Display-symbolen
Aanduiding voor constante hartslagmeting. Dit symbool knippert met de snelheid
waarmee uw hart klopt. Als het hartsymbool niet is voorzien van een kader,
betreft het een niet-gecodeerde hartslagtransmissie.
Een kader om het hart staat voor gecodeerde transmissie van de hartslag.
Betekent dat er tenminste 5 seconden geen hartslag is waargenomen.
- - Geeft aan dat er geen hartslag ontvangen wordt. Houd de ontvanger dicht bij het
Polar logo op de borstband op uw borst. De ontvanger zoekt opnieuw het
hartslagsignaal.
Op het display van de tijdweergave een aanduiding dat het alarm is geactiveerd.
In de Measure-functie: een aanduiding dat u een geluidssignaal hoort als u buiten
de limieten van uw trainingszone sport. Fitness Test-functie: een aanduiding dat u
een geluidssignaal hoort aan het einde van de conditietest.
Geeft aan dat u de intervalfunctie instelt of dat u traint in de intervalfunctie.
Geeft aan dat de continue intervalfunctie is ingesteld (Cont.).
Exercise-functie: geeft aan dat uw hartslag zich boven de trainingsszone bevindt.
Exercise-functie: geeft aan dat uw hartslag zich onder de trainingszone bevindt.
Grafische weergave: De grafische weergave bestaat uit vijf blokken. Een
knipperend blok geeft aan op welk instelniveau u zich bevindt in de menu's
Options of File. Constant lopende balken geven aan dat de training wordt
geregistreerd.
Geeft aan dat de batterij zwak is.
M 88
Display-teksten
ALARM: Aanduiding voor de alarmtijd bij
instellingen van het horloge.
AM of PM: Worden gebruikt bij de
12-uurs instelling. Bij de 24-uurs instelling
betekent 13:00 uur 1:00 PM.
AVG: Staat samen met een getal voor
de gemiddelde hartslag.
BasicUse: Trainen zonder instellingen.
BestLap (=beste ronde): Geeft informatie
over de snelste rondetijd.
Birthday: Aanduiding van uw
geboortedatum in de
gebruikersinstellingen (USER SET).
Cont: Maximaal 30 intervallen kunnen
elkaar opvolgen tenzij de intervalfase
handmatig wordt gestopt.
CoolDown: De cool-downfase aan het
eind van een intervaltraining.
E0: Instellingen BasicUse.
E1-E5: Geeft aan met welke trainingsset
u tijdens de sessie werkt.
EXE. SET (= Instellen training): Begin met
het instellen van uw BasicSet (Int OFF) of
Interval Training Set (Int On).
Exe. Time: Trainingsduur.
FILE: Geeft de bestandsfunctie aan.
FIT. TEST: Geeft de fitnesstestfunctie aan.
Fri: vrijdag
FULL: Verschijnt op het display nadat 99
ronden zijn opgeslagen (het gebruik van
intervallen reduceert het aantal ronden).
Rondetijden of intervallen kunnen nog
steeds worden bijgehouden maar deze
worden niet meer in het bestand
opgeslagen.
HR
-p: Verwachte maximum hartslag.
max
Int, Interval: Options-functie: geeft de
intervaltrainingsset aan. Exercise-functie:
Geeft de intervaltraining aan inclusief
warming-up-, interval- en cool-downfase.
InZone/ Above/ Below: Geeft de tijd aan
die binnen, boven en onder de
trainingszone werd gesport.
KCal: Geeft het calorieverbruik tijdens uw
trainingssessie aan.
LAPS: Geeft aan hoeveel rondetijden
werden opgeslagen.
Lap Time: rondetijd
Lim High: De bovenlimiet van de
trainingszone.
Lim Low: De onderlimiet van de
trainingszone.
Limits1, 2, 3: Hartslaglimieten
trainingszone 1, 2 en 3.
MAX: Samen met de hartslag duidt dit op
de hoogste hartslag.
MAX%: Samen met de hartslag geeft dit
aan wat het percentage is van uw huidige
hartslag ten opzichte van uw maximum
hartslag.
M 89