Interieurverlichting
De interieurverlichting is te activeren/deactiveren
met de knoppen van de bedieningspanelen aan
het plafond voor- en achterin.
Knoppen op plafondconsole voor bediening leeslampjes
en interieurverlichting voorin.
Leeslampje linkerzijde
Leeslampje rechterzijde
Interieurverlichting
Alle verlichting in het interieur kan handmatig in-
en uitgeschakeld worden binnen 30 minuten
nadat:
•
de motor is afgezet en het elektrische sys-
teem van de auto in 0 staat
•
de auto ontgrendeld is zonder dat de motor
is gestart.
Plafondverlichting voorin
De leeslampjes voorin worden in- en uitgescha-
keld met een druk op de bijbehorende knoppen
op de plafondconsole.
Plafondverlichting achterin
Plafondverlichting achterin.
U kunt de lampjes in- en uitschakelen met een
druk op de bijbehorende knop.
Instapverlichting
De instapverlichting (alsmede de interieurverlich-
ting) worden in- en uitgeschakeld bij het openen
c.q. sluiten van een portier.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt in-
en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van
de klep van het kastje.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Verlichting make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel (p. 159),
wordt bij het openen en sluiten van het spiegel-
klepje in- en uitgeschakeld.
Verlichting in bagageruimte
De bagageruimteverlichting wordt bij het openen
en sluiten van de achterklep automatisch in- en
uitgeschakeld.
Automatische verlichting
Met de knop voor de interieurverlichting kunt u
drie verlichtingsstanden selecteren:
•
Uit – rechterkant ingedrukt, automatische
interieurverlichting gedeactiveerd.
•
Neutrale stand – automatische verlichting
geactiveerd.
•
Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlich-
ting brandt.
Neutrale stand
Met de knop in de neutrale stand wordt de interi-
eurverlichting als volgt automatisch in- en uitge-
schakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden, als:
•
u de auto met de afstandsbediening ont-
grendelt, zie Transpondersleutel - functies
}}
105