Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Programmeer Zones [52]
9=Weerstand
Zie Weerstand selectie [51.46].
10=Blok(ken)
Opmerking:
Het kenmerk Blokken is alleen beschikbaar als de blokkenmode is
ingeschakeld in het systeem (zie optie Opties [63]).
Met het kenmerk Blokken kan de zone worden toegewezen aan een enkel blok in het
systeem. Alle zones zijn standaard ingesteld op Blok 1.
Druk op het nummer van het blok waaraan u de zone opnieuw wilt toewijzen en druk op
.
ent
Ster ( ) Blokfunctie
Sommige zonefuncties hebben een extra blokkenmerkfunctie waarvan overige blokken ook
de werking kunnen ondervinden.
Druk op
bij het toewijzen van blokken aan de zone.
Als u op
drukt, geeft de display het blok aan dat momenteel is toegewezen aan de zone en
vraagt om andere blokken om te worden toegevoegd, bijvoorbeeld 1 1 – – – – – – –,
als u op 4 en 7 drukt, wordt 1 toegewezen 1 – – 4 – – 7 –.
Laatste, Sec./Ltste, Dl/Ltste, Sleutel- en Puls aan-zones
Als de ster
blokfunctie wordt toegewezen aan een zone die is ingesteld als Laatste,
Sec. laatste, Deel laatste of Puls-aan, beëindigt u door het sluiten van de zone terwijl
u meerdere blokken inschakelt, de inschakelprocedure voor alle blokken die aan de zone
zijn toegewezen.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze functie.
Volgzones
De ster
blokfunctie kunt u aan een zone toewijzen die is ingesteld als Volgzone. Hierdoor
kunt u een volgzone activeren in een blok dat momenteel niet wordt uitgeschakeld, zonder
daarbij een inbraakalarm te genereren.
Zie de zonefuncties voor meer informatie over de werking van deze functie.
93