Detectors aansluiten op zones
2.
Sluit de centrale en de randapparatuur aan de hand van de informatie in de onderstaande
tabellen in serie aan met een RS485-databus tussen elk apparaat.
Opmerking: Gebruik geen lus- of sterconfiguraties.
U wordt ten zeerste aangeraden om afgeschermde twisted pair-kabel te gebruiken
(vergelijkbaar met Belden 8723 cat. 5/5E). Als de kabel korter is dan 100 meter,
kan ook standaard 4-aderige kabel worden gebruikt.
Paneel Bediendeel/
Keyprox
+12 V
+
GND
–
A
A
B
B
* Sluit voedingen niet in parallelle configuratie aan. Sluit geen +12 V-terminals aan
tussen de centrale en externe voedingen. U moet de 0V-pool (neutraal) van alle
voedingen echter wel aansluiten op een aardingsreferentiepunt.
Detectors aansluiten op zones
Opmerking:
Het inleren van draadloze detectors wordt behandeld op pagina 20.
Zones zijn individuele inputs die volledig kunnen worden geprogrammeerd in het menu
Zones (
). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de standaardinstellingen voor zones
52 ent
kunt wijzigen, ongebruikte zones kunt verwijderen en detectors kunt aansluiten.
Zoneadressering
Het zoneadres is als volgt ingedeeld:
Het RIO-adresbereik is 00 tot 12 en elke RIO kan maximaal 8 zones verwerken.
Opmerking:
00 en 01 zijn de vaste, onboard RIO-adressen.
De onboard zone adressen zijn als volgt:
Gebruik desgewenst het menu Omschrijving (
16
TouchCenter RIO/DCM PSU
+
Vin
–
G
Y
Zone
Adres
1
1001
2
1002
3
1003
4
1004
5
1011
6
1012
Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Audio
Interface
X*
+12 V
–
0 V
GND
A
A
A
B
B
B
Zone
Adres
7
1013
8
1014
9
1015
10
1016
11
1017
12
1018
) om uw zones te benoemen.
52 ent 2 ent
Telecom Ethernet
Portal
+12 V
+
-
-
A
A
B
B
RF
+
-
A
B