Alarm deactiveren
–
Druk op de ontgrendelingstoets op de trans-
pondersleutel.
Geactiveerd alarm uitschakelen
–
Druk op de ontgrendelingstoets op de trans-
pondersleutel of plaats de transpondersleutel
in het contactslot.
Gerelateerde informatie
•
Alarmindicatie* (p. 193)
•
Alarm* - automatische herinschakeling
(p. 193)
•
Alarm* - transpondersleutel defect (p. 194)
Alarmindicatie*
De alarmindicatie geeft de status aan van het
alarmsysteem (p. 192).
Dezelfde diode als de vergrendelingsindicatie (p. 171).
Een rode led op het dashboard geeft de status
van het alarmsysteem aan:
•
De led is uit – het alarm is uitgeschakeld
•
De led licht om de twee seconden eenmaal
op – het alarm is ingeschakeld
•
De led knippert snel vanaf het moment van
uitschakelen van het alarm (tot aan het
moment dat u de transpondersleutel in het
contactslot steekt en contactslotstand I
wordt bereikt) – het alarm is afgegaan.
SLOTEN EN ALARM
Alarm* - automatische
herinschakeling
De automatische herinschakeling van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm
(p. 192) uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na uitschakeling van het
alarm opent wanneer de auto met de transpon-
dersleutel ontgrendeld (en het alarm gedeacti-
veerd) werd, wordt het alarm automatisch
opnieuw ingeschakeld. De auto wordt bovendien
opnieuw vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Gereduceerd alarmniveau* (p. 194)
193
* Optie/accessoire.