melding verdwijnt automatisch na draagt, gaan er waarschuwingssymbolen bran- gordelspanners.
Pagina 36
Het sym- bool kan ook duiden op een storing in de gor- delspanners, het SIPS- en het IC-systeem of op een andere storing in het systeem. Volvo adviseert u zo spoedig mogelijk contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 37
Volvo adviseert u het vervangen van de voorkomen dat u en eventuele inzittenden letsel onderdelen van de veiligheidssystemen in de aan hoofd en borstkas oplopen. auto over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats. • Neem altijd contact op met een arts.
Pagina 38
WAARSCHUWING Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel Volvo adviseert u voor reparatie contact op te (p. 30) aan de bestuurderszijde ook een airbag (p. 30) aan de passagierszijde ook een airbag nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 39
VEILIGHEID WAARSCHUWING De veiligheidsgordel en airbag werken samen. Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van invloed zijn op het effect van de airbag. Om geen letsel op te lopen wanneer de air- bag wordt opgeblazen, moet de passagier zo rechtop mogelijk zitten met de voeten op de vloer en de rug tegen de rugleuning.
Pagina 40
VEILIGHEID Passagiersairbag - activering/ Schakelaar - PACOS* (kinderen en volwassenen) veilig in de rijrich- deactivering* ting op de passagiersstoel zitten. De passagiersairbag (SRS) voorin is te deactive- ren, (p. 38) met een schakelaar als de auto is OFF - de airbag is gedeactiveerd. Met de De passagiersairbag (p.
Pagina 41
Bezoek zo spoedig sole branden die de status van de passagiers- aties voor het kind opleveren. mogelijk een werkplaats. Volvo adviseert u airbag aangeeft. daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 42
Bij een aanrijding in de zij wordt een groot deel • Volvo adviseert u de reparatie uitsluitend aan de kant van de aanrijding. van de botskracht door het SIPS (Side Impact door een erkende Volvo-werkplaats te Protection System) over balken, stijlen, vloer, laten uitvoeren.
Pagina 43
Schroef of bevestig geen onderdelen op de plafondbekleding, portierstijlen of de zijpane- len van de auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende werking verliezen. Volvo advi- seert u uitsluitend originele Volvo-onderdelen, bestemd voor montage op deze plaatsen, te gebruiken.
Pagina 44
Zo wordt de kans op zogeheten whi- plash-letsel beperkt. Functie WAARSCHUWING Voer zelf nooit wijzigingen of reparaties aan de stoel of het WHIPS-systeem uit. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. WHIPS en kinderzitjes Het WHIPS beïnvloedt de beschermende wer- king van kinderzitje en/of comfortkussen niet negatief.
Pagina 45
WHIPS vereist. Volvo Denk eraan dat u de werking van het WHIPS- adviseert om dit door een erkende Volvo- mogelijk belangrijke onderdelen zijn beschadigd systeem niet hindert.
Pagina 46
(p. 339). Verborgen schade kan de auto tijdens functie van de auto. Volvo adviseert u de auto het rijden onbestuurbaar maken, zelfs als het lijkt altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten dat u nog met de auto kunt rijden.
Pagina 47
Safety mode staat. De auto moet (p. 43) gebruik zijn. op een bergingsvoertuig worden afgevoerd. Volvo adviseert u hem te laten afvoeren naar Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen een erkende Volvo-werkplaats. altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Pagina 48
VEILIGHEID N.B. Bij vragen over de montage van kinderveilig- heidsproducten neemt u voor duidelijke aan- wijzingen contact op met de producent. Kinderslot De achterportieren en de achterportierruiten* zijn handmatig te blokkeren (p. 191) of elektronisch te blokkeren (p. 191)*, zodat ze niet meer van de binnenzijde te openen zijn.
Pagina 49
VEILIGHEID Kinderzitje N.B. WAARSCHUWING Kinderen moeten comfortabel en veilig kunnen Laat nooit een kinderzitje los in de auto zitten. Zet de bevestigingsbanden van het kinderzitje zitten. Zorg dat u het kinderzitje op de juiste niet vast aan de hendel waarmee u de voor- Bevestig het volgens de instructies voor het wijze gebruikt.
Pagina 50
Categorie 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) - tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje max. 10 kg bevestigd met ISOFIX-systeem. Categorie 0+ Typegoedkeuring: E1 04301146 max. 13 kg...
Pagina 51
Typegoedkeuring: E5 04192 bevestigingsband. Typegoedkeuring: E5 04192 Categorie 1 Tegen de rijrichting in geplaat- Tegen de rijrichting in geplaatste Volvo- ste Volvo-kinderzitje kinderzitje 9–18 kg Typegoedkeuring: E5 04212 Typegoedkeuring: E5 04212 Categorie 1 In de rijrichting geplaatste Kinderzitjes met universele goedkeuring.
Pagina 52
Typegoedkeuring: E5 04192 bevestigingsband. Typegoedkeuring: E5 04192 Categorie 2 Tegen de rijrichting in geplaat- Tegen de rijrichting in geplaatste Volvo- ste Volvo-kinderzitje kinderzitje 15–25 kg Typegoedkeuring: E5 04212 Typegoedkeuring: E5 04212 Categorie 2 Omkeerbaar Volvo-kinder-...
Pagina 53
Categorie 2/3 Volvo-comfortkussen met Volvo-comfortkussen met rugleuning Volvo-comfortkussen met rugleuning (Volvo Booster (Volvo Booster Seat with backrest). rugleuning (Volvo Booster 15–36 kg Seat with backrest). Seat with backrest). Typegoedkeuring: E1 04301169 Typegoedkeuring: E1 Typegoedkeuring: E1...
Pagina 54
U: Geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtscategorie met universele goedkeuring. UF: Geschikt voor in rijrichting geplaatste kinderzitjes in deze gewichtscategorie met universele goedkeuring. B: Geïntegreerde kinderzitjes met goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Voor kinderen in deze gewichtscategorie adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Gerelateerde informatie •...
Pagina 55
VEILIGHEID Kinderzitje - positie Sticker voor passagiersairbag Het volgende is te gebruiken: • Het gewicht en de lengte van het kind zijn bepa- een tegen de rijrichting in geplaatst kinder- lend voor de plaats van het kind in de auto en de zitje op de passagiersstoel voorin, wanneer vereiste uitrusting.
Pagina 56
VEILIGHEID Veiligheidszitje - geïntegreerd Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • kinderzitje* Kinderzitje (p. 47) Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit- • Algemene informatie over kinderveiligheid De geïntegreerde kinderzitjes op de achterbank ten of staan. (p. 45) zorgen ervoor, dat kinderen comfortabel en veilig Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- kunnen zitten.
Pagina 57
VEILIGHEID Geïntegreerd kinderzitje* - WAARSCHUWING zitkussen omhoogklappen Volvo adviseert om de reparatie of vervanging Wanneer u het geïntegreerde kinderzitje (p. 54) van het geïntegreerde kinderzitje alleen te gebruikt, moet u het zitkussen omhoogklappen. laten uitvoeren door een erkende Volvo-werk- plaats. Het kinderzitje mag niet worden aan- Het geïntegreerde kinderzitje is in twee standen...
Pagina 58
VEILIGHEID Stand 1 Stand 2 Til het zitkussen aan de voorkant op en duw het achteruit tegen het ruggedeelte aan om Trek de handgreep naar voren en omhoog Werk vanuit de onderste stand. Druk op de het te vergrendelen. om het zitkussen vrij te geven. knop.
Pagina 59
VEILIGHEID Kinderzitje - ISOFIX Geïntegreerd kinderzitje* - zitkussen omlaagklappen ISOFIX is een bevestigingssysteem voor kinder- zitjes (p. 47), gebaseerd op een internationale Wanneer u het geïntegreerde kinderzitje (p. 54) standaard. niet gebruikt, moet u het zitkussen omlaagklap- pen in de achterbank. Het zitkussen is vanuit de bovenste of onderste stand omlaag te klappen in de achterbank.
Pagina 60
Beperkte grootte (optie 1), in rij- N.B. richting geplaatst kinderzitje Volvo adviseert u contact op te nemen met Beperkte grootte (optie 2), in rij- een Volvo-werkplaats over de ISOFIX-kinder- richting geplaatst kinderzitje zitjes die Volvo aanbeveelt.
Pagina 61
VEILIGHEID ISOFIX - soorten kinderzitjes door niet op alle zitplaatsen van de verschillende modellen. Kinderzitjes kunnen net als auto's verschillende afmetingen hebben. Kinderzitjes passen daar- Type kinderzitje Gewicht Afmetingscategorie Zitplaatsen voor montage ISOFIX-kinderzitje Voorstoel Buitenste zitplaats achterbank Babyzitje, overdwars max. 10 kg Babyzitje, tegen rijrichting in max.
Pagina 62
IUF: Geschikt voor in rijrichting geplaatste ISOFIX-kinderzitjes met universele goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Zorg dat u de juiste afmetingscategorie (p. 58) kiest voor een kinderzitje met het ISOFIX-beves-...
Pagina 63
Volvo adviseert u tigingspunt vast te zetten. kleine kinderen zo lang mogelijk in een achter- stevoren gemonteerd kinderzitje te blijven vervoe- ren.
Pagina 65
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIE- NING...
Pagina 66
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto met stuur links - overzicht In het overzicht staat waar de displays en bedie- ningen van de auto zitten.
Pagina 67
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Overzicht auto's met het stuur links...
Pagina 68
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functie Functie Functie Menu- en meldings- (p. 117), Openingshandgreep – (p. 89). Stoelverstelling* functies, richtingaan- (p. 120), portier Bedieningsknoppen (p. 95), wijzers, groot licht/ (p. 104), Bedieningspaneel (p. 186), verlichting, ontgrende- (p. 320) en dimlicht, boordcompu- (p.
Pagina 69
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto met stuur rechts - overzicht In het overzicht staat waar de displays en bedie- ningen van de auto zitten.
Pagina 70
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Overzicht auto's met het stuur rechts...
Pagina 71
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functie Functie Functie Beeldscherm voor (p. 120) en Bedieningspaneel (p. 186), Alarmlichten (p. 103). infotainment en weer- Sensus Info- (p. 191), Ontgrendeling motor- (p. 383). gave van menu's tainment-sup- (p. 109) en plement. (p. 111). Contactslot (p.
Pagina 72
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel, analoog - Meters en wijzers overzicht Op het informatiedisplay van het instrumenten- paneel wordt informatie weergegeven over Op het informatiedisplay van het instrumenten- bepaalde functies van de auto en meldingen. paneel wordt informatie weergegeven over bepaalde functies van de auto en meldingen.
Pagina 73
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel, digitaal - Toerenteller. De meter geeft het motortoe- Functietest overzicht rental in duizenden omwentelingen per Alle controle- en waarschuwingssymbolen, minuut aan. behalve de symbolen in het midden van het infor- Op het informatiedisplay van het instrumenten- matiedisplay, gaan branden in contactslotstand II Schakelindicator /Schakelindicator...
Pagina 74
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meters en wijzers Toerenteller. De meter geeft het motortoe- Thema "Elegance" rental in duizenden omwentelingen per Voor het digitale instrumentenpaneel zijn ver- minuut aan. schillende thema's te kiezen. De mogelijke the- ma's zijn: "Elegance", "Eco" en "Performance". Schakelindicator /Schakelindicator .
Pagina 75
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Toerenteller. De meter geeft het motortoe- computer (p. 121) en Brandstof tanken Thema "Eco" rental in duizenden omwentelingen per (p. 321). minuut aan. Temperatuurmeter koelvloeistof motor Schakelindicator /Schakelindicator . Zie ook Snelheidsmeter Schakelindicator* (p. 293) of Automatische versnellingsbak - Geartronic* (p.
Pagina 76
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Eco guide & Power guide* Controle- en waarschuwingssymbolen Als de motor niet aanslaat of als de functietest wordt uitgevoerd in contactslotstand II, gaan bin- Eco guide en Power guide zijn twee van de nen enkele seconden alle symbolen uit, behalve meters op het instrumentenpaneel (p.
Pagina 77
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel - betekenis Actuele waarde controlelampjes Hier wordt de actuele waarde getoond; hoe gro- De controlelampjes attenderen u erop dat de bij- ter de uitslag op de schaal, hoe beter. behorende functies ingeschakeld zijn, de desbe- De actuele waarde wordt berekend op basis van treffende systemen actief zijn of dat er storingen snelheid, motortoerental, benut motorvermogen...
Pagina 78
Als er een afwijking is in een van de systemen in een werkplaats om het ABS te laten contro- de auto, gaat het informatiesymbool branden en leren. Volvo adviseert dat u daarvoor een verschijnt er een melding op het display. U verwij- Eco-systeem Aan, zie Rijmodus erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Pagina 79
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel - betekenis Als de achterklep niet goed dichtstaat, gaat het Eco-systeem aan waarschuwingssymbolen informatiesymbool branden en verschijnt er een Het symbool brandt, wanneer het Eco-systeem is verklarende afbeelding op het informatiedisplay. geactiveerd. De waarschuwingssymbolen attenderen u erop Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand dat de bijbehorende belangrijke functies/syste- Start/Stop...
Pagina 80
Storing in remsysteem uiterst voorzichtig naar een werkplaats rij- men met een werkplaats. Volvo adviseert dat u Als het symbool oplicht, is het remvloeistofpeil den om het remsysteem te laten controle- daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Pagina 81
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitentemperatuur Als u sneller dan zo'n 7 km/h (4 mph) Waarschuwing rijdt, gaat het waarschuwingssymbool Het rode waarschuwingssymbool gaat branden, Het buitentemperatuurmeterdisplay is zichtbaar branden. wanneer er een storing is geregistreerd die van op het instrumentenpaneel. invloed kan zijn op de veiligheid en/of de rijei- Als de motorkap niet goed dichtstaat, gaat het...
Pagina 82
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Dagtellers Klok Brandstofmeter voor autogas* Het dagtellerdisplay is zichtbaar op het instru- Het klokdisplay is zichtbaar op het instrumenten- De modelvariant Bi-Fuel heeft een aparte brand- mentenpaneel. paneel. stofmeter voor autogas. Dagteller, digitaal instrument. Klok, digitaal instrument. De markeringen boven de schakelaar geven het Display voor dagtellers Display voor de tijdaanduiding...
Pagina 83
Please refer to the exact terms of the licenses/lgpl-2.1.html relevant License, regarding your rights under said • GNU FriBidi licenses. Volvo Car Corporation (VCC) offers to provide the source code of said free/open source • DevIL software to you for a charge covering the cost of...
Pagina 84
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Displaysymbolen The FreeType Project License: http:// Symbool Betekenis git.savannah.gnu.org/cgit/freetype/freetype2.git/ Er worden tal van verschillende displaysymbolen Parkeerrem inge- (p. 77) tree/docs/FTL.TXT gebruikt in de auto. De symbolen zijn onderver- schakeld, alternatief • deeld in waarschuwings-, controle- en informa- FreeType 2 symbool tiesymbolen.
Pagina 87
Volvo Sensus van de auto met een eenvoudig te hanteren Overzicht bedieningsinterface. Er zijn instellingen te verrich- Volvo Sensus vormt het hart van uw persoonlijke ten onder Instellingen van de auto, Audio en Volvo-beleving en maakt communicatie mogelijk media, Klimaat enzovoort tussen u, uw auto en de wereld eromheen.
Pagina 88
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Sleutelstanden contactslotstanden - functies in Transpondersleutel plaatsen verschillende standen 1. Houd de transpondersleutel beet aan de Met de transpondersleutel is het elektrische sys- kant van het afneembare sleutelblad en teem van de auto in verschillende standen te zet- Om bij uitgeschakelde motor het gebruik van plaats de transpondersleutel in het contact- ten om het gebruik van verschillende functies/...
Pagina 89
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kiezen van contactslotstand Slepen Stand Functies • contactslotstand 0 - Ontgrendel de auto - Zie voor belangrijke informatie over de transpon- • Kilometerteller, klok en tempera- het elektrische systeem van de auto staat nu dersleutel bij het slepen, zie Slepen (p. 337). tuurmeter worden verlicht.
Pagina 90
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Voorstoelen Lendensteun* aanpassen, druk op de knop. De rugleuning van de passagiersstoel kan wor- den omgeklapt om ruimte te maken voor lange Voor het best mogelijke zitcomfort hebben de Bedieningspaneel voor elektrisch bediende lading. voorstoelen verschillende instelmogelijkheden. stoel*, zie Voorstoelen - elektrisch bediend* Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren en (p.
Pagina 91
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Voorstoelen - elektrisch bediend* veerd wordt als een van de stoelen door een De geheugenfunctie slaat de instellingen op voor obstakel wordt geblokkeerd. Als dit het geval is, de stoel en de buitenspiegels. Voor het best mogelijke zitcomfort hebben de moet u het elektrische systeem van de auto in de voorstoelen verschillende instelmogelijkheden.
Pagina 92
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achterbank Gerelateerde informatie tenspiegels voor meerdere bestuurders worden • opgeslagen, zie Transpondersleutel - personali- Voorstoelen (p. 88) De rugleuning en de buitenste hoofdsteunen van sering* (p. 169). • Achterbank (p. 90) de achterbank kunnen worden neergeklapt. De hoofdsteun van de middelste zitplaats kan aan Noodstop de lengte van de passagier worden aangepast.
Pagina 93
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruggedeelte achterbank omklappen WAARSCHUWING De hoofdsteun van de middelste zitplaats BELANGRIJK moet in de onderste stand staan, wanneer de middelste zitplaats niet in gebruik is. Wanneer Bij het neerklappen van de achterbank de middelste zitplaats wel wordt gebruikt, mogen er zich geen voorwerpen op de ach- moet de hoofdsteun goed op de lengte van terbank bevinden.
Pagina 94
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenste hoofdsteunen achterbank Gerelateerde informatie N.B. • Voorstoelen (p. 88) elektrisch omklappen* Bj het neerklappen van de ruggedeelten moet • Voorstoelen - elektrisch bediend* (p. 89) u de hoofdsteunen mogelijk iets naar voren halen om te voorkomen dat ze in contact komen met het zitgedeelte.
Pagina 95
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stuurwiel 3. Duw de hendel vervolgens terug om het Toetsensets* en paddles* stuurwiel in de nieuwe stand te blokkeren. Het stuurwiel heeft meerdere verstellingsmoge- Als dit moeite kost, kunt u tijdens het terug- lijkheden en bedieningselementen voor de cla- duwen van de hendel lichtje op het stuurwiel xon, cruisecontrol en het menu-, het audio- en drukken.
Pagina 96
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Elektrische stuurverwarming* Claxon plaats. Activeer/deactiveer de functie in het menusysteem MY CAR (p. 120). Het stuurwiel is elektrisch te verwarmen. Functie Claxon. Druk op het midden van het stuurwiel om te cla- xonneren. De positie van de knop kan variëren afhankelijk van de overige gekozen uitrusting en de markt.
Pagina 97
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bedieningspaneel verlichting Standen draaiknop Stand Betekenis Met het bedieningspaneel voor de verlichting Dagrijverlichting, parkeerlichten en N.B. kunt u de buitenverlichting inschakelen en aan- sidemarkers bij daglicht, wanneer passen. U gebruikt het ook om de display- en Dezelfde lampen worden gebruikt voor de het elektrische systeem van de instrumentenverlichting alsook de sfeerverlich-...
Pagina 98
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stadslichten 1. Laat de motor draaien of zet het elektrische Volvo adviseert u om stand te gebruiken systeem van de auto in de contactslotstand I. bij ritten in de auto. U schakelt de stadslichten voor en de achterlich- ten in met de verlichtingsdraaiknop.
Pagina 99
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Dagrijlicht als de rijsnelheid oploopt tot boven 10 km/h WAARSCHUWING (zo'n 6 mph), gaat de dagrijverlichting branden en Wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in verschijnt Reset positie lichtschakelaar op het staat en het elektrische systeem van de alle gevallen kan bepalen wanneer de omge- instrumentenpaneel om u ertoe aan te zetten de...
Pagina 100
• Automatisch groot licht* (p. 99) ruitenwissers of het mistachterlicht. Wanneer het dimlicht brandt. Verstralers moeten op het elektrische systeem worden aangesloten door een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 101
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Automatisch groot licht* Bedieningspaneel verlichting (p. 95) Bij automatisch groot licht met adaptatiefunctie blijft in tegenstelling tot wat er gebeurt bij de • Koplampen - lichtbundel aanpassen (p. 102) Automatisch groot licht ontdekt de koplampen standaarddimfunctie dat deel van de lichtbundel van een tegenligger of de achterlichten van een •...
Pagina 102
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Wanneer AHB geactiveerd is, brandt het symbool Als de melding Actief groot licht Tijdelijk niet Activeren/deactiveren beschikbaar Schakel handmatig AHB kan worden geactiveerd, wanneer de ver- op het infor- op het informatiedisplay van het instru- matiedisplay van het instrumentenpaneel ver- mentenpaneel.
Pagina 103
Service borden in de buurt van de weg dwijnt. Volvo advi- vereist • als de verlichting van tegenliggers schuil- seert u contact op te gaat achter bijvoorbeeld vangrails nemen met een •...
Pagina 104
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Koplampen - lichtbundel aanpassen Mistachterlicht Bochtverlichting* Actieve xenonkoplampen/actieve bochtverlichting Als de auto is uitgerust met actieve xenonko- Bij een beperkt zicht door mist kunt u de mis- met automatisch groot licht van het adaptieve plampen en automatisch groot licht heeft, moet tachterlichten gebruiken om achterliggers tijdig type zijn voorzien van bochtverlichting.
Pagina 105
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Remlichten Alarmlichten neer u de verlichtingsdraaiknop naar draait. De remlichten gaan automatisch branden wan- De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- neer u remt. kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig knipperen, wanneer deze functie actief is. N.B. Bij het bedienen van het rempedaal gaan de remlichten branden.
Pagina 106
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Richtingaanwijzer Gerelateerde informatie De hendel blijft in deze stand staan en kan hand- • matig in de uitgangspositie teruggezet worden of Richtingaanwijzer (p. 104) De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- veert automatisch terug bij het terugdraaien van •...
Pagina 107
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Interieurverlichting Plafondverlichting voorin Verlichting make-upspiegel De leeslampjes voorin worden in- en uitgescha- De verlichting van de make-upspiegel (p. 159), De interieurverlichting is te activeren/deactiveren keld met een druk op de bijbehorende knoppen wordt bij het openen en sluiten van het spiegel- met de knoppen van de bedieningspanelen aan op de plafondconsole.
Pagina 108
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Follow Me Home-verlichting Approach-verlichting (p. 172) of Afneembaar sleutelblad - portier ontgrendelen (p. 176) De Follow Me Home-verlichting omvat het dim- De Approach-verlichting omvat de parkeerlich- • de motor is afgezet en het elektrische sys- licht, de stadslichten voor en de achterlichten, ten, de lampen in de buitenspiegels, de kente- teem van de auto in 0 staat.
Pagina 109
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Wissers en sproeiers Intervalstand Servicestand wisserbladen Met het duimwiel kunt u het aantal wis- Voor het reinigen van voorruit/wisserbladen en De ruitenwissers en -sproeiers reinigen de voor- slagen per eenheid van tijd instellen, het vervangen van wisserbladen, zie Wasstraat ruit en achterruit.
Pagina 110
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Deactiveren Koplamp- en ruitensproeiers alleen iedere vijfde keer dat u de voorruitsproei- ers activeert gesproeid. Deactiveer de regensensor met een druk op de regensensorknop of haal de hendel Gereduceerde sproeifunctie omlaag naar een ander wisprogramma. Wanneer er nog zo'n 1 liter sproeiervloeistof in De regensensor wordt automatisch gedeacti- het reservoir zit en op het instrumentenpaneel de veerd, wanneer u de transpondersleutel uit het...
Pagina 111
(p. 191). Gerelateerde informatie Bedieningsknoppen voor achterste zijruiten • Sproeiervloeistof - bijvullen (p. 402) Bedieningsknoppen voor voorste zijruiten Deze functie (intervalstand tijdens achteruitrijden) kunt u desgewenst uitschakelen. Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-dealer. * Optie/accessoire.
Pagina 112
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bediening De ruiten komen tot stilstand en worden trale vergrendeling, zie Transpondersleutel - geopend, als ze tijdens het sluiten in hun bewe- functies (p. 172) of Vergrendelen/ontgrendelen ging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmo- - van de binnenzijde (p. 186). gelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de Resetten inklembeveiliging worden opgeheven.
Pagina 113
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenspiegels auto uit de achteruitversnelling haalt, nemen de WAARSCHUWING buitenspiegels na enige tijd automatisch hun oor- Stel de stand van de buitenspiegels bij met het Beide spiegels zijn gebogen voor een opti- spronkelijke stand weer in. hendeltje op het bedieningspaneel van het maal zicht.
Pagina 114
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruiten en buitenspiegels - Autodimfunctie* wordt de functie na enige tijd automatisch uitge- elektrische verwarming schakeld. Buitenspiegels met autodimfunctie zijn alleen mogelijk, als ook de achteruitkijkspiegel is voor- De elektrische verwarming dient om de voor- en Zie ook Voorruit ontwasemen en ontdooien zien van een dergelijke autodimfunctie, zie Ach- achteruit en de buitenspiegels te ontwasemen...
Pagina 115
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achteruitkijkspiegel Kompas* Autodimfunctie* Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te De achteruitkijkspiegel is te dimmen met een In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automatisch knopje aan de onderkant van de spiegel. Ook is spiegel zit een display waarop wordt aangege- gedimd.
Pagina 116
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kalibreren 7. Voor auto’s met elektrische voorruitver- warming*: Als bij activering van de elektri- Om de juiste kompasrichting aan te geven moet het kompas soms worden gekalibreerd. sche voorruitverwarming het teken op het display verschijnt, kalibreer dan volgens punt De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld.
Pagina 117
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Schuif-/kanteldak* Sluiten, handmatig WAARSCHUWING Het schuif-/kanteldak is te bedienen met de Sluiten, automatisch Gevaar voor beknelling bij het sluiten van het knoppen aan het plafond. schuifdak. De beveiliging tegen overbelasting Openen van het schuifdak werkt alleen bij automatisch Het binnenste zonnescherm is handmatig te slui- sluiten, niet bij handmatig sluiten.
Pagina 118
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Verticaal openkantelen Sluiten met transpondersleutel of knop Knop voor centrale vergrendeling voor centrale vergrendeling U kunt de knop voor centrale vergrendeling op bestuurdersportier of passagiersportier* gebrui- ken om het schuif-/kanteldak te sluiten. – Druk lang op de knop voor centrale vergren- deling van de transpondersleutel, tot het schuif-/kanteldak en alle zijruiten worden...
Pagina 119
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Menufuncties - instrumentenpaneel stand en keert vervolgens automatisch terug naar de laatst gebruikte, geopende stand. Met de linker stuurhendel bedient u de menu’s (p. 118) die op het informatiedisplay van het Windscherm instrumentenpaneel (p. 70) verschijnen. Welke menu’s er verschijnen hangt af van de sleutel- stand (p.
Pagina 120
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Menu-overzicht - Meldingen Oliepeil instrumentenpaneel Wanneer er een waarschuwings-, informatie- of Standkachel * Welke menu’s er op het informatiedisplay van controlesymbool oplicht, verschijnt er tevens een Boordcomp reset het instrumentenpaneel verschijnen hangt af van aanvullende melding op het informatiedisplay. de sleutelstand (p.
Pagina 121
Als u de onderhoudstermijn BELANGRIJK niet respecteert, vallen termijn ver- Versnellings- Kritieke storing. Breng de Om de garantie van Volvo te laten gelden, beschadigde onderdelen streken bak heet auto zo spoedig mogelijk tot moet u het Service- en garantieboekje con-...
Pagina 122
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen - functies MY CAR Met de linker stuurhendel kunt u door de meldin- MY CAR is een menugroep voor hantering van gen (p. 118) bladeren die op het informatiedis- tal van autofuncties, zoals City Safety™, sloten play van het instrumentenpaneel verschijnen en en alarm, automatische ventilatorsnelheid, klokin- deze bevestigen.
Pagina 123
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer functies en de locatie van de knoppen is afhankelijk van Menu-opties en zoekpaden de gekozen uitrusting en de desbetreffende markt. Voor een beschrijving van de menu-opties en De boordcomputer van de auto registreert en MY CAR - opent het menusysteem MY CAR. zoekpaden in MY CAR, zie het Sensus Infotain- berekent waarden zoals afgelegde afstand, ment-supplement.
Pagina 124
(p. 123) lengte. het brandstofverbruik kunt beïnvloeden, zie Mili- • Boordcomputer - digitaal instrumentenpa- eubeleid van Volvo Car Corporation (p. 23). neel (p. 127) • Boordcomputer - rijstatistieken* (p. 130) Alleen digitale instrumentenpanelen en op bepaalde markten. * Optie/accessoire.
Pagina 125
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - analoog Boordcomputeropties Bedieningsknoppen instrumentenpaneel Kies de weer te geven boordcomputerinformatie: 1. Om er zeker van te zijn dat geen van de De boordcomputerinformatie is weer te geven op bedieningselementen zich midden in een het instrumentenpaneel en te hanteren via de procedure bevindt, moet u deze eerst "reset- bedieningselementen op de linker stuurhendel ten"...
Pagina 126
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputerrubriek op instrumentenpaneel Informatie Afst. tot leeg Voor meer informatie, zie de paragraaf "Bereik - actieradius op tank" (p. 121). Brandstofvrbr Huidig verbruik. • Gem. snelh. RESET lang indrukken om Gem. snelh. op nul te stellen. Geen boordcomputerinformatie.
Pagina 127
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Digit. snlhd. Geeft de rijsnelheid digitaal weer in het midden van het instrumentenpaneel. • km/h • • Geen aanduiding Verwarming * Voor een beschrijving van het programmeren van de timer, zie Motor- en interieurverwar- ming* - timers (p.
Pagina 128
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Voor meer informatie, zie Motorolie - controleren en bijvullen (p. 386). Oliepeil Meldingen (##) Voor meer informatie, zie Meldingen - functies (p. 120). Bepaalde motoren. Gerelateerde informatie • Boordcomputer (p. 121) • Boordcomputer - rijstatistieken* (p. 130) * Optie/accessoire.
Pagina 129
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - digitaal Boordcomputeropties Bedieningsknoppen instrumentenpaneel Kies de weer te geven boordcomputerinformatie: 1. Om er zeker van te zijn dat geen van de De boordcomputerinformatie is weer te geven op bedieningselementen zich midden in een het instrumentenpaneel en te hanteren via de procedure bevindt, moet u deze eerst "reset- bedieningselementen op de linker stuurhendel ten"...
Pagina 130
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Rubriekcombinaties Informatie Huidig verbruik Kilometerstand km/h<>mph km/h<>mph - zie het gedeelte Alternatieve digitale snelheidsaanduiding (p. 121). Geen boordcomputerinformatie. Bij deze optie doven alle drie de boordcomputerdisplays - dit geeft tevens het "begin"/"einde" aan van de lus. Boordcomputerinformatie resetten 3.
Pagina 131
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Thema's Kies het thema voor het uiterlijk van het instrumentenpaneel (p. 70). Instellingen * Selecteer Aut Aan Voor meer informatie, zie Extra verwarming* (p. 153). Contraststand / Kleurstand Lichtsterkte en kleurtemperatuur van het instrumentenpaneel instellen. Standkachel * Voor een beschrijving van het programmeren van de timer, zie Motor- en interieurverwarming* - timers (p.
Pagina 132
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - rijstatistieken* wijzer rechts beweegt afhankelijk van de gekozen schaal omhoog of omlaag. Op het beeldscherm van de middenconsole zijn rijstatistieken van de boordcomputer weer te Instellingen geven voor een grafisch overzicht van het brand- U kunt verschillende instellingen voor de rijstatis- stofverbruik.
Pagina 134
KLIMAAT • Algemene informatie over de Wanneer de motor het maximale vermogen Gerelateerde informatie klimaatregeling • nodigt heeft (bijvoorbeeld als u volgas Werkelijke temperatuur (p. 133) optrekt), is het mogelijk dat de airconditio- • De auto is voorzien van elektronische klimaatre- Menu-instellingen - klimaat (p.
Pagina 135
KLIMAAT Werkelijke temperatuur Sensoren - klimaat Luchtkwaliteit De ingestelde interieurtemperatuur komt overeen De klimaatregeling beschikt over enkele senso- Het interieur werd dusdanig vormgegeven dat met de gevoelstemperatuur op basis van de ren om de temperatuur (p. 133) in de auto te het gerieflijk en comfortabel is –...
Pagina 136
Vervang het filter regelmatig. Raadpleeg het Ser- gingen in de passagiersruimte te beperken. aanleiding kunnen geven tot allergieën en/of viceprogramma van Volvo voor het aanbevolen astma. vervangingsinterval. In zeer sterk verontreinigde Als de Air Quality Sensor een verhoogde concen-...
Pagina 137
De vloerbekleding in zowel de passagiersruimte ling (p. 141). als de bagageruimte zijn eenvoudig te verwijde- • Recirculatietimer (p. 143). ren en schoon te maken. Gebruik de door Volvo • Automatische achterruitverwarming geadviseerde schoonmaakmiddelen en autover- (p. 112) zorgingsproducten voor het reinigen van het inte- •...
Pagina 138
KLIMAAT Luchtverdeling passagiersruimte Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen De binnenkomende lucht wordt verdeeld over uiteenlopende blaasmonden verspreid over het interieur. Open Dicht Dicht Open Luchtstroom naar links of rechts Luchtstroom naar links of rechts In de stand AUTO vindt de luchtverdeling geheel automatisch plaats.
Pagina 139
KLIMAAT Luchtverdeling Het middendisplay geeft de gekozen luchtverdelings- stand aan. Luchtverdeling - ontwaseming voorruit Gerelateerde informatie Luchtverdeling - blaasmond dashboard • Algemene informatie over de klimaatregeling (p. 132) Luchtverdeling - ventilatie vloer • Automatische regeling (p. 141) De gestileerde menselijke gedaante op de •...
Pagina 140
KLIMAAT Elektronische klimaatregeling, ECC en kan voor de bestuurders- en passagierszijde Met de autofunctie worden temperatuur, aircon- apart worden ingesteld. ditioning, ventilatorsnelheid, recirculatie en lucht- ECC (Electronic Climate Control) handhaaft de verdeling automatisch geregeld. temperatuur die in het interieur wordt gekozen Temperatuurregeling (p.
Pagina 141
KLIMAAT Elektrisch verwarmde voorstoelen* Er zijn drie verwarmingsniveaus met elk hun Het systeem is te activeren/deactiveren in het eigen vermogen: menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving De verwarming van de voorstoelen heeft drie van het menusysteem, zie MY CAR (p. 120). •...
Pagina 142
KLIMAAT • Ventilator Elektrische achterbankverwarming* Verwarming uitschakelen - geen van de lampjes brandt. De verwarming voor de buitenste plaatsen van Houd de ventilator altijd geactiveerd om te voor- komen dat de ruiten beslaan. de achterbank heeft drie standen om het com- WAARSCHUWING fort voor passagiers te verhogen als het koud is.
Pagina 143
KLIMAAT Automatische regeling Temperatuurregeling Gerelateerde informatie passagiersruimte • Algemene informatie over de klimaatregeling De autofunctie regelt automatisch temperatuur (p. 132) (p. 141), airconditioning (p. 142), ventilator- Bij het starten van de motor wordt de laatst ver- • snelheid (p. 140), recirculatie (p. 143) en lucht- richte temperatuurinstelling hervat.
Pagina 144
KLIMAAT Airconditioning Voorruit ontwasemen en ontdooien Auto's zonder elektrische voorruitverwarming hebben één ontwasemingsniveau: De airconditioning koelt en droogt zo nodig de U kunt de elektrische voorruitverwarming* en de • binnenkomende lucht. maximale ontwaseming gebruiken om de vooruit Er stroomt lucht naar de ruiten - op het dis- en zijruiten snel te ontwasemen en ontdooien.
Pagina 145
KLIMAAT Luchtverdeling - recirculatie Gerelateerde informatie N.B. • Algemene informatie over de klimaatregeling Kies voor recirculatie als u vieze luchtjes, uitlaat- Aan de beide uiteinden van de voorruit zitten (p. 132) gassen en dergelijke buiten wilt houden. Er komt driehoekige gebieden zonder elektrische ver- met andere woorden geen lucht van buiten de warming, zodat het ontdooien daar mogelijk auto in, wanneer deze functie actief is.
Pagina 146
KLIMAAT Gerelateerde informatie • Algemene informatie over de klimaatregeling (p. 132) • Luchtverdeling passagiersruimte (p. 136) • Luchtverdeling - tabel (p. 145)
Pagina 147
KLIMAAT Luchtverdeling - tabel Met drie knoppen kiest u de gewenste luchtver- deling (p. 136). Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de ruiten. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de blaas- om snel te ontdooien en te ontwasemen. monden. De lucht wordt niet gerecirculeerd. De airconditioning is altijd inge- schakeld.
Pagina 148
KLIMAAT Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de vloer en de ruiten. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit om een comfortabel klimaat en een goede ontwaseming de blaasmonden in het dashboard. te verkrijgen bij koud weer. Lucht naar de vloer en uit de blaasmonden in het dashboard. bij zonnig weer en matige buitentemperaturen.
Pagina 149
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* Tanken Accu en brandstof Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het Met preconditioning bereidt de verwarming de brandstofpeil te laag is, wordt de verwarming motor en het interieur voor om de slijtage en het automatisch uitgeschakeld en verschijnt er een stroomverbruik tijdens de rit te beperken.
Pagina 150
Voor activering en voor informatie over de geko- Controlelampje op transpondersleutel met PCC*. zen instellingen wordt u verwezen naar de Volvo De interieurverwarming gaat van start, zodra de On Call*-app. De motor- en interieurverwarming zijn te active-...
Pagina 151
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* - Motor- en interieurverwarming* - 5. Stel de gewenste uuraanduiding in met het direct uitschakelen timers duimwiel. De motor- en interieurverwarming is direct uit te De timers van de motor- en interieurverwarming 6. Druk kort op de knop OK, zodat de minuut- schakelen via het informatiedisplay.
Pagina 152
KLIMAAT Uitschakelen U kunt de timergestuurde verwarming uitschake- len voordat de timer dat doet. Ga als volgt te werk: 1. Druk op de knop OK om het menu te ope- nen. 2. Ga met het duimwiel naar Verwarming maak een keuze met OK. >...
Pagina 153
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* - Wanneer een van de timers geactiveerd is, brandt In de onderstaande tabel staan de voorkomende meldingen het symbool voor een geactiveerde timer op het symbolen en displayteksten. display met de ingestelde tijd ernaast. Symbolen en displaymeldingen ten aan zien van de motor- en interieurverwarming (p.
Pagina 154
50 km te rijden. Brandstofpeil laag Brandstofkachel Service ver- Verwarming defect. Neem voor reparatie contact op met een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. eist Een tekstmelding verdwijnt automatisch na enige tijd.
Pagina 155
N.B. Volvo adviseert u de extra verwarming op brandstof uit te schakelen tijdens korte ritten. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende geografische gebieden. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende motoren. Analoog instrumentenpaneel. Digitaal instrumentenpaneel.
Pagina 156
KLIMAAT Extra verwarming op stroom* De auto is uitgerust met een extra verwarming (p. 153) op brandstof (p. 153). De verwarming is niet handmatig te regelen, maar wordt nadat de motor is aangeslagen auto- matisch geactiveerd bij buitentemperaturen lager dan 14 °C en wordt gedeactiveerd wanneer de ingestelde interieurtemperatuur is bereikt.
Pagina 158
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Opbergmogelijkheden Overzicht van opbergmogelijkheden in passa- giersruimte...
Pagina 159
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Opbergvak in portierpaneel Opbergzak* aan de voorkant van de voor- stoelzittingen Parkeerkaarthouder Dashboardkastje (p. 158) Opbergvak Opbergvakken, bekerhouder (p. 158) Bekerhouder* in armsteun, achterbank Opbergvak WAARSCHUWING Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of andere opbergruimten.
Pagina 160
Inlegmatten* De middenconsole zit tussen de voorstoelen. Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. De inlegmatten vangen bijvoorbeeld vuil en natte sneeuw op. Volvo biedt inlegmatten die speciaal vervaardigd zijn. WAARSCHUWING Gebruik voor alle zitplaatsen slechts één inlegmat tegelijk en controleer alvorens weg...
Pagina 161
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Make-upspiegel Middenconsole - 12V-aansluiting U kunt de elektrische aansluiting voor verschil- lende accessoires gebruiken die op een span- De make-upspiegel zit aan de achterkant van de De elektrische aansluitingen (12 V) vindt u naast ning van 12 V werken, zoals beeldschermen, zonneklep.
Pagina 162
De compressor van de noodreparatieset voor schuilgaan achter de plafondbekleding moge- WAARSCHUWING lijk geen bescherming meer. banden (p. 370) is door Volvo getest en goedgekeurd. Afhankelijk van het gewicht en de positie van • Zorg dat de lading nooit boven de rugge- de lading verandert het rijgedrag van de auto.
Pagina 163
Voor vervoer van lading op het dak adviseren we • ruimte te vereenvoudigen, kunt u de ruggedeel- u de door Volvo ontwikkelde lastdragers. Dit om Bagagenet* (p. 163) ten van de achterbank neerklappen. Voor het schade aan de auto te voorkomen en voor maxi- •...
Pagina 164
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Verankeringsogen Lading vervoeren - houder voor Gerelateerde informatie • boodschappentassen* Lading vervoeren (p. 160) De inklapbare verankeringsogen in de bagage- ruimte gebruikt u om bagagebanden aan vast te Met de houder voor boodschappentassen kunt zetten. u draagtassen vastzetten om te voorkomen dat ze omvallen en hun inhoud over de vloer van de bagageruimte verspreiden.
Pagina 165
Aanbrengen N.B. De compressor van de noodreparatieset voor banden is door Volvo getest en goedgekeurd. Voor informatie over het gebruik van de aan- bevolen noodreparatieset voor banden (TMK) van Volvo, zie Noodreparatieset voor banden (p. 370).
Pagina 166
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN 3. Steek aan weerszijden de haak in het veran- 4. Steek aan weerszijden de haak in het oog WAARSCHUWING keringsoog en span de ratelsluiting op door van de stoelrail en span de ratelsluiting op Lading in de bagageruimte moet goed wor- de borgtong in te drukken en de band aan te door de borgtong in te drukken en de band den vastgezet, ook met een correct gemon-...
Pagina 167
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Veiligheidsrek* plafond op te klappen is en zo niet in de weg zit Bagagerolhoes* als u de bagageruimte wenst te verlengen. U Een veiligheidsrek voorkomt dat bagage of huis- kunt het veiligheidsrek desgewenst demonteren dieren in de bagageruimte bij krachtig afremmen en uit de auto nemen.
Pagina 168
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Duw beide kanten vast. De rolhoes moet hoorbaar vastklikken en de rode markering moet verdwijnen. > Controleer of beide eindstukken vergren- deld zijn. Bagagerolhoes verwijderen 1. Duw op de knop van het ene eindstuk en til het uit de holte. 2.
Pagina 170
Neem de resterende transpondersleutels mee Er zijn meer transpondersleutels bij te stellen, transpondersleutel in basisuitvoering en een naar de Volvo-werkplaats. Ter voorkoming van maar alleen in de varianten die bij de auto gele- transpondersleutel met PCC (Personal Car diefstal moet de code van de zoekgeraakte trans- verd werden.
Pagina 171
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - Instellingen vastleggen ontgrendelingsknop op de transpondersleutel personalisering* indrukken. Het bestuurdersportier dient daarbij Doe het volgende om de instellingen op te slaan open te staan. en gebruik te maken van het sleutelgeheugen in Dankzij het sleutelgeheugen van de transponder- de transpondersleutel: sleutel (p.
Pagina 172
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - sleutel, zie Transpondersleutel - functies Voor auto's met Keyless start en indicatie (p. 172). ontgrendeling/vergrendeling • Het sleutelgeheugen wordt in de volgende geval- Kies een van de drie mogelijk positiegeheu- Wanneer u de auto vergrendelt of ontgrendelt len geactiveerd: gens voor de stoel met de stoelknoppen 1–3, met een transpondersleutel (p.
Pagina 173
Start Ook auto’s zonder alarm zijn uitgerust met contact op met een werkplaats. deze indicatie. opnieuw Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Vergrendelen/ontgrendelen - indicatie Voor het starten van de auto, zie Motor starten (p. 170) (p. 286).
Pagina 174
Doorluchtfunctie (p. 187). Approach-verlichting WAARSCHUWING Achterklep Als schuifdak en ruiten met de transponder- Paniekfunctie sleutel worden gesloten, moet u controleren of er geen handen bekneld raken. Alleen bepaalde markten en in combinatie met Volvo On Call*. * Optie/accessoire.
Pagina 175
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - bereik actief geweest is. Anders wordt deze functie na Ontgrendelen – Ontgrendelt de portieren ca. 3 minuten automatisch uitgeschakeld. en de achterklep en deactiveert het alarm. De functies van de transpondersleutel (in basis- uitvoering) zijn tot op ca. 20 meter afstand van Bij lang indrukken worden alle zijruiten tegelijker- Gerelateerde informatie de auto te gebruiken.
Pagina 176
5 plaats – geadviseerd wordt een erkende minuten geleden afgegaan. Transpondersleutel met PCC. Volvo-werkplaats. Informatietoets Gerelateerde informatie • Transpondersleutel met PCC* - bereik...
Pagina 177
De unieke code van de sleutelbladen is bekend voor de overige functies. bij de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook ringen onder invloed van radiogolven in de nieuwe sleutelbladen kunnen worden besteld. lucht, omringende gebouwen, topografische Als de auto niet reageert bij bediening van een omstandigheden e.d.
Pagina 178
SLOTEN EN ALARM Afneembaar sleutelblad - Afneembaar sleutelblad - portier Gerelateerde informatie verwijderen/aanbrengen • ontgrendelen Afneembaar sleutelblad - portier ontgrende- len (p. 176) Het verwijderen/aanbrengen van het afneembare Het afneembare sleutelblad (p. 175) is te • sleutelblad (p. 175) gaat als volgt: Kinderslot - handmatige activering (p.
Pagina 179
SLOTEN EN ALARM Privacy locking* Gerelateerde informatie • Transpondersleutel (p. 168) Privacy locking is bestemd voor als u de auto • Transpondersleutel - batterij vervangen afgeeft voor een onderhoudsbeurt of als u hem (p. 178) bij een hotel of iets dergelijks laat parkeren. Het dashboardkastje is dan vergrendeld en het ach- terklepslot is niet via de centrale vergrendeling te openen - de achterklep is niet meer te bedienen...
Pagina 180
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - batterij Activeren/deactiveren N.B. vervangen Plaats het sleutelblad niet terug op de trans- U moet de batterij in de transpondersleutel pondersleutel, maar berg het goed op. mogelijk vervangen. • U moet de batterij in de transpondersleutel ver- Houd voor het deactiveren de omgekeerde vangen, als: volgorde aan.
Pagina 181
PCC). N.B. BELANGRIJK Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- Raak nieuwe accu's en hun contactvlakken pondersleutel/PCC te gebruiken die voldoen niet met uw vingers aan, aangezien de wer- aan UN Manual of Test and Criteria, Part III, king hierdoor verslechtert.
Pagina 182
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* Keyless drive* - bereik Gerelateerde informatie • transpondersleutel Transpondersleutel (p. 168) Auto's uitgerust met Keyless Drive zijn voorzien • Transpondersleutel - functies (p. 172) van een passief start- en vergrendelingssysteem. Om een portier of de achterklep automatisch te ontgrendelen zonder knoppen op de transpon- Met Keyless start en ontgrendeling/vergrende- dersleutel in te drukken, moet de transponder-...
Pagina 183
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - veilig gebruik van Keyless Drive* - storingen in de Als u alle transpondersleutels uit de auto neemt de transpondersleutel functie van de transpondersleutel terwijl de motor draait, contactslotstand I of II (p. 86) actief is of alle portieren worden gesloten, Pas goed op alle transpondersleutels van de De Keyless-functies (p.
Pagina 184
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - vergrendelen Alle portieren inclusief de achterklep moeten zijn Gerelateerde informatie • gesloten, voordat u de auto kunt vergrendelen – Keyless Drive* (p. 180) Auto's met Keyless start en ontgrendeling/ de auto wordt anders niet vergrendeld. •...
Pagina 185
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - ontgrendelen Keyless Drive* - ontgrendelen met 1. Duw het sleutelblad ca. 1 cm recht omhoog sleutelblad in de opening aan de onderkant van de por- Er wordt ontgrendeld wanneer iemand een por- tierhandgreep/afdekking – niet wrikken. tierhandgreep beetpakt of op het met rubber Als de centrale vergrendeling niet op de trans- >...
Pagina 186
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - Keyless Drive* - locatie antennes WAARSCHUWING vergrendelingsinstellingen Auto's met Keyless start en ontgrendeling/ Personen met een pacemaker mogen niet vergrendeling zijn voorzien van een aantal anten- De vergrendelingsinstellingen voor auto's met dichter dan 22 cm bij de antennes van het nes die op verschillende locaties ingebouwd zijn passieve start en ontgrendeling/vergrendeling Keyless-systeem komen.
Pagina 187
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf Portier handmatig vergrendelen N.B. de buitenkant In bepaalde gevallen moet de auto handmatig Let erop dat het alarm afgaat, wanneer het Met de transpondersleutel (p. 168) is vergren- kunnen worden vergrendeld, zoals bij stroomuit- portier na ontgrendeling met het sleutelblad deling/ontgrendeling van de buitenkant mogelijk.
Pagina 188
SLOTEN EN ALARM • Vergrendelen/ontgrendelen - van – Maak gebruik van het afneembare sleutel- Bij het indrukken van de knop voor centrale de binnenzijde blad van de transpondersleutel om de cilin- vergrendeling der te verdraaien, zie Afneembaar sleutelblad Alle portieren en de achterklep kunnen tegelij- Bij lang indrukken worden ook alle zijruiten* - verwijderen/aanbrengen (p.
Pagina 189
SLOTEN EN ALARM Doorluchtfunctie Vergrendelen Automatische vergrendeling • Druk op de knop voor centrale vergrendeling Bij het wegrijden worden de portieren en de ach- Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie gebrui- terklep automatisch vergrendeld. – alle gesloten portieren worden ver- ken om alle zijruiten tegelijk korte tijd te openen grendeld.
Pagina 190
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - Vergrendelen/ontgrendelen - Voor informatie over Privacy locking, zie Privacy dashboardkastje achterklep locking* (p. 177). Dashboardkastje (p. 158) valt alleen te vergren- De achterklep is op meerdere manieren te ope- Gerelateerde informatie delen/ontgrendelen met het afneembare sleutel- nen, vergrendelen en ontgrendelen.
Pagina 191
SLOTEN EN ALARM geven dat de auto niet volledig vergrendeld is en Om de achterklep te ontgrendelen: BELANGRIJK dat de niveausensoren en bewegingsmelders van – Druk op de knop (1) op het verlichtingspa- • De achterklep is met heel weinig kracht het alarm* alsmede de sensoren voor opening neel.
Pagina 192
SLOTEN EN ALARM Safelock-functie* Voor een beschrijving van het menusysteem, zie WAARSCHUWING MY CAR (p. 120). Bij activering van de Safelock-functie worden Laat niemand in de auto zitten zonder eerst alle openingshandgrepen mechanisch losgekop- de Safelock-functie te deactiveren om te N.B.
Pagina 193
SLOTEN EN ALARM Kinderslot - handmatige activering Kinderslot - elektrische activering* Het portier is niet vanaf de binnenzijde te openen. Het kinderslot voorkomt dat kinderen een achter- Het elektrisch geactiveerde kinderslot voorkomt Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als portier vanaf de binnenzijde kunnen openen.
Pagina 194
Vergrendelen/ontgrendelen - van de binnen- contact op met een werkplaats – geadviseerd Probeer niet zelf de onderdelen van het zijde (p. 186) wordt een erkende Volvo-werkplaats. alarmsysteem te repareren of te wijzigen. Der- gelijke pogingen kunnen van invloed zijn op de verzekeringsvoorwaarden.
Pagina 195
SLOTEN EN ALARM Alarmindicatie* Alarm* - automatische Alarm deactiveren herinschakeling – Druk op de ontgrendelingstoets op de trans- De alarmindicatie geeft de status aan van het pondersleutel. alarmsysteem (p. 192). De automatische herinschakeling van het alarm voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm Geactiveerd alarm uitschakelen (p.
Pagina 196
SLOTEN EN ALARM Alarm* - transpondersleutel defect Alarmsignalen* Gereduceerd alarmniveau* Als u het alarm (p. 192) niet kunt uitschakelen Wanneer het alarm (p. 192) afgaat, klinkt een Een gereduceerd alarmniveau houdt in dat de met de transpondersleutel (als bijvoorbeeld de sirene en knipperen alle richtingaanwijzers.
Pagina 197
SLOTEN EN ALARM Typegoedkeuring - Land/regio transpondersleutelsysteem China De typegoedkeuring voor het transpondersleu- telsysteem staat in de tabel. Vergrendelingssysteem standaard Land/regio EU, China Hongkong Passieve vergrendeling (Keyless Drive) Gerelateerde informatie Land/regio • Transpondersleutel (p. 168) Korea...
Pagina 200
BESTUURDERSONDERSTEUNING Elektronische stabiliteitsregeling Stuurkrachtinstelling* Gerelateerde informatie • (ESC) - algemeen MY CAR (p. 120) De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt De stabiliteitsregeling ESC ((Electronic Stability naarmate de rijsnelheid oploopt, waardoor u een Control)) helpt u voorkomen dat de wielen door- beter gevoel met de weg krijgt.
Pagina 201
(zoals zand of een dikke Corner Traction Control - CTC* laag sneeuw) rijdt. CTC zorgt voor compensatie van eventueel onderstuur in een bocht en maakt het mogelijk Trailer Stability Assist is inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak. * Optie/accessoire.
Pagina 202
BESTUURDERSONDERSTEUNING Wanneer de Sport-modus actief is, brandt dit symbool op het instrumen- tenpaneel continu totdat u de functie deactiveert of totdat de motor wordt afgezet – een volgende keer dat de motor wordt gestart is de normale stand van de ESC opnieuw van kracht.
Pagina 203
Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ‘Melding’ Er staat een melding op het instrumentenpaneel (p. 70) - lees deze! Brandt 2 seconden lang Systeemtest bij het starten van de motor.
Pagina 205
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer - beknopte Gerelateerde informatie • bedieningsinstructies Snelheidsbegrenzer - beknopte bedienings- Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te instructies (p. 203) beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol Inschakelen en activeren • – u regelt de snelheid met het gaspedaal, terwijl Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en Wanneer de snelheidsbegrenzer actief is, ver- de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u per onge-...
Pagina 206
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer - snelheid Snelheidsbegrenzer - tijdelijk 2. Scrol met de -knop, totdat op het instru- wijzigen deactiveren en stand-bystand mentenpaneel een markering (5) voor de gewenste maximumsnelheid verschijnt. Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te Opgeslagen snelheid wijzigen beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol >...
Pagina 207
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Snelheidsbegrenzer - alarm – Trap het gaspedaal volledig in. Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en overschrijding snelheid stand-bystand (p. 204) > Op het instrumentenpaneel staat de • opgeslagen maximumsnelheid met een Snelheidsbegrenzer - uitschakelen (p. 206) Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te gekleurde markering (5) en u kunt de beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol ingestelde maximumsnelheid tijdelijk over-...
Pagina 208
Cruisecontrol actief - WIT symbool (GRIJS = instructies (p. 203) stand-bystand). • Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en stand-bystand (p. 204) • Snelheidsbegrenzer - alarm overschrijding snelheid (p. 205) Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. * Optie/accessoire.
Pagina 209
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* - snelheid regelen Om aan te passen met 5 km/h (5 mph): WAARSCHUWING • U kunt een snelheid activeren, instellen en een Kort indrukken - elke keer drukken komt De bestuurder dient altijd rekening te houden opgeslagen snelheid wijzigen. overeen met 5 km/h (5 mph).
Pagina 210
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* tijdelijk deactiveren Cruisecontrol* - ingestelde snelheid Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal en stand-bystand hervatten zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgesla- Het systeem is tijdelijk te activeren en in de De cruisecontrol (CC –...
Pagina 211
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* - uitschakelen Afstandswaarschuwing* N.B. De afstandswaarschuwing (Distance Alert) waar- De afstandswaarschuwing is uitgeschakeld, Hier volgt een beschrijving van hoe u het sys- schuwt u, als het tijdsverschil ten opzichte van zolang de adaptieve cruisecontrol actief is. teem uitschakelt. de voorligger te klein wordt.
Pagina 212
BESTUURDERSONDERSTEUNING Afstandswaarschuwing* - Bij bepaalde combinaties van opties is er geen U kunt verschillende tijdsver- beperkingen plek vrij voor een knop op de middenconsole – in schillen ten opzichte van voor- dat geval is het systeem te bedienen via het liggers kiezen en deze worden menusysteem MY CAR (p.
Pagina 213
BESTUURDERSONDERSTEUNING Gerelateerde informatie • Afstandswaarschuwing* (p. 209) • Afstandswaarschuwing* - symbolen en mel- dingen (p. 212) * Optie/accessoire.
Pagina 214
De afstandswaarschuwing en Collision Warning met Auto Brake werken niet of gedeeltelijk. vereist Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 215
(p. 209) geattendeerd op de korte werkplaats – geadviseerd wordt een erkende • Adaptieve cruisecontrol* - van cruisecontrol- afstand. Volvo-werkplaats. functie wisselen (p. 222) Na een servicebeurt kan het ACC-systeem • Radarsensor (p. 226) gedurende een bepaalde tijd een enigszins •...
Pagina 216
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - werking WAARSCHUWING WAARSCHUWING De adaptieve cruisecontrol bestaat uit een De adaptieve cruisecontrol is geen systeem Het rempedaal beweegt, wanneer de adap- cruisecontrol die gekoppeld is aan een afstands- dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u tieve cruisecontrol remt.
Pagina 217
BESTUURDERSONDERSTEUNING (p. 219) gezet, waarna er niet langer automatisch Gerelateerde informatie N.B. • wordt afgeremd – u moet dan zelf remmen om Adaptieve cruisecontrol - ACC* (p. 213) In de felle zon, bij lichtschitteringen, extreme een veilige afstand te houden tot voorliggers. •...
Pagina 218
Cruisecontrol – Aan/Uit of stand-bystand. Stand-by zetten Tijdsverschil – Verlengen/verkorten. Tijdsverschil – Verlengen/verkorten. Activeren en snelheid aanpassen. Activeren en snelheid aanpassen. (Wordt niet gebruikt) Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. * Optie/accessoire.
Pagina 219
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - snelheid Om de ACC te starten: Tegelijkertijd wordt een snel- regelen heidsinterval gemarkeerd: • Druk op de stuurknop – op het instru- mentenpaneel (8) gaat een vergelijkbaar WIT symbool branden om aan te geven dat de adaptieve cruisecontrol stand-by (p.
Pagina 220
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal N.B. tijdsverschil instellen zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling • Hoe hoger de snelheid, hoe langer de ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgesla- volgafstand in meters voor een bepaald gen snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.
Pagina 221
BESTUURDERSONDERSTEUNING • • Adaptieve cruisecontrol* - tijdelijke u zet de keuzehendel in stand N (automati- het toerental van de motor wordt te laag/ deactivering en stand-by sche versnellingsbak) hoog • • u houdt meer dan 1 minuut lang een hogere de snelheid is gedaald tot onder zo'n De adaptieve cruisecontrol is tijdelijk te deactive- snelheid aan dan ingesteld.
Pagina 222
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - een Adaptieve cruisecontrol* - Adaptieve cruisecontrol* - File- ander voertuig inhalen uitschakelen assistent De file-assistent is een aanvulling op de adap- Als u achter een voorligger rijdt en u met de rich- Knoppenset met snelheidsbegrenzer tieve cruisecontrol die ook bij snelheden lager tingaanwijzer aangeeft te willen inhalen, helpt De adaptieve cruisecontrol wordt uitgeschakeld...
Pagina 223
BESTUURDERSONDERSTEUNING Groter snelheidsinterval > De adaptieve cruisecontrol zal dan de voor- WAARSCHUWING ligger opnieuw volgen. Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij- N.B. dende voorligger volgt bij snelheden hoger N.B. dan 30 km/h (20 mph), van doelvoertuig ver- Om de adaptieve cruisecontrol te kunnen andert en vervolgens een stilstaand voertuig De File-assistent kan de auto maximaal activeren moet u het bestuurdersportier heb-...
Pagina 224
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - van auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrij- Wisselen van CC naar ACC cruisecontrol-functie wisselen pen en zelf remmen om de auto stil te houden. Schakel de cruisecontrol uit met 1–2 keer druk- ken op de -knop zoals aangegeven in de uit- De File-assistent los in de volgende gevallen de Wisselen van ACC naar CC...
Pagina 225
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - storingen schijnt, betekent dit dat de radarsensor (p. 226) In de volgende tabel staan voorbeelden van opsporen en verhelpen van de adaptieve cruisecontrol geen voorliggers mogelijke oorzaken van het verschijnen van de kan ontdekken. melding en passende maatregelen: Als op het instrumentenpaneel de melding Deze melding geeft aan dat de Afstandswaar- Radar afgedekt Zie instructieboekje...
Pagina 226
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - symbolen een paar voorbeelden - volg in die gevallen het en meldingen gegeven advies op: Soms kan de adaptieve cruisecontrol een sym- bool en/of een melding weergeven. Hier ziet u Symbool Melding Betekenis Het symbool is GROEN De auto houdt de opgeslagen snelheid aan.
Pagina 227
Service vereist • Neem dan contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Remmen om stil te blijven De auto staat stil en de cruisecontrol lost de rem, zodat de parkeerrem verder kan remmen en de auto stil kan houden.
Pagina 228
- zie het gedeelte ‘Onderhoud’ • Neem contact op met een werkplaats – (p. 242). geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. Blikveld Als de grille, de radarsensor of de console De radarsensor heeft een beperkt bereik. In...
Pagina 229
BESTUURDERSONDERSTEUNING WAARSCHUWING WAARSCHUWING De bestuurder dient altijd rekening te houden De adaptieve cruisecontrol is geen systeem met de verkeersomstandigheden en in te grij- dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u pen, wanneer de adaptieve cruisecontrol geen merkt dat het systeem een voorligger niet passende snelheid of afstand aanhoudt.
Pagina 230
BESTUURDERSONDERSTEUNING Typegoedkeuring - radarsysteem De typegoedkeuringen voor de radareenheden van de auto staan in de volgende tabel. Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário.
Pagina 231
BESTUURDERSONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS ✓ 14785/POSTEL/2010 1982 Indonesië ✓ 38806/SDPPI/2015 4927 Type Approval No.: TRC/LPD/2009/87 ✓ Equipment type: Low Power Device (LPD) Jordanië Type Approval No.: TRC/LPD/2015/3 ✓ Equipment Type: Low Power Device (LPD) Certification No. ✓ DPH-L2C0038TR Korea Certification No.
Pagina 232
BESTUURDERSONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS ✓ ✓ Singapore Complies with IDA Standards DA105753 TA-2009/163 ✓ APPROVED Zuid-Afrika TA-2014/2390 ✓ APPROVED ✓ CCAB09LP4590T3 Taiwan ✓ CCAB15LP0680T0 ACC = Adaptive Cruise Control BLIS = Blind Spot Information Gerelateerde informatie • Radarsensor (p. 226)
Pagina 233
- geadviseerd zal City Safety automatisch remmen, wat aan- verkeer vóór u gekoppeld aan onoplettendheid wordt een erkende Volvo-werkplaats. doet als een krachtige remmanoeuvre. tot bijna-ongelukken kunnen leiden. Het City Safety™ dat actief is bij een snelheid tot...
Pagina 234
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety™ - bediening Wanneer het systeem ingrijpt en remt, verschijnt op het instrumentenpaneel de displaymelding dat City Safety™ is een hulpmiddel om u te helpen het systeem actief is/was. een botsing te voorkomen tijdens filerijden e.d., waarbij plotselinge wijzigingen in het verkeer N.B.
Pagina 235
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety™ - beperkingen Wanneer u achteruitrijdt, is City Safety tijdelijk WAARSCHUWING gedeactiveerd. De City Safety-sensor is erop gebouwd om De lasersensor geeft ook laserlicht af, wan- auto's en andere voertuigen vóór u te ontdekken, City Safety wordt niet geactiveerd op lage snel- neer u City Safety™...
Pagina 236
Voorruitsensoren afgedekt Zie instructieboek op het instrumentenpaneel ver- • Volvo adviseert u scheurtjes, krassen of schijnt, worden de lasersensoren gehinderd zodat sterren in het gebied vóór de lasersensor ze geen voertuigen vóór de auto kunnen registre- niet te repareren, maar de complete ren.
Pagina 237
– geadviseerd wordt een van de afwijkingen conform ‘Laser Notice No. erkende Volvo-werkplaats. Het is daarom essen- 50’, d.d. 26 juli 2001. tieel dat u de aangegeven instructies opvolgt bij Stralingsgegevens voor lasersensor het hanteren van de lasersensor.
Pagina 238
• City Safety™ (p. 231) erkende werkplaats – geadviseerd wordt • een erkende Volvo-werkplaats. City Safety™ - beperkingen (p. 233) • Stel de lasersensor niet bij en voer geen • City Safety™ - werking (p. 231) onderhoud uit dat niet uitdrukkelijk in •...
Pagina 239
Lees meer over de beperkingen van de lasersensor (p. 233). City Safety Service vereist City Safety™ is defect. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Gerelateerde informatie • City Safety™ (p. 231) •...
Pagina 240
– geadviseerd ‘Collision Warning met Auto Brake en fietsers- en wordt een door Volvo erkende werkplaats. voetgangersdetectie’ kan een aanrijding voorko- men of de impactsnelheid verlagen. Gerelateerde informatie Gebruik ‘Collision Warning met Auto Brake en •...
Pagina 241
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - werking 1 – Collision Warning 3 - Auto Brake Eerst wordt u gewaarschuwd voor een dreigende Op het laatste moment wordt de automatische aanrijding. remfunctie geactiveerd. Collision Warning kan voetgangers, fietsers of Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- voertuigen voor uw auto ontdekken, die stilstaan wijkmanoeuvre bent begonnen en het aanrij- of in dezelfde richting als u rijden.
Pagina 242
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - detectie van recht van achteren gezien en in het verlengde van de WAARSCHUWING hartlijn door de auto. fietsers Collision Warning werkt niet in alle rijsituaties, Voor optimale prestaties van het systeem dient verkeers-, weers- en wegomstandigheden. de systeemfunctie die verantwoordelijk is voor Collision Warning reageert niet op naderende identificatie van fietsers zo uniform mogelijke...
Pagina 243
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - detectie van (links of rechts ervan) worden mogelijk laat Gerelateerde informatie • voetgangers of helemaal niet ontdekt. Collision Warning* (p. 238) • Bij zonsondergang en -opgang kan het sys- teem fietsers minder goed registreren – ver- gelijkbaar met het menselijke oog.
Pagina 244
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Collision Warning* - bediening Een voetganger is alleen te ontdekken wan- Via het menusysteem MY CAR op het display van neer deze helemaal zichtbaar is en een de middenconsole zijn instellingen voor de Colli- Waarschuwingssignalen Aan en Uit lengte heeft van minimaal 80 cm.
Pagina 245
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Ga naar Waarschuwingsafstand Instellingen controleren N.B. Botswaarschuwing in het menusysteem De actuele instellingen zijn te controleren via het Bij gebruik van de adaptieve cruisecontrol MY CAR (p. 120) - kies daar Lang Normaal display van de middenconsole en in het menu- worden het waarschuwingslampje en de Kort systeem (p.
Pagina 246
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - beperkingen Gerelateerde informatie N.B. • Collision Warning* (p. 238) Het systeem heeft bepaalde beperkingen – zo is Het visuele waarschuwingssignaal kan korte het systeem pas actief bij snelheden van zo'n tijd buiten werking worden gesteld, wanneer 4 km/h (3 mph) en hoger.
Pagina 247
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - beperkingen teem waarschuwt dan minder snel en minder WAARSCHUWING van de camerasensor vaak. Als de gecombineerde camera en radarsen- Met geactiveerde achteruitversnelling is de Colli- "Collision Warning met Auto Brake en voetgan- sor op grond van de verkeerssituatie of sion Warning met Auto Brake tijdelijk gedeacti- gers- en fietsersdetectie"...
Pagina 248
Volvo-werk- Het blikveld van de camerasensor is beperkt, plaats. Bij dichte mist en Valt niets aan te doen. zodat voetgangers, fietsers en voertuigen in...
Pagina 249
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - symbolen en bedoeld is om u te waarschuwen, wanneer het meldingen gevaar bestaat dat u op een voetganger of ach- ter op een (stilstaande of rijdende) fietser of "Collision Warning met Auto Brake en voetgan- voorligger botst. gers- en fietsersdetectie"...
Pagina 250
Collision Warning met Auto Brake werkt niet of gedeeltelijk. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Gerelateerde informatie •...
Pagina 251
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* Overzicht BLIS (Blind Spot Information) is een functie om u ondersteuning te bieden bij rijden in druk ver- keer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde richting. Het BLIS-systeem is een hulpmiddel om u te waarschuwen voor: • voertuigen in de dode hoek •...
Pagina 252
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* - bediening bevestigt de wijziging met een displaymelding - Wanneer BLIS een voertuig binnen zone 1 of een bij activering lichten de controlelampjes op de snel inhalend voertuig in zone 2 ontdekt, brandt BLIS (Blind Spot Information) is een functie om portierpanelen eenmaal op.
Pagina 253
CTA vormt geen vervanging voor een veilige CTA is een aanvulling op BLIS (p. 249). worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- rijstijl en het gebruik van de buitenspiegels. plaats wordt aanbevolen. CTA activeren/deactiveren...
Pagina 254
PAS-voorstelling (p. 271) op het beeld- BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de scherm. bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- Beperkingen plaats wordt aanbevolen. Het CTA werkt niet in alle situaties optimaal, maar heeft zijn beperkingen – zo kunnen de Onderhoud CTA-sensoren niet ‘door’...
Pagina 255
BLIS - symbolen en meldingen (p. 253) vice vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet ver- dwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Meldingen kunt u van het display halen door de OK-knop op de richtingaanwijzerhendel kort in te drukken. * Optie/accessoire.
Pagina 256
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie (RSI)* Activeer RSI als volgt: WAARSCHUWING De verkeersbordinformatie (RSI – Road Sign 1. Zoek de functie op in het menusysteem MY • De verkeersbordenherkenning is een sys- Information) helpt u onthouden welke snelheids- CAR, zie MY CAR (p. 120). teem voor aanvullende bestuurdersonder- borden u gepasseerd bent.
Pagina 257
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie (RSI)* - Einde snelheidsbeperking of snelweg Gewijzigde snelheidsbeperking bediening Wanneer RSI een "verkeersbord met indirecte Bij het passeren van een verkeersbord met snelheidsinformatie" registreert dat het eind van directe snelheidsinformatie die een wijziging van De verkeersbordinformatie (RSI ) registreert en de actuele snelheidsbeperking aangeeft –...
Pagina 258
BESTUURDERSONDERSTEUNING Aanvullende borden Het snelheidsbord dat aan dit type aanvullend bord is gekoppeld, verschijnt alleen als u de rich- tingaanwijzer gebruikt. Sommige snelheden gelden bijvoorbeeld alleen een bepaald traject of op een bepaalde tijd van de dag. U wordt hierop geattendeerd met een symbool voor een aanvullend bord onder het snelheidssymbool.
Pagina 259
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie (RSI)* - Driver Alert System* Gerelateerde informatie beperkingen • Verkeersbordinformatie (RSI)* (p. 254) Driver Alert System is bestemd om u te helpen • als de auto op een ongecontroleerde manier Verkeersbordinformatie (RSI)* - bediening De verkeersbordinformatie (RSI ) kent in wordt bestuurd of op het punt staat de rijstrook- (p.
Pagina 260
BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control (DAC)* mende vermoeidheid de auto op een geschikte WAARSCHUWING plek parkeert om een pauze in te lassen, onge- (DAC) dient om uw aandacht te trekken, wan- Het Driver Alert System werkt niet in alle situ- acht de vraag of DAC nu wel of niet heeft neer de auto op ongecontroleerde wijze aties, maar is uitsluitend bedoeld als een aan- gewaarschuwd.
Pagina 261
BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control (DAC)* - WAARSCHUWING bediening Neem een waarschuwing van Driver Alert Via het menusysteem op het display van de mid- Control altijd serieus, omdat u bij slaperigheid denconsole zijn instellingen te verrichten. uw lichamelijke conditie vaak minder goed kunt inschatten.
Pagina 262
Driver Alert-systeem Service Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Gerelateerde informatie •...
Pagina 263
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LDW)* Werkingsprincipe van LDW Als de auto een van de zijlijnen overschrijdt, wordt de bestuurder gewaarschuwd met een geluids- De rijbaanassistent (Lane Departure Warning) signaal of met stuurtrillingen. De stuurtrillingen dient voor gebruik op snelwegen, hoofdwegen variëren - hoe langer de auto de zijlijn over- en dergelijke en beperkt het risico dat u in schrijdt, hoe langer de trillingen duren.
Pagina 264
BESTUURDERSONDERSTEUNING • • Rijbaanassistent (LDW) - functie Rijbaanassistent (LDW) - symbolen en mel- Aan bij starten - De functie staat bij iedere dingen (p. 264) motorstart stand-by. Anders is de functiesta- Het is mogelijk bepaalde instellingen te verrich- tus bij het afzetten van de motor bepalend. •...
Pagina 265
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Rijbaanassistent (LDW) - bediening Rijbaanassistent (LDW) - Het LDW-symbool heeft GRIJZE zijlijnen – beperkingen het systeem staat stand-by, omdat de snel- De rijbaanassistent (Lane Departure Warning) heid lager is dan 65 km/h (40 mph). wordt in verschillende situaties gecompleteerd De camerasensor van de Rijbaanassistent (Lane •...
Pagina 266
Lees meer over de beperkingen van de camerasensor (p. 245). Driver Alert-systeem Service ver- Het systeem is defect. eist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Gerelateerde informatie • Rijbaanassistent (LDW)* (p. 261) •...
Pagina 267
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA)* Werkingsprincipe van LKA WAARSCHUWING De rijbaanassistent dient voor gebruik op snel- De Rijbaanassistent is slechts een hulpmiddel wegen, hoofdwegen en dergelijke en beperkt voor de bestuurder en werkt niet in alle rijsitu- het risico dat u in bepaalde situaties onbedoeld aties, verkeers-, weers- en wegomstandighe- de eigen rijbaan verlaat.
Pagina 268
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - werking via het MY CAR van de auto. Voor een beschrij- Als de auto de linker of rechter zijlijn van de rij- ving van het menusysteem, zie MY CAR (p. 120). baan nadert zonder dat u de richtingaanwijzer Het is mogelijk bepaalde instellingen te verrich- hebt geactiveerd, wordt de auto bijgestuurd.
Pagina 269
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - bediening Dynamisch bochtenwerk De rijbaanassistent (Lane Keeping Aid) wordt in verschillende situaties gecompleteerd met dui- delijke grafische voorstellingen op het instru- mentenpaneel. Hier volgen enkele voorbeelden: N.B. Het LKA staat uit zolang u de richtingaanwij- zerhendel bedient. LKA grijpt in aan de rechterkant.
Pagina 270
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - een tekstmelding aangespoord om de auto actief beperkingen te sturen. De camerasensor van de Rijbaanassistent (Lane Als u de aansporing om actief te sturen niet Keeping Aid) heeft beperkingen, net als het opvolgt, wordt de Rijbaanassistent stand-by menselijk oog.
Pagina 271
Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Rijbaanassistentie onder- LKA is uitgeschakeld en staat stand-by. Wanneer het systeem weer actief is, kunt u dat aan de lijnen van het LKA-symbool zien.
Pagina 272
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Parkeerhulp* Parkeerhulpcamera* (p. 275) WAARSCHUWING Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens • De parkeerhulp is een systeem voor aan- het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op vullende bestuurdersondersteuning om het display van de middenconsole geven de de bestuurder te ontlasten en de rijveilig- afstand aan tot een waargenomen obstakel.
Pagina 273
BESTUURDERSONDERSTEUNING Park Assist* - functie gevuld. Als er zowel voor als achter de auto obstakels binnen deze afstand zijn waargenomen, De Park Assist wordt bij het starten van de wisselen de geluidssignalen uit de luidsprekers motor automatisch geactiveerd – het lampje in voor- en achterin elkaar af.
Pagina 274
– zonder een originele aanhangerkabel afstand aan tot een waargenomen obstakel. van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk handmatig uitschakelen om te voorkomen dat de sensoren erop reageren. Gerelateerde informatie •...
Pagina 275
BESTUURDERSONDERSTEUNING Park Assist* - aan de voorzijde Park Assist* - storingsindicatie wordt het systeem hervat wanneer de snelheid daalt tot onder 10 km/h (6 mph). Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op het parkeren.
Pagina 276
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Park Assist* - sensoren Parkeerhulp* - aan de achterzijde (p. 272) schoonmaken • Parkeerhulpcamera* (p. 275) Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op het display van de middenconsole geven de afstand aan tot een waargenomen obstakel. De sensoren werken alleen naar behoren, wan- neer u ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo.
Pagina 277
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera* Functie en bediening WAARSCHUWING De parkeerhulpcamera is een ondersteunend • De parkeerhulpcamera is een systeem systeem dat geactiveerd wordt bij inschakeling voor aanvullende bestuurdersondersteu- van de achteruitversnelling. ning om de bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid te verhogen, maar het sys- De cameraweergave verschijnt op het display van teem werkt niet in alle verkeers-, weers- de middenconsole.
Pagina 278
"Auto's met parkeerhulp- van Volvo aangesloten is. sensoren achter" verderop. De camera wordt ca. 5 seconden na uitschake- ling van de achteruitversnelling gedeactiveerd, of...
Pagina 279
BESTUURDERSONDERSTEUNING Grenslijnen Auto's met parkeerhulpsensoren Gerelateerde informatie • Parkeerhulpcamera - instellingen (p. 278) achter* • Park Assist-camera - beperkingen (p. 279) • Parkeerhulp* (p. 270) • Actieve parkeerhulp (PAP)* (p. 279) De verschillende lijnen van het systeem. De afstand wordt aangegeven met gekleurde velden Grenslijn vrije achteruitrijzone (voor elke sensor één).
Pagina 280
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera - instellingen 3. Markeer de optie van uw keuze door op Gerelateerde informatie • OK/MENU te drukken en verlaat het menu Parkeerhulpcamera* (p. 275) Uitgeschakelde camera activeren met EXIT. • Parkeerhulp* (p. 270) Bij het inschakelen van de achteruitversnelling •...
Pagina 281
BESTUURDERSONDERSTEUNING Park Assist-camera - beperkingen Actieve parkeerhulp (PAP)* WAARSCHUWING De actieve parkeerhulp (PAP – Park Assist Pilot) • PAP is een systeem voor aanvullende N.B. helpt u bij het parkeren door eerst te controleren bestuurdersondersteuning om de of het vak groot genoeg is en daarna het stuur- Fietsdragers of andere accessoires achter op bestuurder te ontlasten en de rijveiligheid wiel te draaien en de auto in het vak te parkeren.
Pagina 282
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Actieve parkeerhulp (PAP)* - Actieve parkeerhulp (PAP)* - De snelheid moet lager zijn dan 50 km/h werking werking (30 mph). N.B. N.B. PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan Denk eraan dat het stuurwiel in bepaalde u de taak om: standen de aanwijzingen op het instrumen- tenpaneel kan verbergen als het tijdens de...
Pagina 283
BESTUURDERSONDERSTEUNING 2. Let op het instrumentenpaneel en stop de Bij het achterwaarts inparkeren stuurt PAP de N.B. auto als dit met grafische voorstellingen en auto in het parkeervak. Ga als volgt te werk: PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan teksten van u verlangd wordt.
Pagina 284
BESTUURDERSONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp (PAP)* - 3 - Positioneren BELANGRIJK beperkingen De waarschuwingsafstand is korter, wanneer de sensoren worden gebruikt door PAP dan De PAP-regeling wordt beëindigd: wanneer Park Assist de sensoren gebruikt. Gerelateerde informatie • Actieve parkeerhulp (PAP)* - symbolen en meldingen (p.
Pagina 285
Informeer bij een werkplaats – geadviseerd Let erop dat de voorkant van de auto tijdens Voorbeelden van dergelijke bronnen zijn o.a. wordt een erkende Volvo-werkplaats. het parkeren kan uitzwenken naar het tege- claxons, natte banden op asfalt, pneumati- moetkomende verkeer.
Pagina 286
– soms met een advies voor een geschikte oplossing. Als een melding aangeeft dat PAP buiten wer- king is, wordt geadviseerd contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. De PAP-sensoren zijn in de bumpers aangebracht voor en 4 achter. Gerelateerde informatie •...
Pagina 288
STARTEN EN RIJDEN Motor starten 2. Houd het koppelingspedaal volledig inge- N.B. drukt . (Bij auto's met automatische versnel- De motor is te starten en uit te schakelen met Voor bepaalde motortypen kan het stationaire lingsbak – bedien het rempedaal.) behulp van de transpondersleutel en de knop toerental bij een koude start duidelijk hoger START/STOP ENGINE.
Pagina 289
Druk op START/STOP ENGINE – de motor Afstandsstart is te activeren via de transponder- slaat af. sleutel en/of via Volvo On Call*. Functie Als de keuzehendel niet in stand P staat of als de • De klimaatregeling start met automatische instel-...
Pagina 290
STARTEN EN RIJDEN Afstandsstart (ERS) - bediening 1. Druk kort op de knop (2) van de sleutel. N.B. 2. Druk vervolgens lang – minimaal 2 seconden Houd rekening met lokale/nationale regelge- – op de knop (3). ving/voorschriften voor stationair rijden. Neem Als aan de voorwaarden voor afstandsstart is vol- ook de lokale/nationale regelgeving/voor- daan, vindt bovendien het volgende plaats:...
Pagina 291
STARTEN EN RIJDEN • Afstandsstart (ERS) - symbolen en Om te controleren of de afstandsstart de motor de afstandsstart is langer dan 15 minuten meldingen gestart heeft kunt u op de toets (5) drukken – als actief geweest. de motor aangeslagen is, wordt dit aangegeven Bij het afzetten van een op afstand gestarte In situaties waarbij ERS uitblijft of wordt onder- met de lampjes bij de knoppen (2) en (3).
Pagina 292
Koel- auto zit. Bestuurder in Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ding vanuit het koelsys- vloeistofpeil auto teem, zie Koelvloeistof - laag Gerelateerde informatie ERS is onderbroken Starten op peil (p.
Pagina 293
STARTEN EN RIJDEN Starthulp met andere accu 4. Bevestig de ene klem van de rode startkabel 11. Start de motor in de auto met de uitgeputte aan de pluspool (1) van de hulpaccu. accu. Als de startaccu (p. 403) uitgeput is, kunt u de auto starten met stroom van een hulpaccu.
Pagina 294
STARTEN EN RIJDEN Versnellingsbakken Handgeschakelde versnellingsbak WAARSCHUWING Er zijn twee hoofdgroepen versnellingsbakken. De versnellingsbak heeft tot taak de overbren- • De startaccu kan het zeer explosieve Handgeschakelde en automatische versnellings- gingsverhouding af te stemmen op de gewenste knalgas produceren. Eén enkele vonk, bakken.
Pagina 295
STARTEN EN RIJDEN Schakelindicator* Blokkering achteruitversnelling Automatische versnellingsbak De blokkering van de achteruitversnelling beperkt De schakelindicator geeft aan, wanneer u het het risico dat u tijdens het vooruitrijden op nor- beste kunt opschakelen of terugschakelen. male snelheid onbedoeld de achteruitversnelling Belangrijk voor een milieubewuste rijstijl is het inschakelt.
Pagina 296
STARTEN EN RIJDEN Automatische versnellingsbak - Parkeerstand - P Achteruitrijstand - R Geartronic* Selecteer stand P, wanneer u de motor start of De auto moet stilstaan wanneer u de hendel in de auto parkeert. stand R zet. De versnellingsbak Geartronic heeft twee scha- kelstanden - Automatisch en Handmatig.
Pagina 297
STARTEN EN RIJDEN U activeert de handmatige schakel- N.B. stand door de hendel zijwaarts vanuit Als de versnellingsbak een Sport-stand kent, de stand D naar de eindstand bij "+S-" is handmatig schakelen pas te activeren wan- te bewegen. Het symbool "+S-" op het neer u de keuzehendel vooruit of achteruit in instrumentenpaneel verkleurt van WIT naar stand ‘+S–’...
Pagina 298
STARTEN EN RIJDEN te duwen – op het display verandert de Geartronic - Sport-modus* (S) N.B. De sportstand levert een sportiever rij- Automatische deactivering gedrag op en maakt het mogelijk om 3. Laat het rempedaal los en geef voorzichtig Als u de stuurpaddles niet gebruikt, worden hogere toeren te maken in de versnel- gas.
Pagina 299
STARTEN EN RIJDEN Keuzehendelblokkering down uit te voeren, gebeurt er niets. De auto blijft Automatische keuzehendelblokkering in de oorspronkelijke versnelling rijden. De automatische versnellingsbak kent enkele bij- De keuzehendelblokkering is verkrijgbaar in twee zondere beveiligingsfuncties: uitvoeringen: een mechanische en een automati- Bij kickdown kan de auto afhankelijk van het sche.
Pagina 300
STARTEN EN RIJDEN Automatische schakelblokkering Gerelateerde informatie Hellingrem (HSA)* • deactiveren Automatische versnellingsbak - Geartronic* U hoeft het rempedaal niet te bedienen wanneer (p. 294) u wegrijdt of achteruit een helling oprijdt - het HSA-systeem (Hill Start Assist) voorkomt dat de auto achteruitrolt.
Pagina 301
STARTEN EN RIJDEN Vierwielaandrijving - AWD* De vierwielaandrijving verhoogt de rijveiligheid tij- Hill Descent Control (HDC)* dens regen- en sneeuwval en bij ijzel. Bij vierwielaandrijving is de grip op het wegdek HDC is te vergelijken met een automatische optimaal. motorrem. Wanneer u op een aflopende helling Gerelateerde informatie het gaspedaal loslaat, wordt de auto normaal •...
Pagina 302
STARTEN EN RIJDEN Bij een handgeschakelde versnellingsbak werkt HDC wordt gedeactiveerd: WAARSCHUWING het systeem alleen in de eerste versnelling en in • met de aan/uit-knop op de middenconsole HDC werkt niet in alle situaties, maar is uit- de achteruitversnelling. sluitend bedoeld als een aanvullend hulpmid- •...
Pagina 303
Milieuzorg vormt een van de kernwaarden van teem gewezen doordat op het Let erop dat er verschillen bestaan in het Volvo Car Corporation en geeft richting aan al instrumentenpaneel het desbe- Start/Stop-systeem, afhankelijk van de vraag of onze activiteiten. Dit resulteerde in uiteenlopende...
Pagina 304
STARTEN EN RIJDEN Automatische motorstart Start/Stop-systeem deactiveren Voorwaarden In bepaalde situaties is het Voorwaarden mogelijk beter om het automa- Bedien de koppeling, zet de hendel in tische Start/Stop-systeem tij- de neutrale stand en laat het koppe- delijk uit te schakelen – dit is Met de schakelhendel in de neutrale lingspedaal opkomen.
Pagina 305
STARTEN EN RIJDEN Start/Stop* - automatische Voorwaarden Voorwaarden motorafslag werkt niet u rijdt achteruit met de auto. M + A de file-assistent van de adaptieve Ook als het Start/Stop-systeem geactiveerd is, cruisecontrol is geactiveerd. vindt er niet altijd een automatische motorstop de capaciteit van de startaccu is M + A plaats.
Pagina 306
STARTEN EN RIJDEN • Start/Stop* - automatische Start/Stop* - automatische motorstart werkt Voorwaarden motorstart niet (p. 305) De gordelsluiting van de bestuurder is • Start/Stop* - automatische motorafslag Een motor die automatisch werd afgezet kan in geopend met de keuzehendel in werkt niet (p.
Pagina 307
STARTEN EN RIJDEN • Start/Stop* - automatische Start/Stop* - onvrijwillige motorstop Start/Stop* - automatische motorstart motorstart werkt niet bij handgeschakelde (p. 304) versnellingsbak • Start/Stop* - automatische motorafslag De automatische motorstart werkt niet altijd na werkt niet (p. 303) automatische motorafslag. Doe het volgende, als de automatische motor- •...
Pagina 308
Informatie/maatregel Auto Start/Stop Service vereist Start/Stop werkt niet. Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende M + A Volvo-werkplaats. Autostart Motor loopt + akoes- Wordt geactiveerd als het bestuurdersportier wordt geopend met een automatisch afgezette tisch signaal motor en de keuzehendel in de D-stand.
Pagina 309
M = handbak, A = automaat. Als een displaymelding na het uitvoeren van de voorgestelde maatregel niet verdwijnt, dient u contact op te nemen met een werkplaats – gead- viseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Start/Stop* (p. 301) •...
Pagina 310
Rijmodus ECO* instrumentenpaneel en het lampje van de ECO N.B. -knop geven echter duidelijk aan dat het systeem ECO is een uniek en innovatief Volvo-systeem Bij activering van de ECO-functie worden aanstaat. dat bij auto's met een automatische versnellings- enkele parameters in de instellingen van de...
Pagina 311
STARTEN EN RIJDEN • Ook een combinatie van Eco Coast en een tijde- op steile aflopende hellingen – zodat u op de Meer informatie en instellingen lijk uitgeschakeld ECO-systeem kan samen tot motor kunt afremmen. een lager verbruik leiden. Dus: •...
Pagina 312
De druk die u uitoefent op het rempedaal wordt ten". Compenseer de verminderde remwerking verder in te trappen. Houd om die reden meer versterkt door de rembekrachtiging. door harder op het rempedaal te trappen. Volvo afstand aan tot uw voorligger. raadt aan om alleen remvoeringen te monteren WAARSCHUWING die zijn goedgekeurd voor uw Volvo.
Pagina 313
Gerelateerde informatie remsysteem te laten controleren - geadvi- • Rempedaal (p. 310) seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • Parkeerrem (p. 313) Als de remvloeistof onder het MIN-niveau in • het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas ver- Bedrijfsrem - noodremlichten en automati- der rijden als de remvloeistof is bijgevuld.
Pagina 314
STARTEN EN RIJDEN Bedrijfsrem - noodremlichten en Bedrijfsrem - remkrachtverhoging automatische alarmlichten bij noodstops De noodremlichten worden geactiveerd om ach- De remkrachtverhoging bij noodstops (EBA, terliggers erop te attenderen dat u krachtig remt. Emergency Brake Assist) helpt de remkracht ver- Daarbij knipperen de remlichten in plaats van dat hogen om op die manier de remweg te verkor- ze continu branden, zoals bij normaal remmen.
Pagina 315
STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem Parkeerrem aanzetten ten van de handgreep wordt de rem uitgescha- keld. De parkeerrem voorkomt met behulp van mecha- nische blokkering/vergrendeling van twee wielen N.B. dat een stilstaande auto kan wegrollen. Bij activeren van de noodrem bij hogere snel- Functie heden klinkt er tijdens het remmen een sig- Bij activering van de elektrisch geregelde par-...
Pagina 316
De parkeerrem is ook handmatig uit te scha- 2. Start de motor. kelen door het koppelingspedaal te bedienen in plaats van het rempedaal. Volvo adviseert u 3. Trap het rempedaal stevig in. echter het rempedaal te gebruiken. 4. Zet de keuzehendel in stand D of R en geef gas.
Pagina 317
• Probeer of u de rem kunt in- en uitschakelen. Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. NB Er klinkt een waarschuwingssignaal als u doorrijdt met deze foutmelding.
Pagina 318
Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Dezelfde melding verschijnt ook op auto's met een handbak, wanneer er langzaam wordt gereden met het portier open. De melding maakt u erop attent dat de parkeerrem mogelijk onbedoeld werd gelost.
Pagina 319
- geadvi- • Motortemperatuur hoog Stop auto Maak eventuele aansluitingen voor de elek- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. z.s.m. – breng de auto in dat geval zo spoe- trische verwarming en de aanhangerkoppe- Kans op motorschade.
Pagina 320
STARTEN EN RIJDEN Rijden met een geopend(e) Overbelasting - startaccu display de tekstmelding Versnellingsbak achterklep/kofferklep heet Rijd langzamer Versnellingsbak De elektrische functies van de auto belasten de heet Stop auto z.s.m. Wachten op Wanneer u met een geopende achterklep rijdt, startaccu (p.
Pagina 321
Let voor aanvang van de winter in het bijzonder Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs orde is. op het volgende: adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- • Zorg dat er geen sprake is van lekkage •...
Pagina 322
STARTEN EN RIJDEN Tankvulklep - openen/sluiten Tankvulklep - handmatig openen Gerelateerde informatie • Brandstof tanken (p. 321) De tankvulklep is als volgt te openen/sluiten: De tankvulklep kan handmatig worden geopend, als openen met de schakelaar in de passagiers- Tankvulklep openen/sluiten ruimte niet mogelijk is.
Pagina 323
Waar u tijdens het tanken op moet letten. Gebruik geen brandstof met een slechtere kwali- gebruik in de auto op basis van de aandui- teit dan Volvo adviseert, omdat dit een nadelige ding aan de binnenkant van de tankvulklep. invloed kan hebben op het motorvermogen en Tankdop open-/dichtdraaien het brandstofverbruik.
Pagina 324
Europa. brandstoffen of het gebruik van niet aanbevo- Dit zijn de aanduidingen die gelden voor de hui- len brandstof vervallen de garanties van Volvo dige standaardbrandstoffen in Europa. In een en evt. aanvullende serviceovereenkomsten. auto met een benzinemotor is het toegestaan Dit geldt voor alle motoren.
Pagina 325
De diesel- • Gebruik geen toevoegingen die niet door olie moet voldoen aan de norm EN 590 of Volvo zijn aanbevolen. BELANGRIJK SS 155435. Dieselmotoren zijn gevoelig voor verontreinigingen in de brandstof zoals een te •...
Pagina 326
Dergelijke brandstoffen voldoen niet aan de – als de auto overhelt, bestaat er gevaar oppervlakken. Maak als u gemorst hebt het kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- voor luchtbellen in de brandstoftoevoer. gebied met water en zeep schoon. leiding tot verhoogde vormen van slijtage en...
Pagina 327
STARTEN EN RIJDEN Roetfilter dieselmotor (DPF) informatie, zie Serviceprogramma van Volvo is gekomen. Daarna rijdt u nog 20 minuten ver- (p. 378). der. Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfilter, waardoor een nog efficiëntere uitlaatgasreiniging BELANGRIJK N.B. mogelijk is. Bepaalde speciale toevoegingen verwijderen...
Pagina 328
STARTEN EN RIJDEN • Autogas tanken* Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 451) Aanduiding voor autogas De aanduiding conform de CEN-norm EN16942 • Brandstoftank - inhoud (p. 448) Tank autogas (CNG - Compressed Natural Gas) zit aan de binnenkant van de tankvulklep en uiter- bij een auto met een Bi-Fuel-motor.
Pagina 329
(zuurstofsensor) en neem contact op met de dichtstbijzijnde werk- De lambdasonde maakt deel uit van het regelsys- plaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo- teem dat tot taak heeft de uitstoot te beperken werkplaats. en de energie-inhoud van de brandstof beter te benutten.
Pagina 330
• Rijd niet met open zijruiten. ven remmen. Voor informatie over het milieubeleid van Volvo • Bij hoge snelheden neemt het brandstofver- Car Corporation, zie Milieubeleid (p. 23). bruik toe – de luchtweerstand neemt toe naarmate de snelheid stijgt.
Pagina 331
Om veiligheidsredenen dient u de toelaat- gebreidere informatie, zie Gewichten (p. 436). bare maximumsnelheid voor auto's met een Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, wordt aanhanger/caravan niet te overschrijden. de auto compleet aangeleverd met de benodigde Neem de geldende bepalingen in acht ten...
Pagina 332
Rijden met een aanhanger* - handgescha- Aanhangergewichten kelde versnellingsbak (p. 330) Voor informatie over de toelaatbare aanhange- • Rijden met een aanhanger* - automatische rgewichten die Volvo hanteert, zie Trekgewicht en versnellingsbak (p. 331) kogeldruk (p. 437). • Trekhaak* (p. 331) •...
Pagina 333
WAARSCHUWING dersdisplay. Neem het gegeven advies in acht. Als de auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: Steile hellingen • Volg de montage-instructies nauwkeurig • Blokkeer een automatische versnellingsbak niet met een hogere versnelling dan de •...
Pagina 334
STARTEN EN RIJDEN Afneembare trekhaak* - opbergen Geldt voor een Bi-Fuel*-model N.B. Bewaar de afneembare trekhaak in de bagage- Wanneer een koppeling met trillingsdemper ruimte. wordt gebruikt, mag de trekkogel niet worden gesmeerd. Dit geldt ook bij montage van een fietsdrager die rond de trekkogel wordt vastgeklemd.
Pagina 335
STARTEN EN RIJDEN • Afneembare trekhaak* - Rijden met een aanhanger* (p. 329) specificaties Specificaties voor een afneembare trekhaak. Specificaties Afmetingen, bevestigingspunten (mm) Langsligger Middelpunt kogel Gerelateerde informatie • Afneembare trekhaak* - monteren/demonte- ren (p. 334) • Afneembare trekhaak* - opbergen (p. 332) * Optie/accessoire.
Pagina 336
STARTEN EN RIJDEN Afneembare trekhaak* - monteren/ demonteren U kunt de afneembare trekhaak als volgt monte- ren/demonteren: Aanbrengen Het controlevenster moet rood van kleur zijn. Het controlevenster moet groen van kleur zijn. Verwijder de afdekking door de pal in te drukken en de afdekking vervolgens recht naar achteren te trekken...
Pagina 337
STARTEN EN RIJDEN Controleer of de trekhaak vastzit door deze Veiligheidskabel. Druk de vergrendelingsknop in en draai stevig omhoog, omlaag en naar achteren te deze linksom totdat u een klik hoort. bewegen. WAARSCHUWING Controleer of de veiligheidskabel van de aan- WAARSCHUWING hanger in de juiste bevestiging vastzit.
Pagina 338
TSA kan op hogere snelheden ingrijpen. een oneffen wegdek of over hobbels. • Grote stuurbewegingen. Bediening Een pendelbeweging is vaak niet of nauwelijks te dempen, waardoor de combinatie moeilijk Inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak. (Electronic Stability Control) - elektronische stabiliteitsregeling. * Optie/accessoire.
Pagina 339
STARTEN EN RIJDEN Slepen N.B. WAARSCHUWING Bij het slepen wordt de auto met behulp van een • De TSA-functie wordt uitgeschakeld, als u de Controleer voordat u gaat slepen of het sleepkabel voortgetrokken door een ander voer- Sport -stand kiest, zie Elektronische stabili- stuurslot eraf is.
Pagina 340
STARTEN EN RIJDEN Sleepoog Neem het sleepoog erbij dat onder het vloer- BELANGRIJK luik in de bagageruimte ligt. Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd in Sleep de auto altijd zo dat de wielen in de rij- een draadbus achter een afdekking in de bum- Geldt voor Bi-Fuel*-model: het sleepoog ligt richting draaien.
Pagina 341
STARTEN EN RIJDEN Bergen De afdekking op het bevestigingspunt voor wanneer men deze met een sleepoog op het ber- het sleepoog bestaat in twee versies die op gingsvoertuig probeert te trekken. Hef de auto zo Met bergen wordt het afslepen bedoeld met een verschillende manieren moeten worden nodig met behulp van de hefinrichting van het ander voertuig.
Pagina 342
STARTEN EN RIJDEN BELANGRIJK Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rij- richting draaien. Gerelateerde informatie • Slepen (p. 337)
Pagina 344
Leeftijd van de banden Alle banden die ouder zijn dan 6 jaar moet u door Volvo adviseert u contact op te nemen met een een vakman laten controleren, ook al zien ze er erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent intact uit.
Pagina 345
WIELEN EN BANDEN Banden - draairichting Gerelateerde informatie N.B. • Banden - maten (p. 346) Bij banden met een speciaal profiel dat alleen Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat • Banden - snelheidsklassen (p. 347) goed werkt wanneer de banden in een bepaalde en ook hetzelfde merk voor beide wielparen richting draaien, staat deze richting aangegeven •...
Pagina 346
WIELEN EN BANDEN • Banden - slijtage-indicator Banden - bandenspanning Banden - draairichting (p. 343) • Banden - onderhoud (p. 342) Een slijtage-indicator toont de status van de pro- Banden kunnen een verschillende bandenspan- fieldiepte van de band. ning hebben en dat wordt gemeten in de een- heid bar.
Pagina 347
WIELEN EN BANDEN • Bandenspanning bij gebruik van de aanbevo- Bandenspanningssticker (Zie goedgekeurde bandenspanningswaar- len bandenmaat. den(p. 459).) • ECO-bandenspanning Gerelateerde informatie • Controleer de bandenspanning als de banden Banden - maten (p. 346) koud zijn. De aangegeven bandenspanning geldt •...
Pagina 348
WIELEN EN BANDEN Wiel- en velgmaten Banden - maten De typegoedkeuring van de auto geldt in combi- natie met bepaalde wielen en banden. Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in De banden van de auto hebben een bepaalde de onderstaande tabel. maat, zie het voorbeeld in de onderstaande Gerelateerde informatie tabel.
Pagina 349
WIELEN EN BANDEN Banden - lastindex Banden - snelheidsklassen 240 km/h (149 mph) De lastindex geeft het vermogen van een band Elke band is bestand tegen een bepaalde maxi- 270 km/h (168 mph) aan om een bepaalde last te dragen. mumsnelheid en behoort daardoor tot een bepaalde snelheidsklasse (SS - Speed Symbol).
Pagina 350
Volvo adviseert u om met een Volvo-dealer te zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele stemd op het model en op de band- en vel- overleggen over welke velg en welk type band accessoires van Volvo.
Pagina 351
WIELEN EN BANDEN Wielen verwisselen - wielen Draai de handgreep van de reservewielzak naar u BELANGRIJK verwijderen toe. Bevestig de haken van de vastgenaaide • Rijd met een reservewiel op de auto nooit spanbanden in de voorste verankeringsogen. De wielen van de auto kunnen worden verwis- sneller dan 80 km/h (50 mph).
Pagina 352
N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken* die bij de auto hoort, zoals aangegeven op de kriksticker. Op de sticker staat tevens de maximale hef- capaciteit bij de vermelde minimale hef- Demontagegereedschap voor kunststof boutafdekkin- hoogte.
Pagina 353
WIELEN EN BANDEN 4. Auto's met stalen velgen hebben afneembare 5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in WAARSCHUWING wieldoppen. Haak het demontagegereed- de wielsleutel* vast. Leg nooit iets tussen de krik en de onder- schap in dat geval vast de volledige wieldop- grond en evenmin tussen de krik en het krik- pen om ze vervolgens los te trekken.
Pagina 354
WIELEN EN BANDEN Wielen verwisselen - monteren 3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel niet WAARSCHUWING meer ongehinderd kan draaien. Het is belangrijk dat het wiel op de juiste manier Kruip nooit onder de auto als deze op een krik gemonteerd wordt.
Pagina 355
Bij montage van een andere bandenmaat Neem bij montage van een andere bandenmaat altijd contact op met een erkende Volvo-werk- Til de vloer in de bagageruimte op en haal de plaats voor een update van de software. Bij mon- gevarendriehoek tevoorschijn.
Pagina 356
WIELEN EN BANDEN Gereedschap Zorg dat de houder met de gevarendriehoek na Geldt voor Bi-Fuel*-model gebruik stevig in de bagageruimte vastzit. In de auto is onder meer een sleepoog, een krik* en een wielsleutel* aanwezig. N.B. Bij een geactiveerde Privacy locking zijn ach- terklep en vloerluik niet te openen, zie Privacy locking* (p.
Pagina 357
WIELEN EN BANDEN Krik* EHBO-set* Gereedschap, terugplaatsen Gebruik de krik om de auto op te heffen om bij- De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen voorbeeld een wiel te verwisselen. van eerste hulp. Gebruik de originele krik alleen voor het verwis- selen van het reservewiel.
Pagina 358
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrole* Bandenspanningscontrole (TM)* Geldt voor Bi-Fuel*-model De bandenspanningscontrole waarschuwt u met De TM (Tyre Monitor) bepaalt aan de hand van een controlesymbool op het instrumentenpaneel de rotatiesnelheid van de banden of de banden- voor een te lage bandenspanning in één of meer spanning in orde is.
Pagina 359
WIELEN EN BANDEN 4. Open het menusysteem MY CAR en kies het BELANGRIJK WAARSCHUWING menu Bandencontrole • Als er een storing optreedt in het TM, gaat Een verkeerde bandenspanning kan tot 5. Kies Kalibratie starten en druk op OK. bandenpech leiden, waarbij u de controle het controlesymbool op het instrumenten- over de auto kunt verliezen.
Pagina 360
• Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen De bandenspanningscontrole TPMS (Tyre Neem contact op met een Volvo-dealer of - ventieldopjes kunnen roesten en zijn Pressure Monitoring System) waarschuwt u, werkplaats. moeilijk los te draaien.
Pagina 361
Bandenspanningscontrole (TPMS)* - runflat- Stem vóór kalibratie altijd de bandenspanning af Bij gebruik van wielen zonder TPMS-sensor of banden* (p. 363) op de door Volvo geadviseerde bandenspan- een kapotte sensor, verschijnt de melding ningswaarden. Bandensp.systeem Service vereist Voor informatie over de juiste bandenspanning, N.B.
Pagina 362
> Op uw teken vindt automatisch kalibratie er is een storing opgetreden in het systeem. de bandenstatus controleren op het middendis- plaats. Het systeem geeft geen bevesti- Neem contact op met een Volvo-dealer of - play. ging na afloop van de kalibratie. werkplaats.
Pagina 363
Plaats na het oppompen van een band De auto moet stilstaan bij het activeren/deac- • Volvo raadt het af sensoren van het ene wiel altijd het ventieldopje terug om schade tiveren van het bandenspanningscontrolesys- over te zetten op een ander wiel.
Pagina 364
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrole Gerelateerde informatie N.B. • (TPMS)* - bij een lage Bandenspanningscontrole* (p. 356) • Het TPMS hanteert een zogeheten span- bandenspanning ningswaarde die gecorrigeerd wordt op Wanneer de bandenspanningscontrole TPMS basis van de banden- en buitentempera- (Tyre Pressure Monitoring System) waarschuwt, tuur.
Pagina 365
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrole WAARSCHUWING (TPMS)* - runflat-banden* Laat de montage van SST-banden over aan Als er zogeheten runflat-banden (SST-banden, de vakman. Self Supporting run flat Tires)* op de auto zitten, Gebruik SST-banden alleen in combinatie met hebt u ook TPMS (p. 356). TPMS.
Pagina 366
WIELEN EN BANDEN Typegoedkeuring - bandenspanningscontrole (TPMS)* De typegoedkeuring voor de sensoren van de bandenspanningscontrole - TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) staat in de tabel. Alleen beschikbaar op de S60/V60 Polestar met 350 pk. * Optie/accessoire.
Pagina 367
WIELEN EN BANDEN Land/regio Brazilië Oekraïne...
Pagina 369
WIELEN EN BANDEN Verklaring van overeenstemming (Declaration of Conformity) Land/regio Landen bin- nen de EU: Exportland: Duitsland Producent: Continental Automotive GmbH Type uitrusting: TPMS-eenheid...
Pagina 370
WIELEN EN BANDEN Land/regio Tsjechië: Continental tímto prohlašuje, že tento Radio Transmitter je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Denemar- Undertegnede Continental erklærer herved, at følgende udstyr Radio Transmitter overholder de væsentlige krav og øvrige ken: relevante krav i direktiv 1999/5/EF.
Pagina 371
WIELEN EN BANDEN Land/regio Malta: Hawnhekk, Continental, jiddikjara li dan Radio Transmitter jikkonforma mal-ħtiġijiet essenzjali u ma provvedimenti oħrajn relevanti li hemm fid-Dirrettiva 1999/5/EC. Hongarije: Alulírott, Continental nyilatkozom, hogy a Radio Transmitter megfelel a vonatkozó alapvetõ követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv egyéb elõírásainak.
Pagina 372
N.B. De bandenreparatieset is uitsluitend bedoeld voor het repareren van banden met een lek in De noodreparatieset voor banden zit onder de het loopvlak. bagageruimtevloer. N.B. De compressor voor provisorische bandenre- paratie is door Volvo getest en goedgekeurd.
Pagina 373
Behandel de vloer. vervangen bus als klein chemisch afval (KCA). Vervang de bus met afdichtmiddel na gebruik. Volvo adviseert u de vervanging te laten uitvoeren door een erkende Volvo-werkplaats. WAARSCHUWING De noodreparatieset voor banden ligt achter een zijluikje De bus met afdichtmiddel bevat 1,2-ethanol in de bagageruimte.
Pagina 374
WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden - 1. Plaats een gevarendriehoek en schakel de WAARSCHUWING bediening alarmlichten in, als u een lekke band moet • Wanneer de borgvloeistof op de huid afdichten langs een drukke weg. Repareer een lekke band met de noodreparatie- terechtkomt, moet u de vloeistof met een set, Temporary Mobility Kit (TMK).
Pagina 375
Beëindig in dat zijnde 12V-aansluiting en start de auto. geval de rit. Roep pechhulp onderweg in om seerd wordt een erkende Volvo-werk- de auto naar een bandenwerkplaats te slepen. plaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-ban- N.B.
Pagina 376
Geadviseerd wordt een Houd bij het wegrijden omstanders uit de ventielaansluiting ervan tot aan de aanslag erkende Volvo-bandenwerkplaats. buurt van de auto om te voorkomen dat ze vast over de draadwindingen van het band- afdichtmiddel op zich krijgen. De afstand ventiel.
Pagina 377
1,3 bar , werd de band onvoldoende Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde afgedicht. Beëindig in dat geval de rit. erkende Volvo-werkplaats te rijden om de Roep pechhulp onderweg in om de auto WAARSCHUWING beschadigde band te laten vervangen/repareren.
Pagina 378
WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden - BELANGRIJK banden oppompen Laat de compressor niet langer dan De originele banden van de auto kunnen worden 10 minuten achtereen werken – risico van opgepompt met behulp van de compressor in oververhitting. de noodreparatieset voor banden (p. 371). 1.
Pagina 380
ONDERHOUD EN SERVICE Serviceprogramma van Volvo Afspraak maken voor servicebeurt 3. Geef de Volvo-dealer van uw keuze aan voor service en reparatie. en reparatie* Om de verkeersveiligheid, bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid van de auto op een hoog peil 4. Kies het communicatiekanaal van uw voor-...
Pagina 381
ONDERHOUD EN SERVICE Dienst gebruiken lampje en de servicemelding op het instru- Mijn afspraken mentenpaneel doven. Alle menu’s en instellingen zijn vanuit de nor- Toon boekingsinformatie op het beeldscherm van maalweergave in MY CAR te bereiken door OK/ • de auto. Accepteer het boekingsvoorstel of vraag - Er verschijnen geen pop-upmeldingen Service &...
Pagina 382
Inspectie en onderhoud van het Autogegevens versturen autogassysteem* De autogegevens worden verstuurd naar de cen- trale Volvo-database (niet naar dealers). Volvo- Het autogassysteem moet regelmatig worden dealers kunnen de autogegevens vervolgens geïnspecteerd door een erkende werkplaats. opvragen aan de hand van het identificatienum-...
Pagina 383
N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een andere krik dan door Volvo geadviseerd de aanwijzingen die bij deze krik werden gele-...
Pagina 384
ONDERHOUD EN SERVICE Kriksteunpunten (pijlen) voor de krik van de auto en de hefpunten (rood gemarkeerd). Gerelateerde informatie Als u de auto aan de voorkant heft met een gara- • gekrik, moet u de krik onder een van de vier hef- Wielen verwisselen - wielen verwijderen punten zetten die verder naar binnen onder de (p.
Pagina 385
ONDERHOUD EN SERVICE Motorkap - openen en sluiten Motorruimte - overzicht Haal de borghaak naar links om de motorkap te openen. (De borghaak zit tussen de kop- De motorkap is te openen, wanneer u de hand- Het overzicht laat een aantal servicespecifieke lamp en de radiateurgrille zoals afgebeeld.) greep in de passagiersruimte rechtsom hebt componenten zien.
Pagina 386
6 minuten na uitschakeling van de motor kan aanslaan of blijven draaien. Laat de motorreiniging altijd uitvoeren door een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Als de motor warm is, bestaat er brandgevaar. Gerelateerde informatie Afhankelijk van het model en het motortype kan de •...
Pagina 387
Een negatieve invloed op de levens- onder ongunstige omstandigheden adviseert duur van de motor, de startgewilligheid, het Volvo een olie van een hogere kwaliteit dan aan- brandstofverbruik en de milieu-impact is gegeven, zie Motorolie - ongunstige rijomstandig- anders niet uitgesloten.
Pagina 388
WAARSCHUWING verschijnt, zie volgende afbeelding. Bij het verschijnen van de melding Olieservice vereist moet u een werkplaats opzoeken – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog. Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.
Pagina 389
WAARSCHUWING Bij het verschijnen van de melding Olieservice vereist moet u een werkplaats opzoeken – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog. Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.
Pagina 390
ONDERHOUD EN SERVICE Oliepeil meten, 5-cil. diesel BELANGRIJK Houd voor controle van het oliepeil de onder- Vul bij het verschijnen van de melding staande procedure aan. Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen slechts 1. Activeer sleutelstand II, zie contactslotstan- 0,5 liter bij. den - functies in verschillende standen (p.
Pagina 391
2 liter koelvloeistof moet De koelvloeistof moet tussen het MIN- en MAX- bevelingen van Volvo. bijvullen, bel dan een takelwagen om bij een streepje op het expansiereservoir staan. Als u het •...
Pagina 392
Geadviseerd wordt de oorzaak van het rem- vloeistofverlies te laten controleren door een BELANGRIJK erkende Volvo-werkplaats. Vergeet niet de dop terug te plaatsen.
Pagina 393
De airconditioning bevat een fluorescerend tra- ceermiddel. Bij zoeken naar lekken moet ultravio- let licht worden gebruikt. Volvo adviseert om contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Auto's met koudemiddel R134a WAARSCHUWING In de installatie voor airconditioning zit koude- middel R134a onder druk.
Pagina 394
• elektrische systeem van de auto in sleutel- dagrijverlichting/parkeerlichten voor Gerelateerde informatie stand 0 staan, zie contactslotstanden - func- • • Serviceprogramma van Volvo (p. 378) Bochtverlichting ties in verschillende standen (p. 86). • Zijdelings gemonteerde richtingaanwijzers, buitenspiegels BELANGRIJK •...
Pagina 395
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat de vangen door eerst het complete koplamphuis via kapotte gloeilamp is vervangen, wordt geadvi- de motorruimte los te nemen en te verwijderen. seerd een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken. Koplamphuis verwijderen Zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand 0, zie contactslotstanden - func- N.B.
Pagina 396
ONDERHOUD EN SERVICE Lampen verwisselen - afdekkap Koplamphuis bevestigen Gerelateerde informatie groot-/dimlichtlampen • Lamp vervangen - koplampen (p. 393) • De groot-/dimlichtlampen zijn bereikbaar door Lamp vervangen - dimlicht (p. 395) de grotere afdekkap van de koplamp los te • Lamp vervangen - groot licht (p.
Pagina 397
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - dimlicht Lamp vervangen - groot licht Gerelateerde informatie • Lampen - specificaties (p. 399) De lamp van het dimlicht zit achter de grote De lamp van het groot licht zit achter de grote afdekking in het koplamphuis. afdekking in het koplamphuis.
Pagina 398
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - verstraler Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde terug. terug. De verstralerlamp zit achter de grote afdekking in het koplamphuis. Gerelateerde informatie Gerelateerde informatie • • Lampen - specificaties (p. 399) Lampen - specificaties (p.
Pagina 399
ONDERHOUD EN SERVICE Lampen vervangen - Lamp vervangen - verlichting achter 5. Breng een nieuwe gloeilamp aan door de richtingaanwijzers voorzijde lamp omlaag te duwen en rechtsom te De lampen voor richtingaanwijzers achter, mist- draaien. De richtingaanwijzerlamp zit achter de kleine achterlicht en achteruitrijlichten zijn vanuit de afdekking in het koplamphuis.
Pagina 400
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - positie lampen Lamp vervangen - Lamp vervangen - verlichting in achterzijde kentekenplaatverlichting bagageruimte Het overzicht geeft de positie aan van de lampen De kentekenplaatverlichting zit onder de hand- De bagageruimteverlichting zit in de achterklep. aan achterzijde.
Pagina 401
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - verlichting make- Lampen - specificaties 2. Duw het vast. upspiegel De specificaties gelden voor gloeilampen. Wend Gerelateerde informatie De lampjes voor de verlichting van de make- u voor vervanging van led-lampen en xenonlam- • Lampen - specificaties (p.
Pagina 402
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen BELANGRIJK Verlichting Type De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en Voordat de wisserbladen in de servicestand Achteruitrijlicht P21W LL achterruit. In combinatie met sproeiervloeistof worden gezet, moet u controleren of ze niet reinigen ze de ruiten voor een goed zicht tijdens Mistachterlicht H21W LL vastgevroren zijn.
Pagina 403
ONDERHOUD EN SERVICE BELANGRIJK Als de wisserarmen in de servicestand van de voorruit af zijn gehaald, moet u ze tegen de voorruit terugklappen alvorens de wissers te activeren. Dit om lakschade aan de motorkap tegen te gaan. Wisserbladen vervangen Klap de wisserarm omhoog als deze in de servicestand staat.
Pagina 404
ONDERHOUD EN SERVICE Sproeiervloeistof - bijvullen 1. Klap de wisserarm uit. Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- len sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer Om de koplampen en ruiten schoon te houden 2. Kantel het wisserblad iets naar buiten toe, en onder het vriespunt.
Pagina 405
ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu - algemeen BELANGRIJK WAARSCHUWING De startaccu wordt gebruikt voor aandrijving van • Bij vervanging van de startaccu van een auto De startaccu kan het zeer explosieve de startmotor en andere elektrische uitrusting in met Start/Stop-systeem moet u een accu van knalgas produceren.
Pagina 406
ONDERHOUD EN SERVICE Accu - symbolen BELANGRIJK N.B. Op de accu's zitten symbolen die informatie ver- Bij het negeren van het volgende valt na aan- Als de startaccu vaak ontladen wordt, heeft strekken en waarschuwen. sluiting van een externe startaccu of accula- dat een negatief effect op zijn levensduur.
Pagina 407
ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu - vervangen Vermijd vonken en open vuur. De startaccu van de auto is zonder hulp van een werkplaats te vervangen. Demonteren Om te beginnen: Neem de transpondersleutel uit het contactslot en wacht ten minste Explosiegevaar. 5 minuten, voordat u een van de elektrische aan- sluitingen aanraakt –...
Pagina 408
ONDERHOUD EN SERVICE Haal de rubber strip los om de achterste Veerpootbrug bij R-Design* N.B. afdekking bloot te leggen. Haal de bouten aan met 30 Nm. Controleer Neem de achterste afdekking los door deze het aanhaalmoment met een momentsleutel. een kwartslag te verdraaien en vervolgens op te tillen.
Pagina 409
ONDERHOUD EN SERVICE Accu - Start/Stop 7. Duw de achterste afdekking vast. (Zie de Accu voorgaande paragraaf "Demonteren".) Auto's met Start/Stop-systeem hebben behalve Start, 12 V Hulp, 12 V de startaccu ook een hulpaccu. 8. Plaats de rubber strip. (Zie "Demonteren".) Auto met stuur 9.
Pagina 410
- BELANGRIJK (automatische versnellingsbak). geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Bij vervanging van de startaccu van een auto met Start/Stop-systeem moet u een accu van het type EFB of beter monteren.
Pagina 411
ONDERHOUD EN SERVICE Elektrisch systeem BELANGRIJK N.B. Het elektrische systeem is enkelpolig en Bij het negeren van het volgende valt het Als de startaccu zo ontladen is dat de elektri- gebruikt het chassis en het motorblok als gelei- Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na sche standaardsystemen van de auto's zijn ders.
Pagina 412
Als dezelfde zekering herhaaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een storing vertoont. U wordt dan geadviseerd een bezoek te brengen aan een erkende Volvo-werk- Positie van de relais- en zekeringhouders bij plaats voor een controle. auto's met het stuur links – bij auto's met het...
Pagina 413
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - in motorruimte De zekeringen in de motorruimte beveiligen onder meer de motor- en remfuncties.
Pagina 414
"JCASE" en dienen door een werkplaats te Motorregeleenheid; transmis- worden vervangen sieregeleenheid; airbags Elektrische voorruitverwar- • De zekeringen 16–33 en 35–41 zijn van het ming* , links Elektrische sproeikopverwar- type "MiniFuse". ming* Ruitenwissers Standverwarming* Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 416
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Koelventilator (benzine) 60/80 Koelventilator (diesel) Stuurbekrachtiging Ampère Bij auto's met Start/Stop-systeem is deze zekeringpositie leeg – zie in plaats daarvan Zekeringen - in de koude zone van de motorruimte (p. 421). Bij auto's met Start/Stop-systeem is deze zekeringpositie leeg –...
Pagina 417
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - onder dashboardkastje De zekeringen onder het dashboardkastje bevei- ligen onder meer de infotainment- en stoelfunc- ties. Posities Functie Functie Functie Bedieningspaneel bestuurderspor- tier Hoofdzekering voor regeleenheid audio*; hoofdzekering voor de Bedieningspaneel voorste passa- zekeringen 16–20: Infotainment Portierhandgrepen, passief sys- giersportier teem*...
Pagina 418
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Bedieningspaneel achterste passa- Verwarming zitplaats achterbank giersportier links links* Passief systeem* Extra verwarming op stroom* Elektrisch bedienbare stoel Stoelverwarming passagierszijde bestuurderszijde* voorin Elektrisch bedienbare stoel passa- Stoelverwarming bestuurderszijde gierszijde* voorin Parkeerhulp*; parkeercamera*; BLIS* Regeleenheid infotainment of dis- Regeleenheid AWD* play Actieve chassisregeling Four-C*...
Pagina 419
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - in regeleenheid onder dashboardkastje De zekeringen in de regeleenheid onder het dashboardkastje beveiligen onder meer de func- ties voor airbags en Collision Warning. Posities Functie Functie Functie Instrumentenpaneel Centrale vergrendeling tankvulklep Achterruitwisser Adaptieve cruisecontrol (ACC)*; Elektrische stuurverwarming* Collision Warning* Elektrische voorruitverwarming*...
Pagina 420
ONDERHOUD EN SERVICE Gerelateerde informatie Functie • Zekeringen - in motorruimte (p. 411) Brandstofpomp • Zekeringen - onder dashboardkastje (p. 415) • Zekeringen - in bagageruimte (p. 419) Bewegingsmelder voor alarm*; bedieningspaneel klimaatregeling • Zekeringen - in de koude zone van de motor- ruimte (p.
Pagina 421
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - in bagageruimte De zekeringen in de bagageruimte beveiligen onder meer de elektrische parkeerrem. Posities Functie Functie Functie 12V-aansluiting bagageruimte Trekhaakaansluiting 1* Elektrische parkeerrem links Elektrische parkeerrem rechts Ampère Elektrische achterruitverwarming Gerelateerde informatie • Zekeringen - in motorruimte (p. 411) Trekhaakaansluiting 2* •...
Pagina 422
ONDERHOUD EN SERVICE • Zekeringen - in regeleenheid onder dash- boardkastje (p. 417) • Zekeringen - in de koude zone van de motor- ruimte (p. 421)
Pagina 423
• Zekeringen 12 is van het type "MiniFuse". ruimte Voor meer informatie over Start/Stop, zie Start/ Extra verwarming op stroom* Stop* (p. 301). Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 424
ONDERHOUD EN SERVICE • Zekeringen - in regeleenheid onder dash- Functie boardkastje (p. 417) Hoofdzekering voor centrale elek- • Zekeringen - in bagageruimte (p. 419) tronicamodule (ECM) onder dash- boardkastje Hoofdzekering voor relais-/zeke- ringhouder onder dashboardkastje Elektrische voorruitverwarming* Hoofdzekering voor relais- en zekeringhouder in bagageruimte Interieurventilator Startrelais...
Pagina 425
Vuile koplampen werken minder goed. Maak verkleuring te laten herstellen door een Hogedrukreinigers ze regelmatig schoon, bijvoorbeeld als u tankt. erkende Volvo-werkplaats. Let er bij gebruik van een hogedrukreiniger op Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen, • dat u cirkelende bewegingen maakt en de spuit- Spoel het onderstel af.
Pagina 426
(p. 400). Velgen N.B. Gebruik alleen de velgreinigers die Volvo advi- Reinig de wisserbladen en voorruit regelmatig seert. met een lauw sop of autoshampoo. Gebruik Onderdelen die moeten worden schoongemaakt met Na reiniging kan er verkleuring optreden aan de geen sterke oplosmiddelen.
Pagina 427
Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door u voor het verwijderen van ijs alleen een wijzingen op de verpakking nauwkeurig op. Veel Volvo geadviseerd worden. Andere behande- krabber van kunststof te gebruiken. preparaten bevatten zowel poetsmiddel als was. lingen zoals lakconservering, verzegeling, •...
Pagina 428
Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- Gebruik geen metalen ijskrabber om de ruiten en complete roestwerende behandeling onder- zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd van ijs te ontdoen. Gebruik de elektrische ver- gaan. De carrosserie bestaat ten dele uit gegal- worden. Reinig het interieur regelmatig en voor warming om de buitenspiegels van ijs te ont- vaniseerd plaatwerk.
Pagina 429
à viermaal per jaar (zo kleding en de inlegmatten ieder apart schoon te nodig vaker) op te brengen. U kunt de Volvo Lea- kunnen maken. Gebruik een stofzuiger om vuil en ther Care Kit/Wipes kopen bij een Volvo-dealer.
Pagina 430
ONDERHOUD EN SERVICE Lakschade Geringe lakschade herstellen zoals steenslagschade en krasjes De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom regel- matig worden gecontroleerd. De meest voorko- mende soorten lakschade zijn bijvoorbeeld steenslagplekken, krassen en plekjes op de spatbordranden, portieren en bumpers.
Pagina 431
ONDERHOUD EN SERVICE 2. Vóór het lakken kunt u zo nodig (bij ongelijk- matige randen bijvoorbeeld) plaatselijk licht schuren met zeer fijn schuurlinnen. Reinig het gebied zorgvuldig en laat het goed dro- gen. 3. Roer de grondlak (primer) goed om en breng deze met een fijn kwastje of een lucifer of iets dergelijks op.
Pagina 434
SPECIFICATIES Typeaanduidingen Typeaanduiding, chassisnummer enzovoort (autospecifieke informatie) staan aangegeven op een sticker in de auto.
Pagina 435
SPECIFICATIES Positie van stickers en plaatjes De afbeelding is schematisch – afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of...
Pagina 436
SPECIFICATIES accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om N.B. de typeaanduiding, het chassisnummer en het De in de gebruikershandleiding afgebeelde motornummer bij de hand te hebben. stickers hoeven niet per definitie overeen te Sticker voor typeaanduiding, chassisnummer, komen met de stickers die in of op uw auto maximaal toelaatbaar gewicht, kleurcode voor aanwezig zijn.
Pagina 437
SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte enzovoort betreft. Maten Maten Maten Wielbasis 2776 Spoorbreedte vooras Breedte incl. buitenspiegels 2097 1588 Lengte 4635 1578 Breedte incl. ingeklapte bui- tenspiegels 1899 Laadlengte, vloer, achterbank Spoorbreedte achteras 1585 neergeklapt...
Pagina 438
SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto met het...
Pagina 439
SPECIFICATIES Trekgewicht en kogeldruk Max. gewicht geremde aanhanger Het trekgewicht en de kogeldruk voor het rijden N.B. met een aanhanger staan in de tabellen. Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle markten. Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode Motor B4154T5...
Pagina 440
SPECIFICATIES Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max. kogeldruk (kg) Motorcode Motor D4204T14 Automaat, TG-81SC 1800 D4 AWD D5244T21 Automaat, TF-80SD 1800 D4204T11 Automaat, TG-81SC 1800 Motorcode, onderdeel- en serienummer van de motor vindt u op de motor, zie Typeaanduidingen (p. 432). Max.
Pagina 441
SPECIFICATIES Motorspecificaties N.B. De motorspecificaties (vermogen enzovoort) Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle voor de verschillende motoralternatieven staan in markten. de tabel.
Pagina 442
SPECIFICATIES Vermogen Vermogen Koppel Aantal Cilinderbo- Slag- Cilinderin- Compres- Motorcode cilinders ring lengte houd sieverhou- Motor (kW bij omw/ (pk bij omw/ (Nm bij omw/min) ding min) min) (mm) (mm) (liter) B4154T5 90/5000 122/5000 220/1600–3500 82,0 70,9 1,498 10,5:1 B4154T4 112/5000 152/5000 250/1700–4000...
Pagina 443
SPECIFICATIES Gerelateerde informatie • Koelvloeistof - kwaliteit en hoeveelheid (p. 445) • Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid (p. 443)
Pagina 444
Volvo adviseert: teits- en viscositeitseisen. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie • Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid (p. 443) •...
Pagina 445
Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid N.B. De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle heden voor de verschillende motoralternatieven markten. staan in de tabel. Volvo adviseert: Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode Motor (liter) B4154T5 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca.
Pagina 446
SPECIFICATIES Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode Motor (liter) B4204T37 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca. 5,6 B4204T19 ca. 5,6 T5/Bi-Fuel B4204T11 ca. 5,6 B4204T41 ca. 5,6 T6 / T6 AWD B4204T9 ca. 5,6 Polestar B4204T43 ca. 5,4 D4204T8 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca.
Pagina 447
Koelvloeistof - kwaliteit en Hoeveelheid hoeveelheid (liter) Motor In de tabel ziet u de aan te houden hoeveelheid koelvloeistof voor de verschillende motortypes. D4204T8 Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- D4204T20 len koelvloeistof aangelengd met 50% water , zie D4204T9 8,9 (9,2 verpakking. D4204T14 N.B.
Pagina 448
SPECIFICATIES Transmissieolie - kwaliteit en hoeveelheid De voorgeschreven transmissieolie en de hoe- veelheid voor de verschillende versnellingsba- kopties staan in de tabel. Handgeschakelde versnellingsbak Handgeschakelde versnellingsbak Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven versnellingsbakolie ca. 1,45 BOT 350M3 Automatische versnellingsbak Automatische versnellingsbak Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven versnellingsbakolie TF-71SC ca.
Pagina 449
Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- Voorgeschreven kwaliteit: Volvo Original len stuurbekrachtigingsvloeistof. DOT 4 klasse 6 of een vergelijkbare kwaliteit.
Pagina 450
SPECIFICATIES Brandstoftank - inhoud De inhoud van de brandstof voor de verschil- lende motoralternatieven staat in de tabel. Motor Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven kwaliteit Benzinemotor ca. 67 Brandstof - benzine (p. 322) Dieselmotor ca. 67 Brandstof - diesel (p. 323) Autogastank (CNG) – betreft Bi-Fuel Tankinhoud ca.
Pagina 451
SPECIFICATIES Specificaties voor airconditioning Sticker voor R1234yf Lampje Betekenis De klimaatregeling van de auto maakt, afhanke- Onderhoud aan de mobiele airco lijk van de markt, gebruik van het koudemiddel (MAC) is voorbehouden aan een R1234yf of R134a. Op een sticker aan de bin- bevoegd onderhoudsmonteur nenkant van de motorkap staat informatie over het koudemiddel dat in de klimaatregeling van...
Pagina 452
SPECIFICATIES Verdamper Auto's met koudemiddel R1234yf Gewicht Voorgeschreven kwaliteit BELANGRIJK 750 g R1234yf Het is niet toegestaan de aircocondensor te repareren of te vervangen door een gebruikte WAARSCHUWING condensor. De nieuwe condensor moet con- form de SAE-norm J2842 zijn gekeurd en In de airco-installatie zit koudemiddel gemerkt.
Pagina 453
SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO2-uitstoot Stadsverkeer N.B. Als de gegevens over brandstofverbruik en Het brandstofverbruik voor een auto wordt Snelwegrit emissie ontbreken, staan deze in het bijgele- gemeten in liter per 100 km en de CO2-uitstoot verde supplement. in gram CO2 per km. Combinatierit Uitleg gram CO...
Pagina 455
SPECIFICATIES (D4204T14) (D4204T14) (D4204T14) D4 AWD (D5244T21) D5 (D4204T11) Geldt niet voor de variant met een geringe emissie. Geldt alleen voor de variant met een geringe emissie. • De brandstofverbruiks- en emissiewaarden in de Als de auto wordt uitgerust met extra acces- Een combinatie van de bovengenoemde factoren bovenstaande tabel zijn gebaseerd op speciale soires die het gewicht van de auto verhogen.
Pagina 456
SPECIFICATIES (0–75 mph). Het betreft hier een gesimu- Specificaties CNG N.B. leerde rit. Typeaanduiding Bi-Fuel Extreme weersomstandigheden, een aange- Bij auto's met een handgeschakelde versnel- koppelde aanhanger/caravan of ritten op Vermogen, CNG Het vermogen is vergelijk- lingsbak geldt de 2e versnelling als wegrijver- grote hoogte zijn, in combinatie met de baar met dat van een benzi- snelling.
Pagina 457
SPECIFICATIES Wielen en banden - goedgekeurde ties. Voor het juiste gebruik van de tabel zijn Voor informatie over de minimaal toelaatbare las- maten gegevens over de motor, de voorwielaandrijving tindex (LI) en snelheidsklasse (SS), zie Lastindex (FWD) of vierwielaandrijving (AWD) alsook het en snelheidsklasse (p.
Pagina 459
SPECIFICATIES Lastindex en snelheidsklasse Voor het juiste gebruik van de tabel zijn gege- type versnellingsbak vereist. Voor meer informa- vens over de motor, de voorwielaandrijving tie over deze gegevens, zie Typeaanduidingen In de onderstaande tabel staan de minimaal toe- (FWD) of vierwielaandrijving (AWD) alsook het (p.
Pagina 460
SPECIFICATIES handb./ Motor autom. Minimaal toelaatbare lastindex (LI) Minimaal toelaatbare snelheidsklasse (SS) handb. D4204T9 autom. handb. D4204T14 autom. handb. D4204T14 autom. autom. D4 AWD D5244T21 autom. D4204T11 De lastindex van de band dient groter dan of minimaal gelijk te zijn aan de tabelwaarde. De snelheidsklasse van de band dient groter dan of minimaal gelijk te zijn aan de tabelwaarde.
Pagina 461
SPECIFICATIES Banden - goedgekeurde N.B. bandenspanning Alle motoren, banden of combinaties daarvan De goedgekeurde bandenspanningen voor de zijn niet altijd beschikbaar op alle markten. verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Motor (km/h) Voor Achter Voor...
Pagina 462
SPECIFICATIES Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Motor (km/h) Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) 0 – 160 215/55 R 16 235/45 R 17 160+ T6 (B4204T9) 205/60 R 16 0 – 160 T6 AWD (B4204T9) 215/50 R 17 D5 (D4204T11) 235/40 R 18...
Pagina 463
SPECIFICATIES Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Motor (km/h) Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) 0 – 160 235/40 R 19 160+ Polestar (B4204T43) 0 – 160 245/35 R 20 160+ Compact reservewiel (Temporary Spare) max.
Pagina 465
ALFABETISCH REGISTER ALFABETISCH REGISTER Beperkingen Airbagsysteem functie waarschuwingssymbool Aanbevolen kinderzitjes Symbolen en meldingen Airconditioning tabel Actieve xenonkoplampen Airconditioning, vloeistof Aanhanger Adaptieve bochtverlichting hoeveelheid en kwaliteit kabel Adaptieve cruisecontrol alarm 192, 193, 194 pendelbeweging functie alarm controleren rijden met een aanhanger inhalen alarmindicatie Aanrijding...
Pagina 466
ALFABETISCH REGISTER handmatige schakelstanden (Geartro- maten Bergen nic) onderhoud Beveiliging tegen overbelasting, schuif- slepen en bergen profieldiepte slijtage-indicator Automatische wasstraat Bi-Fuel spanning 344, 459 Automatisch groot licht inleiding specificaties 455, 457, 459 Schakelaar Auto met internetaansluiting Winterbanden afspraak maken voor servicebeurt en BLIS 249, 250 Bandenmaat...
Pagina 467
ALFABETISCH REGISTER CZIP (Clear Zone Interior Package) Camerasensor 233, 245 ECC, elektronische klimaatregeling ECO-bandenspanning City Safety™ Eco Cruise Claxon Dagrijlicht Clean Zone Interior Package (CZIP) EcoGuide Dagteller op nul stellen 124, 128 ECO-stand -uitstoot Dagtellers 80, 121 Eerste hulp Collision Warning 238, 239 Dakbelasting, max.
Pagina 468
ALFABETISCH REGISTER Elektronische klimaatregeling, ECC Elektronische startblokkering Gastank handgeschakelde versnellingsbak ERS - Starten op afstand inhoud schakelindicatie (GSI) Ethanolgehalte slepen en bergen Geartronic max. 10 volumeprocent Handgeschakelde versnellingsbak Geheugenfunctie stoel etiketten aanhanger Gelaagd glas locatie van Handmatige schakelstanden (Geartronic) 294 Gereedschap Extra verwarming elektrisch...
Pagina 469
ALFABETISCH REGISTER Inparkeerhulp - PAP Kinderen Klimaatregeling kinderslot reparatie Instructieboekje, milieulabel kinderzitje en airbag Klok, instellen Instrumenten, schakelaars en bedie- kinderzitje en SIPS-airbag ning 64, 67 Koelsysteem plaats in de auto oververhitting Instrumentenoverzicht veiligheid auto met stuur links Koelvloeistof Kinderslot auto met stuur rechts hoeveelheid en kwaliteit Kinderveiligheidszitje...
Pagina 470
ALFABETISCH REGISTER Lane Departure Warning -(LDW) 261, Max. dakbelasting Motor afzetten 262, 263 Meldingen BLIS Motor- en interieurverwarming Lasersensor directe start Meldingen en symbolen direct uitschakelen Lastindex Adaptieve cruisecontrol meldingen Collision Warning with Auto Lekke band timer Brake 237, 247 Leren bekleding, reinigingsvoorschriften Driver Alert Control Motorkap, openen...
Pagina 471
ALFABETISCH REGISTER Opbergmogelijkheid Peilstok, elektronisch 386, 387 dashboardkastje Personal Car Communicator Noodreparatieset banden tunnelconsole Poetsen Noodreparatieset voor banden Opblaasgordijn Positie buitenspiegels herstellen band oppompen Optie/accessoire Powermeter overzicht Oververhitting 317, 329 positie Privacy locking resultaat controleren Profieldiepte uitvoering Nooduitrusting EHBO-kit PACOS gevarendriehoek Paniekfunctie Queue Assist...
Pagina 475
71, 74, 77 make-upspiegel Voetgangersbescherming Warmtereflecterende voorruit richtingaanwijzers, voor Volgtijd instellen Wasstraat Verlichting, lamp vervangen Volvo ID dimlicht (auto's met halogeenkoplam- Water- en vuilafstotende laag Volvo Sensus pen) Water- en vuilafstotende laag, reinigen groot licht (auto's met actieve xenonko- Voorruit...
Pagina 476
ALFABETISCH REGISTER Wielen Zij-airbag, SIPS demonteren Zonnescherm, schuifdak monteren Zuinig rijden Sneeuwkettingen Wielen en banden Goedgekeurde maten lastindex en snelheidsklasse Wiel vervangen Winterbanden Wisserblad achterruit vervangen Reinigen Servicestand vervangen Wissers en -sproeiers Zekeringen algemene informatie in bagageruimte in koude zone motorruimte in motorruimte in regeleenheid onder dashboard- kastje...