Motor- en interieurverwarming*
Met preconditioning bereidt de verwarming de
motor en het interieur voor om de slijtage en het
stroomverbruik tijdens de rit te beperken.
De verwarming is direct (p. 148) in te schake-
len of vertraagd met een timer (p. 149).
Bij een buitentemperatuur hoger dan 15 °C
wordt de verwarming niet geactiveerd. De verwar-
ming werkt maximaal 50 minuten achtereen.
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van de verwarming op
brandstof in een afgesloten ruimte. Er komen
uitlaatgassen vrij.
N.B.
Bij gebruik van de verwarming op brandstof
komt er mogelijk rook uit de rechter wielkast,
wat volkomen normaal is.
Tanken
Waarschuwingssticker op tankvulklep.
WAARSCHUWING
Gemorste brandstof kan vlam vatten. Schakel
voordat u gaat tanken de verwarming op
brandstof uit.
Controleer op het instrumentenpaneel of de
verwarming is uitgeschakeld; wanneer deze
werkt, verschijnt het verwarmingssymbool.
Op een helling parkeren
Wanneer u de auto op een steile helling parkeert,
moet u ervoor zorgen dat de voorkant van de
auto omlaagwijst. Zo krijgt de verwarming op
brandstof altijd voldoende brandstof.
Accu en brandstof
Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het
brandstofpeil te laag is, wordt de verwarming
automatisch uitgeschakeld en verschijnt er een
melding op het informatiedisplay. Bevestig deze
melding door op de OK-knop op de richtingaan-
wijzerhendel (p. 117) te drukken.
BELANGRIJK
Als de verwarming herhaaldelijk en in combi-
natie met korte ritten wordt gebruikt, ontlaadt
de accu met startproblemen als gevolg.
Om te garanderen dat de accu met net zo
veel energie wordt opgeladen als de verwar-
ming verbruikt, moet u bij regelmatig gebruik
van de verwarming net zo lang met de auto
rijden als dat de verwarming wordt gebruikt.
De verwarming wordt telkens maximaal 50
minuten ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
•
Motor- en interieurverwarming* - meldingen
(p. 151)
•
Extra verwarming* (p. 153)
KLIMAAT
147
* Optie/accessoire.