Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Opmerking: Indien zowel bij de Gebruiker Code als bij de MAX/DCM lezer een
kaartfunctie is ingesteld, wordt alleen de kaartfunctie van de Gebruiker Code uitgevoerd.
DCM [69.3]
Met deze optie kunt de Deurcontrolemodule (DCM) programmeren. Een DCM kan volledig in
het systeem worden geïntegreerd, waarbij wordt gecommuniceerd via de AB-lijnen en waarbij
de mogelijkheden van de centrale volledig worden benut. Via elke DCM kunnen maximaal twee
lezers worden bestuurd. De uitgangslezer kan worden vervangen door een egressknop.
Wanneer de DCM is ingeschakeld, worden de opties die kunnen worden geselecteerd voor
de programmering van de DCM beschikbaar gemaakt in het hele menu, anders worden deze
niet weergegeven of worden ze weergegeven als Optie niet beschikbaar.
De DCM adresseren
De DCM krijgt zijn adres van een onboard zeskantige draaiknop of door het inschakelen van
de DIP-schakelaars. Raadpleeg Deurcontrolemodule op pagina 246.
DCM-parameters [69.3.1]
Met deze optie definieert u de afzonderlijke operationele functies voor elke DCM. Wanneer
deze optie is geselecteerd, wordt het adres van de eerste DCM op het systeem weergegeven
met de omschrijving die er momenteel aan is toegewezen. Als het systeem geen DCM's
heeft, wordt het bericht GEEN TOEGANG weergegeven.
Selecteer het vereiste DCM-adres met
parameter, 1=Omschrijving wordt weergegeven. Gebruik
te verplaatsen en druk op
DCM-Omschrijving [69.3.1.1]
Met deze optie kunt u een naam van maximaal negen tekens toewijzen aan elke DCM. Deze
naam wordt samengesteld uit de karakterlijst en/of de bibliotheekopties. Wanneer de
parameter Omschrijving wordt geselecteerd, wordt de op dat moment toegewezen naam
weergegeven op de bovenste regel. Een onderstrepingsteken geeft aan waar het volgende
teken wordt geplaatst en op de onderste regel staat het alfabet. De cursor knippert bij de
letter L.
Druk op
om de reeds aan de naam toegewezen tekens te wissen.
Gebruik
of
om het alfabet naar links of rechts te schuiven tot het gewenste teken onder
A
B
de knipperende cursor staat. Wanneer het gewenste teken op de juiste plaats staat, drukt op
om het teken naar de beschrijving op de bovenste regel te kopiëren. Herhaal deze
ent
procedure tot de gewenste omschrijving compleet is.
DCM-Blok [69.3.1.3]
Dit is het blok waarnaar de DCM rapporteert voor sabotagegevallen en diagnoses.
DCM-lezeromschrijving (01 of 02) [69.3.1.5.01]
Met deze optie kunt u een naam van maximaal 9 tekens toewijzen aan elk van de lezers. Deze
naam wordt samengesteld uit de karakterlijst en/of de bibliotheekopties. Wanneer de parameter
Omschrijving wordt geselecteerd, wordt de op dat moment toegewezen naam weergegeven op
de bovenste regel. Een onderstrepingsteken geeft aan waar het volgende teken wordt geplaatst
en op de onderste regel staat het alfabet. De cursor knippert bij de letter L.
Druk op
om de reeds aan de naam toegewezen tekens te wissen.
en
A
B
.
ent
en druk vervolgens op
of
A
B
Toegangbeheer [69]
. De eerste
ent
om de vereiste parameter
189