Schuif-/kanteldak*
Het schuif-/kanteldak is te bedienen met de
knoppen aan het plafond.
Het binnenste zonnescherm is handmatig te slui-
ten.
Bij het schuif-/kanteldak hoort een windscherm.
De bedieningsknoppen voor het schuif-/kantel-
dak zitten aan het plafond. Het schuif-/kanteldak
is aan de achterkant open te kantelen of horizon-
taal open te schuiven. Het schuif-/kanteldak is
alleen te openen in contactslotstand I of II.
Horizontaal openschuiven
Horizontaal openschuiven, achteruit/vooruit.
Openen, automatisch
Openen, handmatig
De comfortstand is de stand waarbij het schuif-/kanteldak zover geopend is dat rijwind- en resonantiegeluiden op een aangenaam laag niveau liggen.
27
Sluiten, handmatig
Sluiten, automatisch
Openen
Trek om het schuif-/kanteldak tot in de comfort-
27
stand
te openen de bedieningsknop naar ach-
teren tot in de stand voor automatisch openen en
laat de knop vervolgens los. Trek om het schuif-/
kanteldak maximaal te openen de bedienings-
knop nogmaals naar achteren tot in de stand
voor automatisch openen en laat de knop vervol-
gens los.
U kunt het schuif-/kanteldak handmatig openen
door de bedieningsknop achteruit naar het druk-
punt voor handmatig openen te duwen. Het
schuif-/kanteldak schuift steeds verder in de
27
richting van de comfortstand
zolang u de knop
naar achteren gedrukt houdt. Druk om het
schuif-/kanteldak maximaal te openen nogmaals
op de bedieningsknop.
Sluiten
U kunt het schuif-/kanteldak handmatig sluiten
door de bedieningsknop vooruit naar het druk-
punt voor handmatig sluiten te duwen. Het
schuif-/kanteldak schuift steeds verder in de
richting van de gesloten stand zolang u de knop
naar voren gedrukt houdt.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling bij het sluiten van het
schuifdak. De beveiliging tegen overbelasting
van het schuifdak werkt alleen bij automatisch
sluiten, niet bij handmatig sluiten.
Het schuif-/kanteldak gaat automatisch dicht,
wanneer u de knop in de stand voor automatisch
sluiten duwt en vervolgens loslaat.
Wanneer u contactslotstand 0 kiest en de trans-
pondersleutel uit het contactslot neemt, wordt de
spanning van het schuif-/kanteldak verbroken.
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto aanwezig zijn:
Onderbreek altijd de stroom naar het schuif-
dak door te kiezen voor sleutelstand 0 en
neem vervolgens de transpondersleutel mee
uit de auto. Voor informatie over sleutelstan-
den, zie contactslotstanden - functies in ver-
schillende standen (p. 86).
}}
115
* Optie/accessoire.