SLOTEN EN ALARM
Keyless Drive* - vergrendelen
Auto's met Keyless start en ontgrendeling/
vergrendeling zijn voorzien van een aanraakge-
voelig gebied op de buitenhandgreep van de
portieren alsook een met rubber beklede knop
naast het eveneens met rubber beklede drukpla-
tje voor ontgrendeling/vergrendeling op de ach-
terklep.
Het aanraakgevoelige gebied op de buitenhandgreep
van de portieren en de met rubber beklede knop naast
het eveneens met rubber beklede drukplaatje op de
achterklep.
Vergrendel de portieren en de achterklep door
lang op het aanraakgevoelige gebied van een van
de portierhandgrepen te drukken of druk op de
kleinste van de beide met rubber beklede knop-
pen op de achterklep - de vergrendelingsindicatie
(p. 171) onder aan de voorruit gaat knipperen om
aan te geven dat er vergrendeling heeft plaatsge-
vonden.
182
Alle portieren inclusief de achterklep moeten zijn
gesloten, voordat u de auto kunt vergrendelen –
de auto wordt anders niet vergrendeld.
N.B.
Als u (terwijl de motor is afgezet) de trans-
pondersleutel met Keyless-functie uit de auto
haalt en de auto niet vergrendelt door een
van de portierhandgrepen aan te raken of de
vergrendeltoets op de transpondersleutel te
bedienen, gebeurt het volgende:
Na ca. 1½–2 minuten wordt het alarm geacti-
veerd en gaat de alarmdiode op de voorruit
knipperen – het alarm staat daarmee op
scherp maar de auto is niet vergrendeld.
N.B.
Op auto's met een automatische versnellings-
bak moet de keuzehendel in de P-stand
staan. Anders kan de auto niet worden ver-
grendeld of op alarm worden gezet.
N.B.
Let erop dat het systeem kan worden geacti-
veerd bij het wassen van de auto als de trans-
pondersleutel binnen bereik is.
Gerelateerde informatie
•
Keyless Drive* (p. 180)
•
Alarmindicatie* (p. 193)
* Optie/accessoire.